Depressief of gewoon neerslachtig? Kanttekeningen van een orthopedagoog
26 januari 2017
Veel jongeren zouden last hebben van ‘depressieve’ gevoelens en ‘depressieve’ periodes. Orthopedagoog Hans Koppies vraagt zich af waarom de taal van depressie – een psychiatrische benadering – gebruikt wordt voor het gevoelsleven van jongeren.Dit artikel verscheen eerder op de opiniepagina van het Noordhollands Dagblad, De Haarlemse Courant en Het Leidsch Dagblad.
Het Depressiegala richt zich dit jaar specifiek op jongeren, want ‘tienduizenden jongeren vinden of krijgen nu nog niet de zorg die ze nodig hebben’ aldus de website. Schrikbarende cijfers. Met een klik kom je te weten dat 1 op de 5 jongeren tussen 13 en 17 jaar last heeft gehad van depressieve gevoelens. De organisator, Mental Health Foundation concludeert zelfs op basis van een Facebook-enquête (!) dat 56% van de jongeren tussen de 12-19 jaar depressieve periodes doormaakt. Is er sprake van een depressie-epidemie onder jongeren?
Daar lijkt het niet op. Het gaat de Nederlandse jeugd ‘op alle fronten erg goed’ aldus de Landelijke Jeugdmonitor 2016 van het CBS. Negen op de tien 12-25 jarigen zijn tevreden met hun leven, het meest met hun vriendenkring, woning en… psychische gezondheid. En toch zouden alarmerend veel jongeren last hebben van ‘depressieve’ gevoelens en ‘depressieve’ periodes? Je kunt je afvragen waarom de taal van depressie – een psychiatrische benadering – gebruikt wordt voor het gevoelsleven van jongeren. Alsof een grote groep jongeren een stap verwijderd is van een depressieve stoornis.
Neerslachtige gevoelens horen bij een normale ontwikkeling. Stemmingswisselingen bij tieners nemen af naarmate zij ouder worden. Dat is de belangrijkste conclusie van een langlopend Nederlands onderzoek (RADAR) – waarvoor 474 tieners gevolgd werden tussen hun dertiende tot hun achttiende jaar. 'Dat komt doordat ze in deze fase leren om te gaan met hun emoties', aldus Wim Meeus, hoogleraar Educatie en Pedagogiek aan de Universiteit van Utrecht.
Stofje
Onderscheid is nodig tussen neerslachtigheid en stemmingswisselingen die horen bij de adolescentie, en de ernstige somberheid die we depressie zijn gaan noemen. Dat vereist goede diagnostiek. Een depressie vaststellen bij jongeren is voor een psychiater geen gemakkelijke taak. Er heerst veel onduidelijkheid. Depressie is de naam die we aan ernstige somberheid hebben gegeven, niet de oorzaak ervan.
Depressie is geen hersenziekte, ‘je mist een stofje’ is een mythe gebleken. 'Depressie blijft onzichtbaar en ongrijpbaar', aldus psychiater Bram Bakker, initiatiefnemer van het Depressiegala. Voor een juiste diagnose een groot probleem. Logisch dus dat zijn collega, de Maastrichtse hoogleraar psychiatrie Jim van Os, pleit voor onderzoek naar overdiagnosticering van depressie. Broodnodig in het huidige tijdsbeeld want onnodig vaak worden problemen bij opgroeien en opvoeden tot psychopathologie van het kind gemaakt. En ligt medicalisering op de loer.
Placebo
Een zorgwekkend voorbeeld. Antidepressiva voorschrijven voor jongeren is zeer omstreden. De werkzaamheid is gering, en bovendien is er een verhoogd risico op zelfmoordneigingen. Een placebo is in de meeste gevallen bewezen even effectief. Desalniettemin is het aantal jongeren tussen 15-19 jaar dat antidepressiva gebruikt de laatste jaren met 6% toegenomen, tot 21 jaar is sinds 2007 zelfs sprake van een stijging van 40%. En 80% van de eerste voorschriften is afkomstig van psychiaters.
De rijksoverheid is een landelijke campagne begonnen ‘om het taboe op depressie weg te nemen’. Met speciale aandacht voor jongeren tussen de 13 en 18 jaar. Het Depressiegala haakt daarop in: ‘Eén op de vijftien Nederlandse jongeren (13-18 jaar) krijgt een depressie’ laat organisator de Mental Health Foundation op de website weten. Misleidende informatie, want navraag bij het Trimbos Instituut leert dat 1-15 jongeren tussen de 18-24 jaar ‘een depressie heeft gehad’. Onder de 18 jaar zijn geen betrouwbare representatieve landelijke gegevens bekend. Ook bij het Trimbos-onderzoek onder jongeren tussen 18-24 jaar waar het ministerie van VWS naar verwijst, is een kanttekening op zijn plaats. De resultaten zijn gebaseerd op diagnostische interviews, op basis van het zich kunnen herinneren van symptomen door de ondervraagde en niet op een DSM-diagnose door een psychiater.
Depressie kan onnoemlijk leed veroorzaken. Aandacht voor kwetsbare jongeren is daarom een goede zaak. Alarmerende cijfers produceren en nodeloos onrust onder jongeren veroorzaken is dat niet.
Bronnen
Baars, L. (2016) Artikel over Landelijke Jeugdmonitor 2016: Jeugd rookt minder en leert beter. Trouw, 1 december.
Blik op nieuws (2017). Ruim 80% jongeren verzwijgt depressieve gevoelens op school.
CBS (2016). Jaarrapport 2016 Landelijke Jeugdmonitor
Dehue, T. (2016). Het ‘ontbrekende stofje in het brein’. Essay: onbesuisde popularisering van de wetenschap. De Groene Amsterdammer, 3 februari.
Graaf, de, R. & Have, ten, M. & Dorsselaer, van , S. (2010) De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking (zie p.66: kracht en beperkingen van de studie). Trimbos-instituut, Utrecht.
Maciejewski, D.F. & Lier, van, P.A.C. & Branje, S.L.T. & Meeus, W.H.J.& Koot, H.M (2015). Stemmingswisselingen bij tieners nemen af naarmate zij ouders worden. In: Child Development (volume 86, Issue 6, 1908–1921).
Ministerie van VWS (2016). Landelijke campagne Omgaan met depressie.
Univers (2015). Hoe ouder de tiener hoe minder stemmingswisselingen. Universiteit Tilburg.
Website Depressiegala
Reacties