Max en Fleur spreken vrijuit over DOK12
20 juni 2012
Guido Crolla ging op pad en haalde leerlingen van DOK12 in Amersfoort voor de camera. Max en Fleur komen aan het woord en delen hun inzichten....
Lees meer20 juni 2012
Guido Crolla ging op pad en haalde leerlingen van DOK12 in Amersfoort voor de camera. Max en Fleur komen aan het woord en delen hun inzichten....
Lees meer
In deze eerste van twee afleveringen over spelen in de professionele ruimte neemt Jan Jaap Hubeek je mee op een fascinerende reis langs denkers en doeners die laten zien waarom spel zo fundamenteel is voor de ontwikkeling van kinderen.
We beginnen bij het concept van de professionele ruimte – die vrijheid die jij als pedagoog hebt en móet pakken om je werk betekenisvol in te richten. Theoloog Cok Bakker laat zien hoe onze interpretatie als professional vaak onzichtbaar maar altijd voelbaar is. Filosofe Hannah Arendt introduceert de 'tussenruimte': de school als beschermde plek tussen gezin en maatschappij, waar kinderen kunnen experimenteren zonder directe druk.
Vervolgens duiken we de geschiedenis in. In 1938, terwijl Europa op de rand van oorlog staat, schrijft Johan Huizinga zijn meesterwerk 'Homo Ludens'. Zijn boodschap is krachtig: cultuur ontstaat niet úít spel, maar ín en áls spel. Als we het spelelement verliezen, verliezen we onze menselijkheid.
Evolutiepsycholoog Peter Gray levert 75 jaar later het wetenschappelijke bewijs. Zijn jarenlange onderzoek toont aan: vrij spel is essentieel voor echte ontwikkeling. Rob Martens, hoogleraar onderwijswetenschappen, verbindt dit met de onderwijspraktijk en stelt de cruciale vraag: waarom hebben we een systeem ontwikkeld dat de natuurlijke speeldrang van kinderen onderdrukt?
Ten slotte vertaalt Maria Montessori deze inzichten naar concrete pedagogiek met haar 'voorbereide omgeving' en vier vrijheden: keuzevrijheid, tempovrijheid, bewegingsvrijheid en niveauvrijheid.
De rode draad? Hoe creëren we als professionals een ruimte waarin spel en leren weer samenvloeien?
In de volgende aflevering bezoekt Jan Jaap de Montessorischolen van Stichting Monton en gaat hij in gesprek met bestuurder Jeroen Gommers, schoolleiders en leerkrachten over hoe zij deze ideeën in de dagelijkse praktijk brengen.
Hoeveel ruimte maak jij eigenlijk voor het spel?
Van theorie naar praktijk: hoe maak je ruimte voor spel in de klas?
Na de theoretische verkenning in deel 1 duikt Jan Jaap Hubeek in deze tweede aflevering de onderwijspraktijk in. Hij bezoekt de twaalf Montessorischolen van Stichting Monton in midden-Nederland en spreekt met professionals die dagelijks worstelen met de vraag: hoe geef je kinderen vrijheid én structuur?
"Waar ik dus de hele dag mee struggle is die vrijheid en verbondenheid," vertelt een leerkracht eerlijk. "Je geeft vrijheid, maar je bent het ook constant aan het begeleiden." Het is de kern van het pedagogisch handelen in Montessorionderwijs – en misschien wel in elk onderwijs dat spel serieus neemt.
Bestuurder Jeroen Gommers legt uit waarom Monton bewust kiest voor meer speelruimte, ondanks de druk van meetbare resultaten: "Spel is misschien wel de meest onderwaardeerde werkvorm die we in het onderwijs hebben." Maar die keuze is spannend. Want uiteindelijk word je als bestuurder niet afgerekend op de brede vorming van kinderen, maar op toetsscores.
Schoolleiders Dorien König en Lenny van Pouderoijen beschrijven hoe cruciaal observatie is, hoe je als professional curriculumbewust moet zijn, en waarom fouten maken eigenlijk een geschenk is – al is dat niet makkelijk.
Anne Bakker brengt de dimensie van pedagogisch bewegen in: "Het gedrag van potentie. Het kan iets worden. En hoe meer we dat koppelen aan wat het moet worden, hoe meer het zijn potentie verliest."
Deze aflevering laat zien dat spel in het onderwijs geen vrijblijvend idealisme is, maar vakmanschap vraagt. Kennis van leerlijnen. Vermogen tot observeren. Moed om los te laten. En het geduld om, zoals Jeroen Gommers het noemt, "ongemak te dragen."
Van cheerleader tot kritische spiegel, van facilitator tot achtervang – de professionals bij Monton laten zien wat het betekent om die pedagogische ruimte waar Huizinga, Arendt en Martens over schreven, werkelijk vorm te geven in een klas vol kinderen.
