Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Betekenisgeving onderwijsavond Jelle Jolles: 'Wat kan je als docent met kennis van het brein?'

20 juli 2015

Bas Huijbers bezocht in 2013 de onderwijsavond met Jolle Jolles  in Driebergen. Als docent maatschappijleer op het IJburg College stelde hij zichzelf de vraag 'Wat kan ik als leraar met kennis van het brein?' Een blog over betekenisgeving en de consequenties voor het handelen.

Jelle Jolles heeft in 2011 een boek uitgegeven met de titel 'Ellis en het verbreinen'. Hierin geeft hij vanuit de invalshoek 'brein en leren' zijn visie op onderwijs en opvoeding. Het boek is interessant en leest lekker weg. Bijkomend maakt de auteur een originele koppeling met het verhaal Alice in Wonderland. Als docent lees ik het boek met in het achterhoofd de dagelijkse praktijk van het onderwijs en wat deze nieuwe kennis eventueel voor inzichten oplevert. Het enige bruikbare idee dat ik uit 'Ellis en het verbreinen' voor het onderwijs heb gehaald, is dat een rijke omgeving een positieve invloed heeft op het onderwijs.
Je begrijpt, denk ik al, dat ik met een lichte vooropgezette mening naar deze onderwijsavond  toe ben gegaan. Jelle Jolles had zijn seminar goed voorbereid en overlaadde de volle zaal in Driebergen met een bak aan informatie en slides. Hij is een goede spreker en beantwoordde de vragen uit de zaal kort en krachtig. Onderwerpen als

(I) ouders en leerkrachten zijn de stuurders,

(II) genen zijn aanwezig en

(III) er zijn grote individuele verschillen tussen kinderen passeren de revue. Het was een goede seminar al was het wel een beetje braaf. 


Als docent zat ik daar met in het achterhoofd de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Ik ging tevreden met een aantal nieuwe inzichten naar huis. De belangrijkste voor mij vat ik hieronder samen en ga ik proberen te integreren in mijn onderwijs.


1. Er bestaan grote individuele verschillen tussen mijn leerlingen, én leerlingen zijn niet zoals in het huidige onderwijsparadigma het gemiddelde van de verschillen. Je hebt trage en snel groeiende leerlingen en eigenlijk zou je het onderwijs daarop aan moeten passen. Hoe weet ik nog niet, maar wellicht is de sleutel het aanpassen van het onderwijs aan de fase van de leerling.


2. We weten allemaal dat de hersenen van jongens groter zijn dan die van meisjes. Ha, ha, er zit namelijk meer water in de hersenen van jongens.  Het gevolg hiervan is dat de hersenen van jongens anders ontwikkelen dan die van meisjes. De gevolgen hiervan voor mijn onderwijs zijn voor mij nog niet duidelijk.


3. Het is belangrijk voor leerlingen om veel verschillende ervaringen op te doen waardoor er meer structuren in hun brein ontstaan. Een positief voorbeeld hiervan is het bezoeken van een museum. Al vinden de leerlingen dat op het moment niet erg leuk, je legt dan een structuur aan waardoor ze later hún kinderen weer gaan pesten met een museumbezoek.


Een negatief voorbeeld hiervan is als een leerling dyslectisch is en de omgeving zich daarop aanpast. Deze leerling oefent veel minder met taal en doet geen ervaringen meer op. De leerling ontwikkelt niet meer op het gebied van taal en blijft dus zeker dyslectisch. 


Jelle Jolles sluit de seminar af met een mooie positivistisch metafoor voor het onderwijs.

4. De omgeving heeft invloed op de ontwikkeling van mijn leerlingen, waar ik als docent er één van ben. Heeft een leerling bijvoorbeeld veel stress, dan staat het stoplicht van de ontwikkeling tijdelijk op oranje of zelfs op rood en loopt de leerling vertraging op. Later gaat het stoplicht weer op groen en ontwikkelt de leerling zich weer verder. Dit betekent dat leerlingen waarbij bijna alles op groen staat verder zijn, maar dat leerlingen met veel rood er alsnog en later bij kunnen komen. Als docent is het dus de taak om op die momenten weer in te springen.


Bas Huijbers

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief