Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘De enige waarheid die ik zie is jouw pijn en jouw verdriet’

17 februari 2016

Als Geluksvogel hoort Natasja de Kroon veel verhalen. Verhalen van kinderen, ouders en leerkrachten. Verhalen die haar raken. Dit is zo’n verhaal. Over een jongetje dat het heel goed bedoelt. En over een juf die het ook heel goed bedoelt. Maar ook over een juf en een jongetje die elkaar niet verstaan.

eenzaamTerwijl ik door de school loop zie ik een jongen alleen op de gang zitten. In de klas is het gezellig. Op de gang is het stil. Het jongetje vecht tegen zijn tranen. Nukkig kijkt hij voor zich uit. Ik vraag hem waarom hij op de gang zit. Ik ga naast hem zitten en hij vertelt. Beetje bij beetje hoor ik zijn verhaal. Over het spelletje. Over zijn gevoel van gelijk. Ik zie het opvlammen in zijn ogen. Over de machteloosheid. Een klas die roept dat je niet tegen je verlies kunt. Tegen hem, het jongetje dat andere keepers vertelt hoe ze het beste kunnen gaan staan. De keeper die in zijn handen klapt als de tegenstander een mooie goal maakt.

In je boosheid heb je de bal weggegooid. Je vertelt hoe een groepje jongens zich op je stortte. Jou vasthield zodat een ander je kon schoppen. Jij vertelt en ik zie de pijn in jouw ogen. Jouw pijn doet mij pijn. Ik zie je onmacht en je eenzaamheid. En ik herken het. Ik vraag je waarom je op de gang zit. En je vertelt. Over het meisje dat moest lachen om wat er gebeurde. Hoe ze mee ging doen. Hoe je, toen je je eindelijk los kon rukken, haar hebt geslagen. In je ogen zie ik de schaamte. De schaamte die je niet gelijk op dat moment kon uiten, omdat je met je rug tegen de muur stond. En daarom zit jij nu op de gang. Terwijl de jongens die begonnen lekker in de klas naar een filmpje kijken.

Ik luister en weet dat elke verhaal twee kanten heeft. Het doet er niet toe. De enige waarheid die ik zie is jouw pijn en jouw verdriet. Het lijkt of er iets in je is stuk gegaan. Als de bel gaat, loop ik met je mee naar buiten. Je hoofd en schouders gebogen. Je moeder vertelt dat je niet meer naar school wilt. Dat het niet meer gaat, al heel lang niet. Dat je van een slim, sociaal en vrolijk jongetje bent veranderd in een angstig en boos jongetje dat zich verschuilt achter een hoop bravoure. Haar waarheid is dat het elke dag een hele tour is om jou naar school te krijgen. Dat jullie al moe zijn voor de dag begint. Dat de nachten in het teken van jouw nachtmerries staan.

Even later praat ik met jouw juf. En hoor ik het verhaal vanuit haar kant. Heel eerlijk vertelt ze me dat ze het ook even niet meer weet. Dat jij “zomaar” een meisje hebt geslagen dat er “er niets mee te maken had”. Een dikke neus, een huilend meisje en een heel boos jongetje. Ze vertelt dat je niet aanspreekbaar was. Niet bereid om sorry te zeggen. En daarom heeft ze je op de gang gezet, om af te koelen.

De volgende dag ben je weer op school. Omdat er een jongetje wacht op jouw surprise. Maar in de pauze gaat het weer mis. Juf vertelt dat er weer ruzie is geweest op het plein. Jij hebt geroepen dat je toch van school af gaat. Juf is er niet blij mee, maar voor jouw ouders is het de laatste druppel. Samen met jou gaan ze op zoek naar een andere school, in een ander dorp. In je broekzak je lijstje met wensen voor de nieuwe school. Je droomt van een school met een voetbalveld en een basketbalnet. Je wilt rust in de klas. Een klas waarin niet wordt buitengesloten. En niemand elkaar laat vallen of pest.

Een paar weken later krijg ik een mail van je moeder. Ze vertelt me over je nieuwe school. Hoe de directeur je steeds even aanraakte tijdens de rondleiding. Dat ze zag hoe gespannen je was. Maar ook hoe je ontspande toen je over je grootste passie, voetbal, vertelde. Hoe je gezien werd. En hoe zij gezien werd. De erkenning voor hoe moeilijk het is om zo’n stap te zetten. Het hielp haar om door te zetten.

Na de vakantie ben je begonnen op je nieuwe school. En het gaat goed met je. Heel voorzichtig gaan de luiken in je hoofd omhoog. En ontstaat er weer ruimte om te leren. Je geniet van alle nieuwe vakken, van geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Daar ligt je interesse, dat wil je leren. Maar meer nog dan dat word je rustiger. De ochtenden zijn weer gezellig. De avonden ook. ’s Nachts slaap je in je eigen bed, de nachtmerries verdwenen. Als iemand je iets vraagt doe je het. Het lijkt zo simpel, maar dat is het niet. Je maakt weer grapjes, niet om indruk te maken, maar gewoon, voor de leuk.

Een verhaal met een goede afloop. Maar voor mij ook met een hele belangrijke les. Dag in dag uit werk ik met mensen die met kinderen werken. Mensen die het goed bedoelen. En kinderen die het ook heel goed bedoelen. En toch kan het dan, ondanks al die goede bedoelingen, heel erg mis gaan.

Mijn wens is dat elke juf, elke meester, zich realiseert dat geen enkel kind “uit het niets/out of the blue/zomaar” slaat. Als een kind een ander pijn doet is dat een uiting van zijn eigen pijn en/of machteloosheid, altijd. Het is niet aan ons om het gedrag te veroordelen. Het gaat niet om schuld of straf. En ook niet om sorry. Het is niet aan ons om kinderen klem te zetten, maar om te achterhalen waar het mis is gegaan. Om nieuwsgierig te zijn naar het verhaal van het kind. Er vanuit te gaan dat hij vast een goede reden had om te doen wat hij deed. En hierover in gesprek te gaan. Dat is de les die ik van jou heb geleerd. En dat is de les die ik met anderen wil delen.

Natasja de Kroon studeerde in 1995 af als orthopedagoog. In 2005 richtte ze haar eigen kindercentrum op, de Buitenkans in Heerenveen. In haar huidige werk als Happy Coach en Geluksvogel combineert Natasja haar liefde voor kinderen met haar passie voor onderwijs.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief