Column: 'Erkennen wat de ander nodig heeft'
3 april 2012
Wilma van Esch bezocht onlangs scholen in Kenia vanuit het project Teachers 4 Teachers en ze kwam terug met een aantal verhalen. Dit Afrikaanse verhaal, verteld door schoolleider Stephen in het kader van Visievorming op de 'schoolleaderscourse', gaat over 'samenleven' en de kwetsbaarheid ervan. Haar bijdrage.Op een dag besloten de leeuw, de slang, de hyena en het luipaard samen in een huis gaan wonen. Ze erkenden elkaars verschillen en luisterden goed naar wat de ander nodig had.
Het luipaard wilde een hoge boom in het huis, zodat hij in de wijde omstreken alles in de gaten kon houden. ‘En’, zo sprak hij ‘ik heb hele gevoelige ogen, dus het enige wat je nooit bij mij mag doen is me in mijn ogen kijken. Daar kan ik niet tegen’. Daar konden de andere dieren wel mee leven.
De leeuw gaf aan dat hij in het huis een plek wilde waar hij heerlijk kon luieren. Natuurlijk zou hij op jacht gaan als er honger kwam, maar hij wilde vooral rust. ‘En’, zo sprak de leeuw, ‘waar je bij mij echt rekening mee moet houden, is dat ik niet tegen lawaai kan. Ik wil een rustige leefomgeving, zonder al te veel herrie’. De andere dieren knikten instemmend, daar was goed mee te leven.
De slang gaf aan onder een dek van bladeren te willen leven, in dezelfde ruimte als de leeuw. ‘Ik heb niet veel nodig’, zei de slang ‘maar ik ben wel trots op mijn vel. Dus daar zullen jullie rekening mee moeten houden. Je mag nooit op me staan, mijn huid is gevoelig, ik wil goed vervellen, dus pas op waar je staat in ons huis’. Natuurlijk vonden de andere dieren dat geen probleem.
De hyena gaf aan niet veel thuis te zullen zijn. ‘Ik houd van zwerven, dat weten jullie. Dus maak je niet druk als ik niet vaak in ons huis zal zijn. Het enige waar ik niet tegen kan is dieren die me in de gaten houden of me ter verantwoording roepen. Laat me maar gewoon mijn gang gaan, dan gaat het goed’. Natuurlijk vonden de dieren het prima.
Het huis werd gebouwd, tot grote tevredenheid van de vier dieren. Ze leefden in harmonie, ieder op hun eigen wijze en genoten van elkaars gezelschap.
Op een dag kwam de hyena vermoeid thuis van een lange zwerftocht. Boven in de boom lag luipaard te waken, zijn gevoelige ogen speurden de omgeving af en zagen hyena van verre aankomen. ‘Wat zit jij naar me te loeren?’ snauwde vermoeide hyena terwijl hij luipaard recht in zijn ogen keek. ‘Ik heb je gezegd dat ik niet wilde dat je me in de gaten houd, ik kom en ga wanneer ik wil’.
‘Je kijkt in mijn ogen, in mijn gevoelige ogen’, barstte luipaard uit ‘en dat terwijl ik jou gezegd heb dat dat het enige is wat je nooit bij mij zou mogen doen!’ Tussen hyena en luipaard ontstond een flinke woordenwisseling. De ruzie wekte leeuw, die geïrriteerd opstond en woest brulde naar luipaard en hyena: ‘Jongens, het enige wat ik jullie ooit gevraagd heb, is geen lawaai te maken in dit huis! En nu maken jullie me wakker met je ruzie’.
Woest klauwde hij naar hyena en luipaard. Boos grauwden hyena en luipaard terug. Leeuw deinsde terug en stond zonder erg op het bladerdek van slang. Hevig gepikeerd ontwaakte slang en begon te schreeuwen: ‘Wie staat er op mijn prachtige vel, mijn huid is geruineerd!’ Van pure woede beet slang hyena, luipaard en leeuw, die direct dood neervielen. Leeuw viel op slang en zo kwam ook slang aan zijn einde.
En zo eindigde het samenleven wat ooit zo harmonieus begon.
Wilma van Esch is werkzaam bij het Expertisecentrum E.G.O. Nederland (Fontys PABO Eindhoven). Sinds augustus 2009 als projectleider. In het Expertisecentrum werkt ze nauw samen met het Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs in Leuven.
Reacties