Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Column: Een Antilliaanse les in aandachtig waarnemen

26 juli 2013

Hoe langer je meedraait in je vak, hoe vaker je patronen gaat herkennen. Zo weet tactdocent Roland Schut inmiddels negen van de tien keer wat voor schoolklimaat hij kan verwachten, als hij de schoolleider gezien heeft. Negen van de tien keer. Dus niet altijd. Tijdens een recent bezoek aan Sint Maarten ontdekte hij weer eens hoe belangrijk het is scherp en zuiver te blijven kijken.

In mijn jaren als begeleider van schoolteams is me iets gaan opvallen: de sfeer in een team en de houding van de schoolleider hangen nauw samen. Als ik een schoolleider ontmoet, weet ik meestal al wat voor school ik kan verwachten. Andersom geldt dat ook. En toch: soms gaan je eerste indrukken met je op de loop en leer je een belangrijke les over hoe je waarneemt en over je eigen vooroordelen.

Voor het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs nam ik deel aan de reis langs de EGO-scholen op St. Maarten. Veel eilandkinderen komen uit ingewikkelde thuissituaties. Er heerst veel sociaal-economische problematiek die ik herken van mijn tijd als leerkracht en schoolleider in Amsterdam-Osdorp. Mede daardoor hebben scholen het niet makkelijk en is er een groot verloop onder leerkrachten: of ze nou uit Suriname, van de Antillen of uit Nederland komen, de meesten blijven niet lang.

Op een ochtend bezochten we een schoolleider die zich begrijpelijkerwijs liet frustreren door die aanhoudende vacatures en de weinige zeggenschap die ze had over hoe haar team er volgend jaar weer uit zou zien. De zorg voor continuïteit en kwaliteit was voor haar zo zwaarwegend, dat het haar stemming grotendeels bepaalde. “Het gaat wel”, was haar antwoord op onze openingsvraag. En warempel, haar zorgen waren waar te nemen in iedere vezel van de school.

Later die dag kwamen we op een tweede school, waarvan ik de schoolleider al even ontmoet had. Het was een kleine, oudere dame met een iel stemmetje. Eerlijk is eerlijk: ik verwachtte niet al te veel van haar school. Maar meteen werd mijn eerste indruk gelogenstraft. Het was er anders – gezellig, prettig, stevig. In de lerarenkamer, waar we doorheen moesten op weg naar haar kantoortje, werd plezier gemaakt. Ik keek haar directiekamer rond. Er hingen spreuken en een kruisbeeld aan de muur. Er lag een opengeslagen bijbel. In een hoek was een klein altaartje. En ze had ons al gezegd: “Als ik weet dat er nieuwe leerkrachten komen, bid ik dat het goede mogen zijn.” Ik voelde mijn vooroordelen opnieuw opspelen.

Toen we in gesprek raakten, ontdekte ik dat dit een vrouw was, die haar keuzes heel duidelijk maakte: “Het belangrijkste is dat de kinderen het goed hebben”, stelde ze, “Dat is mijn opdracht aan mijn leerkrachten: zorg dat ze het naar hun zin hebben.” Die vrolijkheid straalde niet alleen zij, maar ook haar leerkrachten én de kinderen inderdaad uit. Maar had zij dan niet te maken met dat grote verloop? “Jawel,” antwoordde ze, “Maar daar houd ik me niet mee bezig. Ik gebruik mijn energie graag positief en richt me op de zaken waar ik invloed op heb.”

Opeens begon ik het te zien: haar gebed was een manier om de dingen op een juiste manier te benaderen. Ze bad dat ze goede mensen kreeg, en liet het dan los: met wie ze toebedeeld kreeg, ging ze aan de slag. Ze probeerde te zien wat iedere individuele leerkracht nodig had en stond diegene met daadkracht bij. Bidden als een vorm van aandacht geven. Zo had ik het nooit eerder bekeken.

 Roland Schut, docent Pedagogische Tact en Pedagogisch Leiderschap

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief