Een eed voor alle Nederlandse leraren? Goede zaak, maar geen gemakkelijke opgave...
19 februari 2015
De Pabo van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) wil dat haar nieuwe lichting leraren in juli een eed gaat afleggen, meldde ScienceGuide op 2 februari. Eigenlijk zou zo’n soort eed voor alle Nederlandse leraren moeten gelden, meent Wouter Sanderse, lector Beroepsethiek van de leraar, bij Fontys Hogescholen. ‘Maar dat is geen gemakkelijke opgave,’ voegt hij eraan toe. Zijn bijdrage aan de discussie wat het voor leraren betekent om 'goed werk' af te leveren. En de waarde van een eed.De belofte die Edense studenten gaan doen, herinnert hen aan hun verantwoordelijkheid voor de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Ook beloven ze zich in te zetten voor het welzijn van collega’s en de eigen deskundigheid te bevorderen. Dat is een goede zaak. Een eigen beroepsethiek - met eed als klapstuk - zou de professionele status van leraren ten goede komen. Tegen de stroom in zet een eed bovendien de pedagogische en morele kanten van het leraarschap op de kaart.
Om zo’n eed breder in te voeren, moeten er zeker twee problemen overwonnen worden. Het eerste probleem heeft betrekking op de inhoud van de tekst. De eed van de CHE is gedeeltelijk religieus geïnspireerd. Er wordt gesproken over het ‘zegenrijk’ inzetten van je talenten, en over het bijdragen aan de ontwikkeling van de ‘ziel’ van kinderen. Maar wat als je niet gelooft in zegens en zielen? In de openbare lerarenopleidingen zijn dit controversiële begrippen. De ‘eed van Ede’ kan dus niet zomaar voor alle leraren gelden.
In Nederland zijn leraren, opvallend genoeg, een van de weinige beroepsgroepen zonder uitgewerkte beroepsethiek of –code. Psychologen, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers hebben dat bijvoorbeeld wel. Collega-leraren in de VS, Groot-Brittannië en Australië ook. Dat komt onder andere omdat Nederlandse leraren zich eerder identificeren met een school(richting) dan met de nog anoniemere ‘beroepsgroep leraren’. De verscheidenheid aan stromingen in het onderwijs is een verworvenheid.
Juist omdat de vraag wat een ‘goede’ leraar is door verschillende denominaties zo verschillend wordt beantwoord, is het tegelijkertijd moeilijker om een gemene deler te vinden.
Het initiatief van de CHE kan gezien kan worden als een constructieve bijdrage aan de discussie wat het voor leraren, als lid van een beroepsgroep, betekent om goed werk af te leveren. Maar het kan er ook toe leiden dat lerarenopleidingen ieder een eigen eed gaan opstellen, die het formuleren van gedeelde opvattingen over goed leraarschap verder bemoeilijkt.
Stel dat er overeenstemming komt over de inhoud van de eed. Een tweede probleem is dan dat zo’n eed een lege huls blijft als studenten er in hun studie niet grondig op worden voorbereid. Idealiter is zo’n eed een sluitstuk van een opleiding waarin studenten zijn ingewijd in de beroepsethiek van het leraarschap. In een hogeschool als de CHE is daar vanwege het christelijke karakter relatief veel aandacht voor. Maar dat is niet overal het geval.
Wereldwijd toont onderzoek aan dat aan lerarenopleidingen aan de normen, waarden en deugden van het leraarschap amper expliciet aandacht wordt besteed. In wat wel beschreven is als een ‘moreel vacuüm’ kan een eed ook schaamlap worden die moet verhullen dat er verder niets aan ethiek gebeurt. Het belangrijkste vraag is dus niet: ‘Is er een eed?’, maar: ‘Kunnen lerarenopleidingen uitleggen hoe ze ervoor zorgen dat hun studenten zo’n eed kunnen waarmaken?’
Een algemene eed voor leraren is een goed idee, maar het vergt veel: een nationale - en vast niet altijd gemakkelijke - dialoog over wat we eigenlijk in morele zin van een goede leraar mogen verwachten. En een grondige herziening van de mentaliteit en de curricula van lerarenopleidingen om studenten in staat te stellen zo’n eed echt waar te maken. Dat levert een paradox op. Immer, als die dialoog wordt gevoerd en het curriculum er is, is een eed dan niet overbodig geworden?
Een nieuwe generatie leraren een eed laten afleggen is geen doel op zich, maar vooral een middel om lerarenopleidingen eraan te blijven herinneren ‘goede’ leraren af te leveren, en te blijven zoeken naar wat dat betekent.
Dr. Wouter Sanderse is lector ‘Beroepsethiek van de leraar’ bij Fontys Hogescholen. Op 2 april organiseert hij samen met HU en Windesheim de conferentie ‘Onderwijs dat deugt’. Voor meer informatie, klik hier.
Reacties
O.b
Ik vind het een mooie zaak als alle leraren dat zouden doen