Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Als je leerlingen echt gelijk wilt behandelen, behandel ze dan zo verschillend mogelijk'

16 mei 2017

De lof der zotheid: de zotten (de onderdanen) hebben de wijsheid in pacht, de wijzen (de machthebbers) doen met de dag zotter. Dat is wat er gebeurt in het Nederlandse onderwijs, als je het Ivo Mijland vraagt. Tijd voor een wake-up call? Mijland zet zestien zotte dingen uit het onderwijs op een rij.

Tijdens een van mijn avondwandelingen kwam een nogal vreemde vraag in mij op. De vraag luidde: ‘Welke van onderstaande opdrachten is het makkelijkst uit te voeren?’

A. Zoek tien juffen/meesters die de CITO-toets voor kleuters belachelijk vinden maar hem toch afnemen


B Zoek tien juffen/meesters die de CITO-toets voor kleuters een uitstekende zaak vinden en hem dus afnemen.


Het is zot, maar ik denk dat bijna elke lezer voelt dat het antwoord gek genoeg A is. Ik moest direct na dit wandelvraagstuk denken aan ‘De Lof der zotheid’ van Erasmus, een boek uit 1511 dat gezien wordt als het begin van de hervorming van de katholieke kerk; de reformatie. In dat boek is op kerkelijk niveau de paradox uitgewerkt, die het Nederlandse onderwijs momenteel in een wurggreep houdt. Het boek in Jip-en-Janneke-taal: de zotten (de onderdanen) hebben de wijsheid in pacht, de wijzen (de machthebbers) doen met de dag zotter. Dat is wat er gebeurt in het Nederlandse onderwijs. De uitvoerenden houden al besturend een model in stand, waarvan leerlingen, ouders en leraren al jarenlang aanvoelen dat het niet goed functioneert.

Tijd voor een wake-up call? In het verlengde van de reformatie, wordt het volgens mij hoog tijd om Lutheriaans een serie stellingen op de deuren van OC&W te spijkeren, waarin duidelijk gemaakt wordt dat het huidige onderwijs een revolte nodig heeft, omdat de wijzen van OC&W nogal veel zotte dingen laten gebeuren.

  1. De aandacht gaat op school naar je zwakste leergebieden. Deze trachten we te repareren waardoor er minder tijd over blijft voor je krachtige leergebieden. Als je op vwo wilt blijven, dan is het handig dat je voor je slechtste vak in ieder geval een zes hebt. Als dat niet lukt, ga je voor je slechtste vak naar bijles. Om het gat te dichten. Ben je dyslectisch? Dan gaat de aandacht naar de RT-les. De tijd voor de vakken die je leuk vindt, neemt af.

  2. Als het met een leerling of een klas niet lukt, krijgen de kinderen de schuld. De mislukking ligt niet aan het onderwijssysteem, maar aan de kinderen.

  3. Niet de behoefte van het kind staat centraal, de behoefte van het ministerie is de norm.

  4. Kinderen die buiten de boot vallen, krijgen de boodschap dat ze niet normaal zijn. Daarmee wordt gezegd dat succes voortkomt uit je eigen keuzes en niet uit de keuzes van het systeem.



  5. De school heeft er baat bij om 'succesvolle' kinderen te prijzen en 'mislukte' kinderen af te prijzen. De overheid betaalt je immers uit op basis van 'succes'. 

  6. Er is nog steeds de bizarre overtuiging dat onderwijs in eerste plaats gaat over kennisoverdracht, terwijl kennisoverdracht zonder werkelijk intermenselijk contact helemaal niet kan.



  7. Er is een arrogante basiscultuur dat volwassenen weten wat goed is voor kinderen. Dat terwijl kinderen vanuit eigen autonomie heel goed in staat zijn om mee te denken over onderwijs.

  8. De gedachte dat normaal bestaat en abnormaal dus ook, is de basis voor veel onrecht in de klas. De kinderen die zich niet normaal voelen gaan op zoek naar verbinding en krijgen dan als 'zie-je-wel' reactie dat die roep om aandacht niet normaal is.

  9. In de media wordt volop gescoord met berichtgeving over de mislukking van Passend Onderwijs. De normale kinderen krijgen minder aandacht, door de aandacht die de niet normale kinderen van de leraren vragen. Hoewel deze gedachtegang logisch lijkt, is het de kern van het probleem. Normaliteit bestaat niet. Mensen zijn verschillend en als we het verschil willen maken, moeten we het verschil omarmen in plaats van problematiseren.

  10. Je krijgt als school en als ouders geld als je kunt bewijzen dat je kind iets mankeert. Afwijkingen zijn geld waard.



  11. Er zijn al dertig jaar onderwijsvernieuwingen bezig, waarbij inmiddels duidelijk wordt dat de vernieuwingen schijnbewegingen blijken om het oude systeem in stand te houden.

  12. Het onderwijs streeft naar perfectie en vraagt van de kinderen om aan die norm te voldoen.
    Daardoor worden kinderen speelbal van het systeem. Ze worden gescreend op cijfers, diploma's, prestaties, maar we zijn vergeten wat we eigenlijk aan het meten zijn. We meten niet om te weten, maar omdat we moeten meten. Het kind krijgt niet meer de kans om aan te geven wat het eigenlijk zelf wil.

  13. We hebben een wereld gecreëerd waarin de vraag centraal staat, waarop we zelf de antwoorden al weten. We kijken daardoor niet meer naar de vraag én niet meer naar de antwoorden. Het is een fabrieksproces van vraag en antwoord geworden. Daardoor gaat veel creatief denken verloren.



  14. Ik weet dat veel mensen het eens zijn met de bovenstaande punten. Er is door het systeem echter een modus ontstaan waarin het gevaarlijk is om kritisch te zijn. Kritische mensen zijn moeilijke mensen en moeilijke mensen probeert het systeem uit te zetten. De risico's zijn daardoor groot. Moeilijke leraren raken burn-out of worden aan de kant geschoven op basis van bedenkelijke dossiervorming. Moeilijke kinderen komen thuis te zitten. In plaats van eens heel goed naar de thuiszitter te luisteren, zegt het systeem dat het de schuld is van de thuiszitter dat hij thuiszitter is. Hij heeft immers niet voldoende zijn best gedaan om zich aan te passen.

  15. Om bovenstaande elementen in stand te houden, hebben we de vergaderziekte toegelaten in scholen. Er wordt heel veel vergaderd, om bovenstaande logisch te laten lijken. De vergaderingen gaan niet meer over de belangen van de kinderen, maar steeds meer over de instandhouding van een neoliberaal systeem. 

  16. Leraren leerden in hun opleiding heel veel over vakinhoud en didactiek. Dat terwijl onderwijs alleen kan, als je verbinding kan maken met een kind. Om dat goed te kunnen, is het van groot belang dat je in de lerarenopleiding ruimte krijgt om jezelf te leren kennen. Waarom doe ik wat ik doe? Wat zijn mijn valkuilen in relatie tot anderen?


Wat dan wel?

  1. Geef leraren weer ruimte voor datgene waardoor ze kozen voor het onderwijs: werken met leergierige jonge mensen. Gun ze de tijd om te investeren in de relatie.

  2. Geef ze ruimte om hun eigen methodieken te ontwikkelen. Geef ruimte om ze te laten zorgen dat kinderen ervaren dat leren een van de tofste activiteiten is om tijd in te investeren.

  3. En vooral: kijk naar het kind dat naar school komt om te leren en wees nieuwsgierig naar wat het kind daarin zoal nodig zal hebben.


Geef zotheid (gewoon doen wat goed voelt) weer alle lof en laat weer ruimte aan alle wijsheid die in elke school in Nederland ruimschoots aanwezig is. Het wordt hoog tijd dat wij wijzer wakker worden en als zotten in opstand komen tegen de wijzen van OC&W.

Ivo Mijland (1969) schreef 20 onderwijsboeken. Onder andere schreef hij een positief manifest (‘Ik ben toch te gek!’, Uitgeverij Quirijn) waarin hij oproept op een kindvriendelijke manier iets moois te maken van Passend Onderwijs.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief