Buitensluiten? ‘Als jij daar gaat zitten dan verpest jij het hele groepje!’
29 augustus 2015
Wat doe je als leerkracht als je het gevoel hebt dat er een of meer kinderen buitengesloten worden? Lerares Cindy Verhoek maakte het mee in haar eerste week voor groep 8 na de vakantie. Ze is zo geraakt door de gebeurtenis, dat ze een meisje in de klas zelf even laat voelen wat het is om buitengesloten te worden... Oeps, dat was ook niet haar bedoeling en dus breekt ze het gesprek open: 'Eén situatie zorgt voor een scheurtje in mijn hart en dit heelt weer binnen een tijdje. Gebeurt het te vaak? Dan worden de scheurtjes groter en groter.'In de laatste week van de vakantie heb ik de kinderen allemaal per post een persoonlijk bericht verzonden in een notitieboekje, een persoonlijke start van het schooljaar. Met de nodige informatie van de vorige leerkracht start het schooljaar in groep 8. Ik heb begrepen dat de sfeer in de groep niet altijd prettig is en dat er regelmatig kinderen worden buitengesloten door een blik en/of opmerking. Alleen deze informatie al triggert me om met deze kinderen aan de slag te gaan.
Enthousiast komen ze het lokaal binnen en de eerste dag starten we met het opstellen van zowel klassikale als persoonlijke doelen. We maken de klassenregels en voeren persoonlijke gesprekken. De tweede dag staat er o.a. een lesactiviteit spelling op het programma, waarin we voor het eerst van plek wisselen om de diverse niveaus zoveel mogelijk te clusteren. De kinderen hebben inspraak en maken met elkaar groepjes. Tijdens het zoeken van een werkplek voor de les spelling zie ik twee aangeslagen gezichten van meiden in de groep. Ik besluit nog even niets te zeggen en wacht af hoe dit wordt vervolgd. Later zegt één van de meiden tegen de ander: ‘Als jij daar gaat zitten dan verpest jij het hele groepje!’ Waarop ik, omdat het zo raakt diep van binnen, helemaal niet pedagogisch antwoord: ‘Dat is goed geregeld, ga jij er dan maar zitten.’
De groep is inmiddels op de hoogte van de situatie en wacht gespannen af wat er gaat gebeuren. Ik besluit toch de les te starten en af te wachten of leerlingen met initiatieven komen. Minutenlang wordt er oogcontact gezocht en de blikken worden steeds milder. Ik besluit de les te stoppen en de groep te betrekken. Ik vertel dat buitensluiten mij zo’n pijn doet en dat ik daarom zo reageerde. Terwijl ik op dat moment dus ook iemand buitensluit. Ik vind het belangrijk dat iedereen erbij hoort en zich prettig voelt. Er komen diverse ideeën van de kinderen, één van de ideeën wordt uitgevoerd: het groepje kinderen van vier jongens verhuist naar het groepje met vier tafels en de vijf meiden mogen bij elkaar aan hun groepje zitten.
De les wordt vervolgd en tijdens het werken loop ik even naar de betrokken meiden toe, waarop één van beiden meteen begint te vertellen dat de opmerking lelijker leek dan dat ze bedoelde en ze haar excuus onder het werken had aangeboden. Ik vroeg de andere betrokken leerling hoe vervelend ze zo’n opmerking vindt. Oeps, moeilijke vraag. Ik herformuleer de vraag en vraag haar een cijfer te geven. Ze vertelt dat het één keer niet zo erg is, maar wel wanneer het heel vaak gebeurt.
Ik sluit het gesprek af met het feit dat dit ook zo is bij mij: één situatie zorgt voor een scheurtje in mijn hart en dit heelt weer binnen een tijdje. Gebeurt het te vaak? Dan worden de scheurtjes groter en groter. Ik bedank de klas voor hun ideeën en betrokkenheid en we vervolgen de les.
De kinderen hebben nu al een plaatsje in mijn hart, het wordt een mooi schooljaar!
Cindy Verhoek is leerkracht op OBS Kiezel en Kei in Bergambacht.
Reacties