Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Blog: de functie (of non-functie) van je vinger opsteken in de klas

21 september 2015

'Waarom leren wij onze kinderen om hun vinger op te steken als ze iets willen zeggen?' Christiaan van Os was eerst eigenlijk wel tevreden met zijn lessen. Hij stelde vragen, en leerlingen beantwoordden ze door hun hand op te steken. Maar hij merkte dat het niet klopt, dat het niet uitdaagt tot actief meedoen van de leerlingen. Daarom geldt bij hem vanaf nu de regel: het opsteken van je vinger is verboden. Hij deelt zijn gedachten en ervaringen over de nieuwe maatregel. 


Hand-opstekenHet is dinsdagochtend het tweede uur. De leerlingen van mijn 4 havo klas hebben thuis één van mijn YouTube video’s bestudeerd over vraag & aanbod en ik begin de les met het stellen van vragen over de stof, om er een gevoel bij te krijgen of ze het begrepen hebben.


Zoals gebruikelijk steekt een viertal leerlingen de hand fanatiek omhoog. Ik geef het woord aan Joost, die mij feilloos antwoord weet te geven op mijn vragen. Hij weet een glimp van trots maar moeilijk te verbergen, terwijl hij onderuit zakt op zijn stoel. Tegelijkertijd zie ik in mijn ooghoek dat Lisanne enigszins teleurgesteld kijkt, een blik die ik zelf interpreteer als: 'Ik wist het antwoord ook hoor meneer, ik wilde het graag zeggen!' Bij een volgende vraag geef ik daarom met een glimlach Lisanne de beurt en ook zij beantwoordt, met lichte trots, de vraag die ik op dat moment stel. Niets op aan te merken.


Op dat moment heb ik als docent gehoord wat ik wilde horen. Ik zie op de klok dat er alweer tien minuten verstreken zijn en aangezien er nog meer moet gebeuren besluit ik verder te gaan. Daarom sluit ik af met de volgende woorden: 'Zijn er nog vragen?', waarna geen reactie volgt. 'Begrijpt iedereen wat er zojuist gezegd is?' Her en der wordt ja geknikt en in sommige gevallen word ik passief aangestaard.


Herkenbaar? Voor mijzelf geldt in ieder geval dat een situatie als deze, in de eerste jaren van mijn carrière als docent, eerder regel dan uitzondering was. Was ik tevreden over het verloop van de les in bovenstaand voorbeeld? Met een aantal jaren extra ervaring kijk ik er in ieder geval heel anders naar dan toen op dat moment. Maar ook toen al voelde ik wel aan dat er iets knelde. Bewust of onbewust wist ik wel dat lang niet elke leerling had nagedacht over mijn vragen en ik zag toch ook zeker de leerlingen die ‘keken alsof ze water zagen branden’. Op dat moment wist ik echter niet hoe ik het anders moest doen en in sommige gevallen praatte ik het in mijn hoofd gewoon recht met gedachten als: 'Er is nu eenmaal niet meer tijd om mezelf ervan te vergewissen dat álle leerlingen het snappen, de klas is immers zo vol met dertig leerlingen en daarnaast hebben leerlingen toch ook een eigen verantwoordelijkheid om mee te doen. Doen ze dat niet, dan hebben ze daar zelf voor gekozen.'


Wat had ik, met de kennis van nu, anders willen doen? Allereerst ga ik in bovenstaand voorbeeld op vingers af. Geen vinger opsteken betekent voor de leerling dus ook dat hij geen moeite hoeft te doen of het risico hoeft te lopen dat hij publiekelijk een fout antwoord geeft. Ik geef op deze wijze dus toestemming aan leerlingen om zich te onttrekken aan de onderwijssituatie! Dit onttrekken gebeurt niet per se omdat een leerling niet mee wil doen, maar veelal omdat een leerling bang is om fouten te maken in het bijzijn van een groep andere leerlingen. Het resultaat is dat er door deze leerlingen weinig tot niets geleerd wordt op dat moment. Als je toch niet aan het woord komt, hoef je immers ook niet na te denken.  De enige leerling die wel zijn hand op zal steken is de ‘sterke’ leerling omdat deze maar wat graag wil laten zien dat hij het antwoord weet.


nadenkenDaarnaast heb ik nu natuurlijk geen enkel idee hoe het met de kennis over de stof zit van de overige leerlingen. En een algemene vraag als 'Zijn er nog vragen?' zal weinig leerlingen motiveren om aan te geven dat zij iets niet begrijpen. Daar krijg ik pas feedback over op het moment dat het al te laat is: na de toets.


Het aller- aller- allerbelangrijkste aspect van deze situatie is echter het feit dat ik een klassiek staaltje externe attributie laat zien; de oorzaak van het feit dat het rendement van dit deel van deze les waarschijnlijk niet bijzonder hoog was zocht ik lekker buiten mezelf. En dat lost natuurlijk niets op. Die klas wordt niet kleiner en de leerlingen veranderen hun gedrag niet zomaar.


Gelukkig kan het ook anders. Binnen mijn eigen invloedssfeer.


Geïnspireerd door de prachtige documentaire The classroom experiment heb ik een belangrijke verandering doorgevoerd in mijn lessen:


Het opsteken van je vinger is verboden, tenzij je een vraag hebt.


Wanneer ik een vraag stel, kies ik na enige bedenktijd zelf een leerling uit om de vraag te beantwoorden. Elke leerling voelt op deze manier de ‘druk’ om na te denken over de vraag en de kans is dan groter dat ze daadwerkelijk gaan nadenken over de stof. En dat wil je als docent natuurlijk zien gebeuren. Om ervoor te zorgen dat de leerling echt willekeurig wordt uitgekozen, gebruik ik een random name selector die ik met de beamer projecteer. Dit geeft meteen een ‘show-elementje’ en dat wordt door mijn leerlingen zeer positief gewaardeerd.


Lees verder.


Christiaan van Os geeft met ontzettend veel passie en plezier les als docent economie / M&O op het Mendelcollege te Haarlem. Op zijn website schrijft hij blogs en geeft hij online trainingen aan collega’s, om ze te inspireren (nog meer) de docent te worden die ze graag willen zijn.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief