Een kompas voor het werken met jongeren
9 maart 2012
Jongeren moeten van alles leren. Op school, maar ook bij hun werkgever of de stichting waarvoor ze vrijwilligerswerk doen. Uitgangspunten die in het onderwijs effectief blijken, zie de principes van hetkind, kunnen ook elders hun nut bewijzen bij het werken met en voor deze spannende doelgroep. Henno Oldenbeuving en Dolf Hautvast vertaalden ze naar de buitenschoolse praktijk van deze bijzondere doelgroep en komen met een kompas voor het werken met jongeren. Een bijdrage van Elsbeth Teeling.Iedereen leert anders en dat is deels leeftijdsgebonden. Het is dan ook lastig dé perfecte les of aanpak te bedenken. De een zal razend enthousiast worden van een groepsopdracht, terwijl de ander liever eerst een hand-out over het onderwerp leest of een filmpje bekijkt. We zijn ons bewust van al die
verschillende manieren van leren, maar kennen ook steeds meer algemene principes over hoe jongeren leren. Zo is meer dan ooit bekend wat wel en niet van het puberbrein verwacht mag worden en hoe je een les of activiteit daarop aansluit. In het onderwijs wordt deze kennis voortdurend vertaald naar de praktijk. Dat levert veel kennis op over wat werkt als je op jongeren iets wilt overbrengen.
In opdracht van Kerstin Steinhart van Veilig Verkeer Nederland vertaalden Henno Oldenbeuving en Dolf Hautvast van APS deze kennis naar meer algemeen toepasbare principes om ze vervolgens te bundelen in de Veilig Verkeer Weetlat. Inmiddels worden deze principes ook toegepast als leidraad voor de educatieve medewerkers van organisaties als de Mercedes Benz Driving Academy en Stichting Giving Back. Zij gebruiken de tien geformuleerde principes onder andere voor het ontwerpen van hun workshops voor en trainingen aan pubers. Ook voor andere organisaties en professionals kan dit kompas richting geven aan het werken met en voor jongeren.
In het artikel achter deze link staan de onderstaande tien principes uitgeschreven. Scroll naar bladzijde 12.
1. Check eerst het mentale model.
2. Spreek meerdere vormen van intelligentie aan.
3. Houd rekening met de werking van het (puber)brein.
4. Besef dat jongens en meisjes anders leren.
5. Besef hoe jongeren normen en waarden ontwikkelen.
6. Laat jongeren van elkaar leren.
7. Bouw positieve stimuli in en toon je waardering.
8. Maak de activiteit ‘betekenisvol’.
9. Lever maatwerk.
10. Durf de kern soms los te laten.
Dit is een bijdrage van Elsbeth Teeling en stond eerder in het Villa Onderwijs Magazine van APS.
Reacties