'Blijven nadenken over een toekomst die al bestaat, is een alibi om de wereld die je aantreft niet te hoeven onderkennen'
3 september 2013
Schoolleider Jan Fasen las een transcript van een discussie over 'de iPadscholen' die SimonVerwer op zijn blog had gezet. Daarin stelde hij aan het einde de vraag: ‘Wat kan ik van dit debat tussen Maurice de Hond (o4nt) en SP-er Jasper van Dijk over de (on)zin van iPadscholen leer is...’ Fasen - verbonden aan het Connect College in Echt - komt met zijn antwoord. 'Ik wil het liever hebben over wat kinderen met die apparaten doen in het volle licht van hun eigen ontwikkeling en die van de samenleving. Volwassenen typeren die samenleving steeds als iets wat nog moet komen, als 21e eeuws vergezicht. Maar die 21e eeuwse samenleving is er al.' Zijn blog: 'Blijven nadenken over een toekomst die al bestaat is een alibi om de wereld die je aantreft niet te hoeven onderkennen.'Wat ik van deze iPad-discussie bij Knevel & Van de Brink leer is...
… dat het een boeiende discussie is, waarin ik een beetje de scherpte mis in waar het wat mij betreft over zou mogen gaan.
Het is een discussie die op het eerste oog over de opvoeding van kinderen lijkt te gaan, maar de discussie gaat niet over kinderen, ze gaat vooral over dingen, over technische apparaten, en wat die apparaten met kinderen doen. Het is niet verkeerd om daar met elkaar over te spreken. Maar ik wil het liever hebben over wat kinderen met die apparaten doen in het volle licht van hun eigen ontwikkeling en die van de samenleving. Volwassenen typeren die samenleving steeds als iets wat nog moet komen, als 21e eeuws vergezicht. Maar die 21e eeuwse samenleving is er al. Onze leerlingen zijn die samenleving.
Laten we rondkijken in onze eigen scholen. Daar zien we de 21eeeuwse wereld zoals die betekenis en inhoud krijgt, die hoeft niet meer gemaakt te worden. We maken er zelf iedere dag deel van uit. Door steeds te zeggen dat we onze leerlingen moeten opleiden voor de 21e eeuw lijkt het alsof we die deelname en aanwezigheid ontkennen en miskennen. We vermoeien ons met na te denken over hoe we onze kinderen voorbereiden op de (afschuwelijke term) 21st century skills. Onze leerlingen leven deze al voor ons voor door de manier waarop ze invulling geven aan en denken over belangrijke waarden, hoe ze betekenisvolle sociale verbanden realiseren, hoe ze onze 20e eeuwse fabels en luchtkastelen over de ideale samenleving moeiteloos omver blazen en hoe ze vrijelijk alles wat los en vast zit met elkaar communiceren en delen op een manier waarop wij in het onderwijs geen adequaat antwoord hebben.
Blijven nadenken over een toekomst die al bestaat is een alibi om de wereld die je aantreft niet te hoeven onderkennen. Is het niet juist aan ons om die wereld te begrijpen en te aanvaarden? En om onze leerlingen in die wereld met wijsheid en tact tegemoet te treden? En moeten we ons daarbij niet voortdurend laten inspireren door de tijdloze en universele inzichten van wijsgeren door de eeuwen heen over opvoeding en ontwikkeling van kinderen? Maar ook door volop gebruik te maken van alle hulpmiddelen en bronnen die de moderne tijd ons ter beschikking stelt? Door structuur en vrijheid met elkaar in balans te brengen, zodat de twee principes van Hanna Ahrendt, nataliteit en pluraliteit, ruim baan kunnen krijgen voor onze leerlingen? http://bit.ly/11VCXFk
De centrale vraag is dan of de manier waarop we nu ons onderwijs in Nederland organiseren volop ruimte geeft aan deze nataliteit en pluraliteit voor de leerlingen die nu op onze scholen zitten?
Het antwoord op die vraag is voor ons ontkennend en de belangrijkste reden om AGORA http://bit.ly/11ykIsR te starten. Ik schreef er vorige week een blog over.
Geen school, maar een plein waar de nieuwsgierigheid van kinderen uitgangspunt is. Gevoed door ervaringen en vragen uit de wereld waarin ze dagelijks leven. Die ervaringen en vragen zijn net zo divers als dat er mensen zijn. ‘100 kinderen, 100 leerroutes’. Persoonlijk leren, maar niet in je eentje, altijd en zoveel mogelijk te midden van en met anderen. Op het plein is iedereen welkom, zolang je bijdraagt aan de (sociale) ontwikkeling van kinderen en het voeden van hun nieuwsgierigheid. De didactische structuur zorgt ervoor dat leerlingen binnen heldere kaders en afspraken de vrijheid krijgen die ze op dat moment aankunnen. En de leraar is er belangrijker dan ooit. Hij is niet alleen coach, maar ook wijsgeer, onderwijzer, kennisoverdrager, uitdager, maatje, begrenzer, leider, volger en vooral moedig om vertrouwen te hebben in zichzelf en in kinderen. Niks ‘nieuwe leren’. Gewoon ‘leren’ dat de moderne ontwikkeling van kinderen faciliteert. “School’ wordt nu vooral gebruikt als een zelfstandig naamwoord. De verbeelding van nu hoe onderwijs er al vele decennia uit ziet en niet anders. De betekenis van school zoals Ahrendt die aanhaalt komt tot uitdrukking op AGORA. In alle rust en bevrijdt van strakke systeemkaders kinderen de ruimte geven om te leren.
In de AGORA visietekst bij de blog komt het woord ICT of iPad niet voor. Dat is niet omdat we het niet belangrijk vinden, maar omdat we het vanzelfsprekend vinden dat ICT en iPad er zijn. Omdat het een niet meer weg te denken gegeven is in het leven en de ontwikkeling van kinderen in de huidige tijd. Daarmee is het een nutsvoorziening geworden. We voeren toch ook geen tv debatten over voordelen van elektriciteit in scholen.
Achter de iPad scholen van Maurice de Hond gaat een gedegen visie schuil die veel verder en dieper gaat en waar de huidige discussie jammerlijk geen recht aan doen. Misschien heeft hij dat een beetje over zichzelf afgeroepen door scholen te noemen naar dingen. Dingen waar we geanimeerde en vrijblijvende gesprekken over kunnen voeren, maar zelden tot iets leiden.
Reacties