Aflevering 1 verkende de theorie. Aflevering 2 toont de complexe, veeleisende, maar ook rijke praktijk van professionals die elke dag opnieuw die balans zoeken tussen vrijheid en structuur, tussen vertrouwen en begeleiding, tussen spel en leren.
Een productie van NIVOZ/Meesterwerk en Stichting Monton
Van theorie naar praktijk: hoe maak je ruimte voor spel in de klas?
Na de theoretische verkenning in deel 1 duikt Jan Jaap Hubeek in deze tweede aflevering de onderwijspraktijk in. Hij bezoekt de twaalf Montessorischolen van Stichting Monton in midden-Nederland en spreekt met professionals die dagelijks worstelen met de vraag: hoe geef je kinderen vrijheid én structuur?
"Waar ik dus de hele dag mee struggle is die vrijheid en verbondenheid," vertelt een leerkracht eerlijk. "Je geeft vrijheid, maar je bent het ook constant aan het begeleiden." Het is de kern van het pedagogisch handelen in Montessorionderwijs – en misschien wel in elk onderwijs dat spel serieus neemt.
Bestuurder Jeroen Gommers legt uit waarom Monton bewust kiest voor meer speelruimte, ondanks de druk van meetbare resultaten: "Spel is misschien wel de meest onderwaardeerde werkvorm die we in het onderwijs hebben." Maar die keuze is spannend. Want uiteindelijk word je als bestuurder niet afgerekend op de brede vorming van kinderen, maar op toetsscores.
Schoolleiders Dorien König en Lenny van Pouderoijen beschrijven hoe cruciaal observatie is, hoe je als professional curriculumbewust moet zijn, en waarom fouten maken eigenlijk een geschenk is – al is dat niet makkelijk.
Anne Bakker brengt de dimensie van pedagogisch bewegen in: "Het gedrag van potentie. Het kan iets worden. En hoe meer we dat koppelen aan wat het moet worden, hoe meer het zijn potentie verliest."
Deze aflevering laat zien dat spel in het onderwijs geen vrijblijvend idealisme is, maar vakmanschap vraagt. Kennis van leerlijnen. Vermogen tot observeren. Moed om los te laten. En het geduld om, zoals Jeroen Gommers het noemt, "ongemak te dragen."
Van cheerleader tot kritische spiegel, van facilitator tot achtervang – de professionals bij Monton laten zien wat het betekent om die pedagogische ruimte waar Huizinga, Arendt en Martens over schreven, werkelijk vorm te geven in een klas vol kinderen.
Aflevering 1 verkende de theorie. Aflevering 2 toont de complexe, veeleisende, maar ook rijke praktijk van professionals die elke dag opnieuw die balans zoeken tussen vrijheid en structuur, tussen vertrouwen en begeleiding, tussen spel en leren.
Een productie van NIVOZ/Meesterwerk en Stichting Monton
In deze eerste van twee afleveringen over spelen in de professionele ruimte neemt Jan Jaap Hubeek je mee op een fascinerende reis langs denkers en doeners die laten zien waarom spel zo fundamenteel is voor de ontwikkeling van kinderen.
We beginnen bij het concept van de professionele ruimte – die vrijheid die jij als pedagoog hebt en móet pakken om je werk betekenisvol in te richten. Theoloog Cok Bakker laat zien hoe onze interpretatie als professional vaak onzichtbaar maar altijd voelbaar is. Filosofe Hannah Arendt introduceert de 'tussenruimte': de school als beschermde plek tussen gezin en maatschappij, waar kinderen kunnen experimenteren zonder directe druk.
Vervolgens duiken we de geschiedenis in. In 1938, terwijl Europa op de rand van oorlog staat, schrijft Johan Huizinga zijn meesterwerk 'Homo Ludens'. Zijn boodschap is krachtig: cultuur ontstaat niet úít spel, maar ín en áls spel. Als we het spelelement verliezen, verliezen we onze menselijkheid.
Evolutiepsycholoog Peter Gray levert 75 jaar later het wetenschappelijke bewijs. Zijn jarenlange onderzoek toont aan: vrij spel is essentieel voor echte ontwikkeling. Rob Martens, hoogleraar onderwijswetenschappen, verbindt dit met de onderwijspraktijk en stelt de cruciale vraag: waarom hebben we een systeem ontwikkeld dat de natuurlijke speeldrang van kinderen onderdrukt?
Ten slotte vertaalt Maria Montessori deze inzichten naar concrete pedagogiek met haar 'voorbereide omgeving' en vier vrijheden: keuzevrijheid, tempovrijheid, bewegingsvrijheid en niveauvrijheid.
De rode draad? Hoe creëren we als professionals een ruimte waarin spel en leren weer samenvloeien?
In de volgende aflevering bezoekt Jan Jaap de Montessorischolen van Stichting Monton en gaat hij in gesprek met bestuurder Jeroen Gommers, schoolleiders en leerkrachten over hoe zij deze ideeën in de dagelijkse praktijk brengen.
Hoeveel ruimte maak jij eigenlijk voor het spel?
In deze aflevering van AI, het pedagogisch appel spreekt Jan-Jaap Hubeek met Nadia Remmerswaal, programmamanager van het Mondriaal eduprogramma bij ROC Mondriaan in Den Haag. Vanuit haar unieke achtergrond als bouwkundige ingenieur én docent aan de TU Delft, verkent Nadia hoe AI het middelbaar beroepsonderwijs kan ondersteunen zonder de menselijke kern te verliezen.
Nadia Remmerswaal is programmamanager AI bij ROC Mondriaan, waar ze samen met haar collega Nigel Steenis werkt aan de vragenstuurde en verantwoorde inzet van AI in het onderwijs. Met een achtergrond als bouwkundige ingenieur en ervaring als docent aan de faculteit Architectuur van de TU Delft, brengt ze een unieke combinatie van technische kennis, veranderkundige expertise en pedagogische visie samen. Ze geeft daar een innovatiecursus in building engineering en ervoer de impact van AI op haar eigen onderwijs toen ChatGPT opkwam.
Nadia's verhaal laat zien dat verantwoorde AI-implementatie in het onderwijs mogelijk is, mits je de juiste vragen blijft stellen: dient het de student, ondersteunt het de docent, en behoudt het de menselijke kern van leren? Voor het MBO betekent dit vooral: investeren in wat AI niet kan - het praktische, het lichamelijke, het verbindende.
Het MBO als unieke leeromgeving Nadia legt uit waarom het MBO een bijzondere positie inneemt in het AI-landschap. Waar universiteiten en hbo's vooral tekstproductie zien veranderen, draait het MBO om praktische vaardigheden en handelingsgerichtheid - precies die aspecten waar AI (nog) niet sterk in is.
AI als ondersteunende kracht De kern van haar benadering: AI moet docenten ondersteunen, niet vervangen. Door administratieve lasten weg te nemen, kunnen docenten zich richten op wat echt belangrijk is: de mensgerichte begeleiding van studenten.
Ethische vraagstukken in de praktijk Via concrete voorbeelden - zoals het opnemen van studentgesprekken - toont Nadia hoe technische mogelijkheden botsen met ethische overwegingen. Niet alles wat kan, hoeft ook te moeten.
Studenten aan het woord Tijdens haar speurtocht langs alle 24 scholen van ROC Mondriaan sprak Nadia uitgebreid met studenten. Hun inzichten over AI-gebruik blijken verrassend genuanceerd en zelfbewust.
Plagiaat en procesgerichte beoordeling ROC Mondriaan maakte de radicale keuze om plagiaatdetectie af te schaffen. In plaats daarvan verschuift de focus naar procesbegeleiding - een fundamentele verschuiving in onderwijsdenken.
Duurzaamheid en bewustwording Ook de ecologische impact van AI komt aan bod. Hoe ga je als onderwijsinstelling om met het energieverbruik van deze technologie?
De menselijke factor centraal Uiteindelijk draait alles om de vraag: hoe houden we de menselijke verbinding centraal terwijl we de voordelen van AI benutten?
Bekijk de video: MondriAI Talkshow – AI in het onderwijs: https://www.youtube.com/watch?v=-7Fw_5Bf7Uc
Het boek waar Nadia in de podcast naar verwijst: God, Human, Animal, Machine: Technology, Metaphor, and the Search for Meaning van Meghan O'Gieblyn
Deze podcast is een productie van Stichting NIVOZ. Meer afleveringen van "AI, het pedagogisch appel" en andere onderwijsinhoud vind je op nivoz.nl/podcast
Opgenomen op locatie bij ROC Mondriaan, Legewaterplein, Den Haag
In deze aflevering van de NIVOZ-podcast hoor je een audio-essay van onze wetenschappelijk directeur, Aziza Mayo. Met dit essay over pedagogische ruimte en menselijke geletterdheid werd afgelopen week een expertsessie culturele sensitiviteit ingeleid. De sessie was onderdeel van het project Pulse-Art, mede georganiseerd door Waag Futurelab.
Literatuurreferenties:
Adichie, C.N. (2009). Chimamanda Ngozi Adichie: The danger of a single story | TED Talk
Agirdag, O.(2020). Onderwijs in een gekleurde samenleving. Uitgeverij EPO.
Allen, K., Kern, M.L., Rozek, C.S., McInerney, D.M., & Slavich, G.M., (2021). Belonging: a review of conceptual issues, an integrative framework, and directions for future research, Australian Journal of Psychology, 73(1), p.87-102.
Amghar, K. (2025). Maar dat begrijp jij toch niet. De correspondent.
Biesta, G.J.J.,(2022). World-centred education. A view for the present. Routledge.
Biesta,G.J.J.,(2025). De mythen van gelijke kansen. Van gelijkheid van prestatie naar gelijkheid van existentie. In: R. van Putten en T van de Zee (Red.). Onderwijs voorbij de meritocratie. Tegendraadse beschouwingen over prestaties in het onderwijs. Nijmegen: Radboud University press.
Gay, G. (2010). Culturally Responsive Teaching: Theory, Research, and Practice. Teachers’ College Press.
Hentig, H. von (1996). Bildung. Ein Essay. München, Wien: Hanser.
Hosseini, N., Leijgraaf, M., Gaikhorst, L., & Volman, M. (2021). Kansengelijkheid in het Onderwijs: een Social Justice Perspectief voor de Lerarenopleiding. Tijdschrift voor Lerarenopleiders 42(4), 15-25.
Letschert-Grabbe, B. (2008). Dennis de schrik van de school. Van Gorcum.
Leygraaf, M. (2022). "Ik snap oprecht niet hoe dit Systeem kan bestaan." Bevorderen van Kansengelijkheid door het doorbreken van de Master Narrative. Amsterdam / Alkmaar: Hogeschool IPABO.
Manen, M. van (1992). The Tact of Teaching. The Meaning of Pedagogical Thoughtfulness. Left Coast Press Inc.
Meirieu, P. (2019). Pedagogiek. De plicht om weerstand te bieden. Uitgeverij Phronese.
Oluo, I. (2020). So you want to talk about race? Basic books.
Paalman-Dijkenga, I. (2020). De stem van de lerende zichbaar maken. Lectorale rede Ingrid Paalman. Hogeschool VIAA.
Simons,M., & Masschelein, J.(2015). De leerling centraal in het onderwijs? Grenzen van personalisering. Acco, Uitgeverij.
Voogd, L. de, Cijvat, I., Mayo, A., van Olst, P., & van Til, H. (2024). Bouwen aan een gezamenlijke wereld: Adversity als pedagogische uitdaging voor de lerarenopleiding. Tijdschrift Voor Lerarenopleiders, 45(3), 51-66. https://doi.org/10.63379/0btewp65
Voogd, L. de, (2025). Bouwen aan breedvormend onderwijs. NIVOZ
Waldinger, R., & Schulz, M., (2023). The good life and how to live it. Lessons from the world’s longest study on happiness. London: Rider.
Wekker, G. (2020). Witte onschuld. Paradoxen van kolonialisme en ras, herziene editie. Amsterdam University Press.
Winter, M. de (2023). Medemenselijk opvoeden. Samenlevingspedagogiek voor een hoopvolle en daadkrachtige generatie. SWP.
Wat betekent het om een mens te zijn in tijden van digitalisering en AI?
In deze aflevering gaat Jan Jaap Hubeek in gesprek met Felienne Hermans, hoogleraar didactiek van de informatica aan de VU, docent informatica op de Openbare Scholengemeenschap Bijlmer, columnist bij de Volkskrant én wekelijks te horen bij BNR Radio.
Hermans pleit voor pedagogische weerbaarheid: durven weigeren wat geen waarde toevoegt, zoals administratieve lasten en technologie die eerder vervreemdt dan verbindt. Ze introduceert daarbij het krachtige idee van een punctualiteitsnakijkstaking – een oproep aan leraren om niet langer de last van overmatige administratie te dragen, maar te kiezen voor het pedagogisch wezenlijke.
“Stop met technologie die ons geen waarde geeft – ook dat digibord trek ik daar onder. Weg met die onzin.” - Feliene Hermans
Een aflevering over de kracht van maken, weerstand bieden, en het belang van pedagogische keuzes in een tijd van technologische verleiding.
Abonneer je op de nieuwsbrief:Felienne Hermans’ nieuwsbrief: https://www.felienne.com/nl/nieuwsbrief
Bronnen & verwijzingen uit het gesprek:
Lees ook het NIVOZ-artikel: De pedagogische weerbaarheid van Felienne Hermans – laten we stoppen met administratieve taken die geen pedagogische waarde hebben.
Marcel Kesselring is een van de kwartiermakers van het Urban Living Lab Breda. Het is een stageplek waar hbo en mbo-studenten werken aan maatschappelijke vraagstukken. ‘In mijn beleving zijn we echt het onderwijs van morgen aan het creëren. Met elkaar.'
Hanke Drop doet veel, in verschillende rollen. En toch is er al snel een rode draad te ontdekken: Amor Mundi, een liefde voor de wereld. ‘Dat is toch waarvoor je leeft, waarvoor je leert. En daarmee ook een oriëntatie die nauw verweven is met onderwijs.'