‘Als het met de kinderen niet goed gaat, kijk dan hoe het met de ouders gaat ‘
14 april 2016
Het is een worsteling die veel vaders of moeders zullen herkennen: je hebt net een prachtig kind gekregen, en dan breekt de tijd aan dat je weer aan het werk gaat. Dat je kind misschien wel naar een opvang moet dus ook. Het schuldgevoel dat aan je knaagt bij het wegbrengen, maar ook het fijne gevoel om weer deel uit te maken van de maatschappij en om na een lange werkdag je kind weer in de armen te kunnen sluiten. Het inspireerde Heleen Iordens, ooit leerkracht en nu ook moeder, tot deze bespiegeling.Al op jonge leeftijd riep ik dat ik moeder wilde worden. Een moeder die haar kinderen niet naar de crèche zou brengen maar zelf zou opvoeden. Immers, ik zet geen kinderen op de wereld om ze vervolgens het merendeel van de tijd door anderen te laten opvoeden.
Met de komst van mijn oudste dochter wist ik van gekkigheid niet wat me overkwam. Als eerste moeder in mijn hele vriendenclub was het een vrij eenzaam proces. De levensgevaarlijke combinatie van slaapdeprivatie,een herstellend lijf na een zware bevalling en een baby die ongelooflijk lang, hard en intens kon huilen, heeft mij meerdere malen met een radeloos gevoel alleen om me heen doen kijken, terwijl de rest van de wereld gewoon doordraaide. Dit was zo anders dan hoe ik me het moederschap had voorgesteld. Mijn roze wolk was er een met grijze randjes. Na vier maanden verlof bracht ik onze dochter met een bezwaard hart naar haar crèche. Hoe kon ik?!
Met tegenzin begon ik aan mijn eerste werkdag als moeder. Ik vond het spannend en voelde me schuldig dat ik de zorg voor ons kind toch aan relatieve onbekenden overliet. Mensen die helemaal nog niet wisten wat elke huil betekende. Maar nog erger vond ik het dat ik mijn kind niet kon uitleggen dat ik haar pas aan het einde van de dag zou ophalen. Dat ik haar niet in de steek zou laten, dat ik terug zou komen.
Na die eerste werkdag had ik enorm veel energie. Ik maakte weer deel uit van de maatschappij en mijn wereld was weer groter dan poepluiers, voeden, slapen en meebewegen in het ritme van mijn worm.
De grootste winst echter zat in het feit dat ik me zo verheugde om mijn kind weer in de armen te sluiten. Intens tevreden reden we na die eerste werkdag samen naar huis. Wat fijn dat ik drie dagen zou werken: drie dagen voor mezelf en daarna de andere vier dagen voor mijn dochter en ons gezin!
En toen kwam dochter nummer twee.
Alles was anders. Ik hoefde het niet meer allemaal vanaf het begin uit te vinden; de weg was gebaand. Ik voelde me sterk en kon meer overleggen met een aantal vriendinnen die inmiddels ook moeder waren. Het was allemaal iets natuurlijker, iets meer de moeder zoals ik me die ooit had voorgesteld te zijn. Het voelde fijn om te weten hoe mijn ritme er na het verlof weer uit zou zien. Ik wist wat ik kon verwachten. Deze keer kon ik met recht spreken van een roze wolk.
Inmiddels zijn ze bijna twee en drie en een half, zijn we verhuisd en heb ik een nieuwe baan. Het heeft ervoor gezorgd dat wensen en behoeften weer zijn verschoven.
Ik heb zo'n ontzettend leuke baan dat ik wel vijf dagen per week zou kunnen werken. Maar als ik die optie serieus overweeg, word ik helemaal ellendig van het feit dat ik dan zo weinig tijd met/voor mijn kinderen heb.
Het is dubbel..
Als ik één van mijn twee dagen thuis ben met ze, dan wil ik er graag op uit. Picknicken op de hei, de nieuwe speeltuin bekijken, hutten bouwen in de tuin, wandelen door het bos, boodschappen doen enz.
Ik ervaar echter al enkele dagen weerstand tegen mijn plannen: een krijsende peuter in de supermarkt, een jengelende bijna-kleuter die ineens weer in bed gaat plassen en haar lievelingsboekjes verscheurt, een peuter die een idee in haar hoofd heeft en het koste wat kost op die manier wil uitvoeren, hetgeen voor regelmatige driftbuien zorgt. Tot slot zijn er veel ruzies en irritaties onderling.
Het zorgt ervoor dat mijn lontje inmiddels kort is geworden en mijn engelengeduld van weleer vaak ver te zoeken is. De afgelopen tijd verheugde ik me tijdens mijn thuisdagen enorm op mijn werkdagen. Tijd waarop ik gewoon in een kroegje met een kop koffie bezig kan zijn met mijn werk.
Maar als de dag aanbreekt dat ik ze bij de crèche aflever, komt mijn aloude geweten genadeloos aan me knagen. Ik zie mijn twee dappere meisjes en hun ongeduldige moeder en voel me schuldig. Schuldig omdat ik, met al mijn opleidingen en kennis, er alsnog niet in slaag mijn kinderen schadevrij door hun prille jeugd heen te loodsen.
Eenmaal boven mijn warme cappuccino, realiseer ik me dat ik als leerkracht altijd zei: ‘Als het met de kinderen niet goed gaat, kijk dan hoe het met de ouders gaat.’
Laat ik deze wetmatigheid nu eens over mezelf heen leggen. Wat weerspiegelen mijn twee uiterst gevoelige dochters.....?
Wordt vervolgd....
Heleen Iordens is trainer, deugden-yogadocent, kindercoach en moeder. Daarvoor werkte ze als leerkracht, en voor haar blogs put ze uit die jarenlange onderwijservaring.
Reacties