Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Een land van dominees, kooplieden, onderwijzers én… goeroes?

20 februari 2013

Onder de titel ‘Goeroes’ verzuchtte leerkracht Frank Jongbloed vorige week in een blog dat hij tegenwoordig door iedereen om de oren geslagen wordt met citaten van Kanamori, Luc Stevens, Marcel van Herpen, Ken Robinson, Ellen Emonds en aanverwanten. ‘Laat liever jezelf eens horen, leraar’, is zijn boodschap. Wat maakt een goeroe tot een goeroe, vraagt Geert Bors zich af. En: wanneer wordt een kritisch blogger zélf een predikant?

Nederland is een land van dominees, zo luidt een bekende nationale zelfkritiek. Naar smaak en omstandigheden aan te vullen met twee andere beroepen: onderwijzers en/of kooplieden. Geen beter voorbeeld dan domineeszoon Freek de Jonge, die zich ontworstelde aan zijn christelijke wortels, met Neerlands Hoop een rauwe revolutionaire sixties-toon vond en van lieverlee zelf een retorisch-begenadigd moralist werd. Er is geen ontkomen aan: wie ziet hoe het anders kan en dat graag wil uitdragen, krijgt iets van een predikant.

Maar er is nog een erger predicaat dat je in Nederland kunt krijgen: dat is wanneer je wordt bestempeld als ‘goeroe’. Een goeroe is zoiets als een dominee die onzin predikt, een koopman die rommel verkoopt, een onderwijzer die zich bedient van een fact-free retorica.

Goeroes’ is de titel die Frank Jongbloed gaf aan zijn cri de coeur over de grote behoefte die er lijkt te bestaan onder collega-leerkrachten aan een ‘onderwijsidool’. Jongbloed - bloggend en twitterend onder de naam @LeerkrachtPO - werkt een rijtje van namen af van wie hij de boodschappen inmiddels te pas en te onpas tegenkomt in directievergaderingen, lerarenkamers en in citaten onderaan e-mails. Een rijtje met voor hetkind bekende mensen als Luc Stevens, Marcel van Herpen, Toshiro Kanamori, Ellen Emonds, Pasi Sahlberg, Ken Robinson. ‘Blijkbaar’, stelt Jongbloed, ‘hebben zij de X-factor.’

Een bundeltje sneren daargelaten, is het hem uiteindelijk te doen om een constructieve boodschap: hij vindt dat leerkrachten zich niet afhankelijk moeten opstellen van “iemand die ons bij de hand neemt en de weg leidt”, maar vooral zichzelf moeten laten horen: ‘Mijn punt is dat we meer blijk moeten geven van onze éigen scherpe inzichten, ónze leerpunten en conclusies. (…) Leerkracht, laat jouw stem horen. Of beter: die van de kinderen.’

Gelijk én ongelijk
Op de site wp.digischool.nl kreeg Jongbloeds artikel bijval (“Ik heb he-le-maal niks met dit soort Tjakka!-peopeltjes”). En ook via Twitter werd zijn post opgepikt. Onder andere door Hartger Wassink, die hem gelijk én ongelijk gaf: 

@leerkrachtpo zeer eens: leraren moeten zelf denken. Maar je doet @ellenemonds tekort, als er één is die de stem van het kind laat horen...

Ook voor mij zitten er waarheden en onwaarheden in het stuk. Een prikkelende provocatie, een ander perspectief, maar ik lees ook iets paradoxaals, iets ondoordachts. In elk geval genoeg om afgelopen weekend bij tijd en wijle eens even op te kauwen.

Jongbloed begint zijn verhaal met een associatie: hij haalt een passage aan uit Seven Years in Tibet, waarin de Oostenrijkse bergbeklimmer (en auteur van het boek) Heinrich Harrer nogal in katzwijm lijkt te vallen voor de jonge Dalai Lama die hij in Tibet ontmoet. De spiritueel leider moet daar niks van hebben en vertelt hem: ‘Je krijgt geen redding door naar me te staren. Het vereist krachtige inspanning en oefening. Werk hard en zoek je eigen redding!’

Monty Python’s profeet Brian: ‘You don’t need to follow me’
Ik had een andere associatie bij Jongbloeds verhaal. Ik dacht aan een andere profeet-tegen-wil-en-dank, de titelpersoon uit de Monty Python-film The Life of Brian. In één van de meest gedenkwaardige scènes wordt Brian naar buiten geroepen door een grote schare volgelingen, die zich onder het raam van zijn moeders huis verzameld heeft. Hij houdt vol dat hij niet bijzonder is. Dat de menigte geen enkel mens blindelings zou moeten willen volgen: ‘You don’t need to follow me. You don’t need to follow anybody. You’ve got to think for yourselves.’ Want, stelt hij: ‘You are all individuals. You’ve all got to work it out for yourselves.’

De menigte neemt de boodschap aan, door zijn zinnen – als uit één mond – te herhalen: ‘Yes, we’re all individuals. Yes, we’ve got to work it out for ourselves.’ Dat ze het écht niet begrepen hebben, blijkt uit de vervolgzin: ‘Tell us more!’



