Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Column: 'De bijnaam die ze had - mevrouw Kruitvat - deed ze weer eens eer aan'

18 augustus 2014

'Daar plofte ze neer, op een stoel in mijn directeurskamer. Een moment eerder had ze mijn deur woest en dramatisch opengegooid. De bijnaam die ze in de lerarenkamer had, 'Mevrouw Kruitvat', deed ze weer eens eer aan. Nu was ze stil, Ayla uit groep zeven, maar haar gezicht stond op oorlog.' Roland Schut schreef i.s.m. Geert Bors een ervaring op uit zijn leven als schoolleider en docent.

Een aantal jaar eerder was ik als leerkracht op deze school begonnen. Een school met 240 leerlingen van 40 verschillende nationaliteiten. De wijk, Amsterdam Osdorp – zo’n beetje synoniem aan kansarm. Ieder kind een eigen verhaal. En achter bijna iedere voordeur een andere unieke mix van sociaal-economische problemen. Te midden van dit alles stond onze school, werkend volgens de principes van EGO, gericht op kinderen én hun ouders. We deden ons best om het een safe haven te laten zijn, een oase van rust. Inmiddels was ik er schoolleider en vanochtend leek mijn moment van rust wreed verstoord te worden.

Er was duidelijk iets heftigs gebeurd met Ayla. Ik weet niet waarom, maar ik koos ervoor niet te reageren en door te gaan met mijn administratieklusjes. Na een paar minuten bekoelde Aylas woede, om plaats te maken voor nieuwsgierigheid: “Hé, waarom doet hij nou niks?” Na vijf minuten stond ik op, liep naar de koffiekamer, haalde thee. Eén kop plantte ik voor haar neus en met de andere liep ik terug naar mijn plek. Ik zei niets en begon weer te typen.

Aan het begin van het schooljaar was Ayla nieuw op school gekomen. Van andere scholen waar ze eerder op had gezeten, wisten we al dat het een pittige dame was, die regelmatig ontplofte en af en toe letterlijk om zich heen kon slaan. Alle kinderen waren bang voor haar. Ondanks alles vond ze redelijk haar plek. Ze wilde vooral met rust gelaten worden.

Iedere ochtend stond ik op het schoolplein om de kinderen welkom te heten. Dan zag ik een andere Ayla: ze had een klein broertje die op de kleuterschool zat en met wie ze iedere dag op het plein verscheen. Meestal op de grens van net op tijd of net te laat. Het was vertederend te zien hoe Mevrouw Kruitvat met haar kleine broertje omging. Terwijl ze met regelmaat het middelpunt was van een knokpartij, liepen broer en zus iedere dag hand in hand naar school. Ik ontwikkelde een zwak voor Ayla. Niet alleen omdat ik haar andere kant zag, maar omdat we een gevoel voor humor deelde. Ik waardeerde haar directheid, haar puurheid. Niet altijd natuurlijk, maar er zat ook iets moois in de manier waarop haar emoties zo dicht aan de oppervlakte lagen.

Ik dronk mijn thee. Ayla nipte een paar keer aan haar kop. Nog altijd geen woord. Na een paar minuten kon ze de stilte niet meer verdragen en zei: “Ja nou, geef me maar straf, dan is dat ook weer gebeurd en kan ik terug naar de klas.” “En waarvoor zou jij straf moeten krijgen?”, vroeg ik. Ze vertelde dat ze haar gymspullen vergeten was en al te laat was en dat de meester haar erop aan gesproken had en dat zij daarop ontploft was en daarop naar de kamer van de directeur gestuurd was. Ik zei niks. Opeens zei Ayla: “En eigenlijk komt het alleen maar door mijn moeder.” Ik kende haar verhaal: haar vader zat in de gevangenis, thuis zat een jonge moeder met Ayla en het klein broertje. Wanneer moeder, zoals vaker, niet thuis kwam van een feestje, nam Ayla de zorg voor haar broertje op zich. Ook deze ochtend, zo bleek: Ayla was zelf wakker geworden, opgestaan, had haar broer een broodje gegeven en was – weliswaar te laat – naar school gegaan. “Ik wil niet meer thuis wonen!”, verzuchtte ze.

Het opmerkelijke aan wat zich voor mijn ogen afspeelde was niet zozeer dat Ayla te laat kwam, maar dát ze überhaupt kwam, tegen de klippen op, op eigen houtje, uit eigen wil. Ik besloot met haar mee naar huis te gaan. Daar volgde een gesprek met haar en haar moeder. Ayla liep de kamer uit, terwijl ik met haar moeder sprak. Bij het afscheid kwam ze terug, samen met haar broertje: “Meester, u bent een heel toffe meester.”

Roland Schut is docent in de NIVOZ-trajecten Pedagogische Tact en Pedagogisch Leiderschap. 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief