De pestparadox: 'Hoe kun je pestenergie de goede kant op sturen?'
23 januari 2018
Vraag leerlingen of ze niet willen zingen en jubelzang barst los uit honderd kelen. In Amerika vertelden inmates aan jongeren over de verwoestende invloed van geweld op hun leven. Het leidde tot een fascinatie met agressie en toename van geweld. 'Het is een ijzeren wet, waar we steeds weer intuinen', schrijft coach Jan Ruigrok. Hij toont hij zich een fel tegenstander van antipestbeleid, pestprotocollen en mentorlessen. Liever richt hij zich op wat je samen wél wilt. 'In plaats van de klas te verdelen in pesters, slachtoffers en middengroepen, vinden leerlingen elkaar op overeenkomsten. Succes meet je dan af aan wat is bereikt, niet aan wat is voorkomen.' Zijn bijdrage over De Pestparadox (eerder gepubliceerd in 2014).
Een leraar vertelde dat ze op zijn school waren gestopt met het geven van lessen die ongewenste zwangerschappen moesten voorkomen. Het had geleid tot toename van tienermoeders. Op een site rond schoolveiligheid trof ik in een forum een bonte opsomming aan van verschrikkelijke dingen die op scholen gebeuren. Het leek wel of websitebezoekers elkaar wilden overtreffen in het overtreffen van wat er fout kan gaan. Toen ik mijn verbazing uitsprak over die opeenstapeling van ellende, was de reactie, ‘we moeten wel, want anders krijgen we geen subsidie.’
Geweld als perpetuum mobilé.
Dat gevaar dreigt ook met pesten. Je weet dat er verschrikkelijke dingen gebeuren en uit alle macht probeer je die te voorkomen met pestprotocollen, mentorlessen. En dat terwijl hoe meer je het woord ‘pesten’ noemt, hoe vaker het zal plaatsvinden. De zorgen die we ons maken om geweld en pesten op school op school, voetbalvelden en daarbuiten plekken, zijn terecht. Hoe meer het uit hand loopt, hoe radicaler de aanpak moet zijn om het tij te keren. En dat tij keer je door ook je aanpak radicaal te keren: besteed geen aandacht meer aan pesten, of om het nog gekker te maken: zet de pestenergie in op een manier waar iedereen beter van wordt.
Richt je op wat je wél wilt
Vergeet pesten en kijk naar wat je wél wilt en geef dat alle aandacht, gestructureerd en consequent. Scholen die kiezen voor een aanpak als deze, zijn als kankerbestrijders die geen aandacht besteden aan het voorkomen van kanker, maar zich richten op een gezonde leefstijl. Antipestbeleid ontbreekt, protocollen worden niet ondertekend, laat staan opgesteld. Dat levert een levensgevaarlijke jungle op zou je denken, maar het tegendeel is waar. In plaats van de klas te verdelen in pesters, slachtoffers en middengroepen, vinden leerlingen elkaar op overeenkomsten. Succes meten die scholen af aan wat is bereikt, niet aan wat is voorkomen. En wanneer leerlingen daarin verantwoordelijkheid krijgen, blijkt dat ze meer aan kunnen dan je ooit verwacht had.
Relatie-afspraken
Met nieuwe groepen kun je relatie-afspraken maken: hoe willen we dat we met elkaar omgaan en hoe dragen we daar samen verantwoordelijkheid voor? Zo kan het dat in het begin van de samenwerking leerlingen zich buigen over vragen als:
- wat heb jij nodig om hier het beste uit jezelf te halen?
- wat kun jij bijdragen aan een goede sfeer in de klas?
- wat doe jij als dat die sfeer onder druk staat?
- wat doe jij als je zorgen maakt om een klasgenoot?
De antwoorden zijn geen wetten waaraan je je moet houden, maar intenties die we met z’n allen willen naleven en waar we elkaar op kunnen aanspreken.
Wat verwachten jullie van mij als begeleider?
Waar het om leiderschap gaat, kun je leerlingen vragen ‘wat moet ik doen om voor jullie een goede begeleider te zijn?’ Meld voordat je deze vraag stelt dat je zelf ook een paar regels hebt die belangrijk zijn. Maar breng die pas in nadat je de leerlingen hebt gehoord. Ze ervaren meer invloed en meestal blijkt dat het overgrote deel overeenkomt. Jij bent tenslotte de (bege-)leider.
Naast de focus op wat je wilt en nodig hebt, is er niks mis mee leerlingen te vragen waar ze bang voor zijn. Stel je die vraag niet, dan kunnen er angstgevoelens blijven leven en blokkades ontstaan. Neem de antwoorden mee, gebruik ze op de achtergrond als informatie, maar meet ze niet breed uit. Als een leerling zou zeggen ‘ik ben bang dat ik jeuk krijg’, en geef je dat volop aandacht, dan zit binnen de kortste keren heel de klas zich te krabben.
Hetzelfde geldt in contact met ouders. Neem hen meer dan serieus wanneer ze je aanspreken op wat er in en om de klas gebeurt. Stop wat je kunt stoppen en zoek met hen naar wat iedereen wil: een prettige school waarin het goed en veilig leren en samenleven is.
Relatie-afspraken bestaan bij de gratie van het onderhoud
Een niet onderhouden relatie-afspraak wekt valse hoop en zet het gevoel van vertrouwen en veiligheid geen twee, maar zes stappen achteruit. Goed onderhoud kan ertoe leiden dat eens in de paar weken in de klas een gesprek plaatsvindt aan de hand van de vragen:
- Wat is er goed gegaan afgelopen periode?
- Welke problemen zijn we tegengekomen en hoe hebben we die opgelost?
- Welke liggen er nog en wat moeten we daarmee?
De sfeer in de klas verdient ook aandacht wanneer het goed gaat. Juist dan, want alles waar je energie in stopt groeit. Nadat je als begeleider een paar keer zo’n gesprek hebt geleid, kun je de leiding ervan aan de leerlingen overdragen.
Een begeleider die op deze manier werkt, hoeft wanneer het misloopt, niet de politiepet op te zetten en recherchewerk te gaan verrichten. Hij nodigt de klas uit voor een gesprek, pakt de relatie-afspraak erbij en vertelt dat volgens hem, dat wat iedereen heeft aangegeven te willen, de goede sfeer, onder druk staat. En dat hij niet de begeleider kan zijn die de leerlingen willen. ‘Is dat zo en wat moeten we doen om weer uit te komen waar we willen?’ De invloed die de leerlingen krijgen alleen al verhoogt het gevoel van veiligheid. In een relatief onveilige situatie waarin mensen invloed hebben, voelen zij zich velliger dan in een veiligere situatie, waarin ze geen invloed ervaren.
Vervul de behoefte op een andere manier.
Blijft de vraag hoe je de pestenergie een goede kant op kunt sturen. Door je ook hier te richten op wat je wilt. Achter ieder gedrag, hoe vervelend ook, zit, soms diep verstopt, een behoefte waar niets mis mee is. Zoek naar de behoefte die uitdagende pestkoppies aan het vervullen zijn met hun nare gedrag. Zoek een manier waarop zij die behoefte kunnen vervullen, op een manier waar iedereen beter van wordt. Voor je weet verdwijnt het meeste pestgedrag als een sneeuwmonster waar een emmer kokend water overheen gegooid wordt.
Lees verder
Jan Ruigrok is coach en trainer.
Meer over de pestparadox in deze film...
Reacties