Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'De dag dat iemand je kan laten weten dat-ie je waardeert'

7 december 2016

Lerares Marianne Bloemendaal doet een ontdekking. Haar auto is bekrast. Ze deelt haar verhaal met de klas en brengt het gesprek op gang. Een dag later is de sfeer in de klas voorgoed veranderd: het is weer feest. Haar column: 'De dag dat iemand je kan laten weten dat-ie je waardeert'.

Het waren spannende weken geweest. De Cito-toets, de adviezen voor het middelbaar onderwijs, het had allemaal niet bijgedragen aan de rust en het was behoorlijk moeizaam geweest om orde te houden. Een aantal kinderen had ik aardig aan moeten pakken en voor sommigen ook met hier en daar wat strafwerk toe. Het leek wel alsof wij - de klas en ik -  niet meer de juiste draai vonden. Er ontbrak iets aan de sfeer die er altijd was geweest.

Zo ook 14 februari, Valentijnsdag, de dag dat iemand anoniem kan laten weten dat hij je waardeert.

Als ik die dag naar huis ga, vind ik een minder leuk Valentijnscadeautje. Moedwillig is er op een aantal plaatsen op mijn auto gekrast. Verbijsterd kijk ik ernaar. Anoniem natuurlijk, maar ik begrijp dat het niet een blijk van waardering is. De rest van de dag ben ik er eigenlijk door aangedaan, niet zozeer door de krassen als wel door de boodschap die er door gegeven is. Ik vraag mij steeds maar af wie het kan zijn geweest. Het idee dat het een kind van mijn klas is, doet me oprecht pijn. Ik besluit het de volgende morgen uit te zoeken.

De dag erop ga ik voor de zekerheid maar op de fiets. Alle gevoelens zijn wat gezakt. Ik neem mij voor het zo positief mogelijk naar de kinderen te brengen en ze meer te laten delen in mijn bezorgdheid dan een wijzend vingertje te hebben.

Als iedereen zit, vertel ik wat ik de vorige dag heb gevonden. Voor mij zie ik 23 paar ogen geschokt kijken en meteen voel ik een opluchting en een zekerheid. De dader moet ik niet in de klas zoeken. Eigenlijk is dat het belangrijkste wat ik wil weten.

Na nog wat samen over vandalisme te hebben gesproken en vooral dat dit mensen voor een onverwachte kostenpost plaatst, begin ik aan de rekenles. Toch blijft het de hele ochtend onrustig. De kinderen zijn met iets bezig, maar willen dat voor mij verborgen houden. In de pauze lopen ze met elkaar te smoezen in plaats van met mij te praten, zoals altijd. Ik vraag mij af wat er nu toch weer speelt. Maar om twaalf uur staan Aïda, Karima, Stephanie en Kaouter voor mij en geven een lijst.

“Juf”, begint Aïda: “We hebben met alle kinderen van de klas gekeken en we willen u helpen om de schade van de auto te betalen.”
“Iedereen heeft op deze lijst geschreven hoeveel hij u wilt geven,” vervolgt Stephanie.

Als ik de lijst bekijk zie ik alle namen van de kinderen en achter elke naam wat hij of zij wil geven: 10 gulden, 25 gulden, 7 gulden en één had geschreven: “Ik heb 200 gulden op de spaarbank, Juf”.

Ik ben sprakeloos. Toch leg ik uit dat ik het geld niet kan aannemen. Het gesprek over onverwachte kostenposten was alleen om iedereen te laten beseffen wat vandalisme teweegbrengt. Maar vanaf dat moment is er weer die goede sfeer van voorheen. De kleine daad van liefde van ieder kind persoonlijk aan mij heeft ieder een stap laten doen. De dagen erna is het weer een feest.

Dat  jaar viel Valentijnsdag voor mij op 15 februari.

Marianne Bloemendaal

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief