‘Bestaat Sinterklaas wel?’ ‘Wat denk je zelf?’
12 november 2016
Het is juni en het is warm. In groep 4 is het onderwerp van gesprek desondanks Sinterklaas, en of hij wel of niet bestaat. De meningen zijn verdeeld, en dat maakt dat de dochter van Lianne de Ree in verwarring thuis komt. Bestaat hij nu wel of niet? Lianne wordt overvallen door die directe vraag en weet aanvankelijk niet goed hoe te reageren. Gaat ze de waarheid vertellen, of wacht ze nog even?
Met rode koontjes en een verwilderde blik komt ze thuis van school. ‘Mam, zeg me nu de waarheid want iedereen zegt wat anders. Rens zegt dat het niet waar is, Anne zegt van wel. En Fenna zegt dat ‘ie alleen voor de kleine kindjes komt. Bestaat hij nu wel of niet?’
Ik moet even schakelen voordat ik doorheb dat het onderwerp van dit Bernini Mysterie op de eerste warme dag in juni de Goedheiligman is. Blijkbaar vinden de kinderen van groep 4 deze mooie zomerdag de perfecte dag om het Sinterklaasvraagstuk eens goed aan te pakken. Met een patstelling als resultaat.
Dochterlief kijkt me verwachtingsvol aan. Tegen zo’n directe vraag kan ik niet op. Om tijd te winnen vraag ik lafjes: ‘Wat denk je zelf?’
‘Ik denk niet dat hij bestaat, de zwarte pieten lijken geschminkt en Sinterklaas ziet er altijd weer anders uit maar ik weet het eigenlijk niet. Jij weet het toch wel? En anders googelen we het even of zo, maar ik móet het gewoon weten.
Een onrustige storm aan woorden.
‘Hij bestaat inderdaad niet’ zeg ik voorzichtig. ‘Papa en ik kopen jullie cadeaus.’ En dan toch: schrik in haar ogen en iets van kwaadheid trekt over haar gezicht. ‘Waarom liegt iedereen er dan over, waarom zeggen jullie dan dat hij bestaat?’ Ik ben van mijn stuk gebracht door haar heftigheid en voel me onvoorbereid door de abruptheid van het naderende einde van de gulle wit-bebaarde bejaarde. Het boegbeeld van de gezellige decemberkneuterigheid in één keer verbrijzeld. Dat is toch even schrikken.
Ik stamel: ‘Het is een sprookje. Volwassenen vertellen aan kinderen het sprookje van Sinterklaas. En als de kindjes groter worden mogen ze het geheim weten. Het geheim dat hij niet echt bestaat en dat de papa’s en mama’s de cadeautjes kopen. Maar je krijgt nog steeds cadeautjes in december. Je mag het alleen niet tegen je broertje zeggen en ook niet tegen de andere kindjes die nog wel in Sinterklaas geloven.’
‘Ik moet dus liegen?’ vraagt ze verward. ‘Je hoeft niet echt te liegen, maar je mag het geheimpje niet verklappen. Het sprookje moet nog even bestaan voor de jongere kindjes, maar jij hoort nu bij de grote kindjes.’ Een halfslachtige poging om nog iets bijzonders van deze onthutsende onthulling te maken. Een mislukte poging, aan het geschokte gezicht van dochterlief te zien. En dan ineens, na jarenlang gehouden te hebben van het oer-Hollandse feest, vind ik het maar een belachelijke traditie. Het stomme gelieg.
Ouderwetse liedjes. Stomme hipster met z’n lange baard. Rare mijter.
Nadat dochterlief een middag gedesillusioneerd op de bank heeft gezeten- compleet in Sinterklaasshock en zichzelf troostend wiegend terwijl ze ‘hoor wie klopt daar kinderen’ neuriet, of maak ik het drama nu te groot? – komt ze met haar eigen oplossing: ‘Ik bedacht me ineens, ik vergeet altijd heel veel dingen. Het is nog maar juni dus misschien ben ik in december wel vergeten dat hij eigenlijk niet bestaat. Mijn hersens zitten soms zo vol’.
Een paar weken later zitten mijn bloedjes samen braaf te bladeren in de schreeuwerige reclamefolder van een speelgoedwinkel. Dochterlief vindt iets van haar gading en zegt overdreven articulerend tegen haar broertje: ‘Kijk, dat is leuk, zal ik dat aan Sinterklaas vragen straks?’ Dan fluisterend terwijl ze mij vragend aankijkt: ‘Deed ik het zo goed?’
De hersens zitten nog niet vol.
Lianne de Ree is docente Engels op het Connect College in Echt en heeft een tekstbureau genaamd Firewords Tekst & Taal.
Reacties