Profeet-tegen-wil-en-dank Brian: 'You are all individuals'

Brian is een ontzuilde, post-religieuze, postmoderne mens, verdwaald in de wereld van net na het begin van onze jaartelling. Zijn stem is die van de jaren zestig en zeventig, van de Oxford- en Cambridge alumni waaruit het Python-team bestond. Hij is een mens die weet dat ieder mens op zichzelf teruggeworpen is. Die weet dat hij het zelf moet uitzoeken. En dat hij op geen hogere instantie hoeft te rekenen. En toch…

Toch is er ook nu behoefte aan voorbeelden, aan autoriteitsfiguren, aan trending topics, die richting geven en verbondenheid scheppen – al is het maar tijdelijk.

Kumaré: ‘If you act like a guru, you can become a guru’
Precies dat werd prachtig uitgewerkt in een documentaire die op 9 januari werd uitgezonden via Holland Doc: Kumaré – The True Story of a False Prophet. De film begint met de verbazing van een jonge Amerikaan van Indiase afkomst dat er in zijn land – de Verenigde Staten dus – zoveel gekeken wordt naar ‘het Oosten’ voor wijsheid, spiritualiteit en inspiratie. Wie zíjn al die goeroes, vraagt hij zich af? Wat verkondigen ze? Waarom lopen mijn landgenoten zo graag achter ze aan?



Trailer: Kumaré, The True Story of a False Prophet.
Achter deze link vind je een reportage met filmmaker Vikram Gandhi.


Hij besluit het antwoord te zoeken door zelf goeroe te worden. Met een baard, een potsierlijke staf, een hyperblije glimlach en een rood gewaad wordt de Indiase Amerikaan Vikram Gandhi in een mum van tijd de oosterse Kumaré. Zijn boodschap aan zijn volgers is ongeveer dezelfde als die van de postmoderne ‘profeet’ Brian: hij vertelt dat hij niet is wie ze denken dat hij is. Dat ze de goeroe in zichzelf moeten vinden. Dat iedereen een goeroe kan worden. Zijn schare volgelingen eet uit zijn hand.

Op het moment dat hij zichzelf onthult als filmmaker met een interesse in de dynamiek van geloof, authenticiteit en de behoefte aan ‘meesters’, haken enkele van zijn volgers boos af. Anderen vinden het een te gekke grap. En weer anderen blíjven in zijn boodschap geloven. 

Geen held, geen onhaalbaar voorbeeld
Hoe werkt dat nou voor de ‘goeroes’ van Frank Jongbloed? Wat het meest opmerkelijk is, is dat Jongbloeds boodschap één-op-één overeenkomt met wat de meesten van hen óók structureel beweren en doen. Neem Ellen Emonds. In al haar columns laat ze haar leerlingen spreken. Haar beste anekdotes gaan niet over lessen die nou zo fantastisch liepen, maar over momenten waarop ze terecht gewezen wordt door haar kinderen en het niet meer zo duidelijk is wie de leraar is en wie de leerling. Lees deze column bijvoorbeeld eens terug.

Toch zie ik ook wat Jongbloed bedoelt: het gevaar schuilt hem in het punt waar het kritisch tot je nemen van een interessante boodschap overgaat in een overmatige interesse voor de persoon zelf. Het punt waar er een cult of personality ontstaat. Het punt waar, als er gezocht wordt naar een expert op gebied X, er altijd gegrepen wordt in de kaartenbak naar dezelfde bekende naam, hetzelfde bekende gezicht, met diezelfde vlotte babbel.

Juist daarom nam ik deze passage op in een artikel over de komst van Toshiro Kanamori: ‘Kanamori is hier niet als held, als een onhaalbaar of totaal uitzonderlijk voorbeeld. Eerder is hij een kristallisatiepunt, een metafoor voor goed onderwijs – een manier om de kwaliteit, de tact, het vakmanschap en de creativiteit, die in veel van onze leraren schuilt en die vaak onopgemerkt blijven buiten de schoolsfeer, zichtbaarder te maken.’

Het meest ontwapenende in Jongbloeds column vind ik de passage waarin hij zichzelf met zijn eigen sneren om de oren slaat: Frank, wat is nu eigenlijk je punt? Je kleinzielige gedram over deze onderwijsprofessionals werkt op de zenuwen. Dan volgt de kern van zijn betoog. En daar denk ik stiekem ook iets te leren over wanneer het verwoorden van je mening overgaat in de stem van de predikant: precies na het vrolijk onderuit schoffelen van zichzelf, kiest hij een nieuwe toon: de toon van het koninklijk meervoud. Opeens gaat hij over op wat ‘we’ – als leerkrachten – zouden moeten doen.

Maar ja. Kun je überhaupt iets willen zeggen zonder behalve met je boodschap ook als boodschapper naar voren te treden? Wat zegt het over mij dat ik een drie keer zo lang verhaal wijd aan één blogpost?

Het blijft Nederland, land van onderwijzers en predikanten. En ik ben een Nederlander.

Geert Bors, redacteur hetkind

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief