'Ze heeft mij nodig. En ik heb haar ook nodig. Om de leerkracht te worden die ik wil zijn'
3 december 2016
Er is een nieuwe leerling in de klas van Nicole Wouters, lerares op basisschool Klinkers in Tilburg. Het kleine meisje spreekt geen Nederlands en gedraagt zich bijzonder. Als vierjarige komt er veel op je af als je de overstap naar school maakt. En helemaal wanneer die school in een ander land staat en je de taal niet spreekt. Maar ook de leraar wordt in deze situatie uitgenodigd, zo maakt Nicole duidelijk. Want Aisha, zoals we het meisje even noemen, kent geen grenzen en structuur. Hoe pak je dit aan? Een column over het verschil tussen grip (controle) willen hebben en grip krijgen (loslaten): over tact en relatie. 'Ze heeft mij nodig. En ik heb haar ook nodig. Om de leerkracht te worden die ik wil zijn'.Het is oktober 2012. We zijn een maandje bezig. Ik zie dat Aisha - zoals ik het meisje in dit verhaal noem - heel slim is en al heel veel kan en weet. Ik zie ook dat ze nog erg gericht is op het manipuleren van materialen op het niveau van een peuter. Kralen van de kralenplank vliegen door de gang, zand wordt tegen de muren en in de haren van andere kinderen gegooid, haren van andere kinderen worden afgeknipt, bouwwerken worden omgegooid, het fruit en brood van andere kinderen wordt uit hun handen getrokken en opgegeten. Als we na het buitenspel naar binnen gaan, wil zij niet met ons mee, kinderen worden geslagen omdat zij met het speelgoed wil spelen waar dat kind mee aan het spelen is en kinderen worden zelfs gebeten als ze te dicht in haar buurt komen.
Het is me duidelijk: dit meisje kent geen grenzen en structuur en voelt zich heel onveilig.
Telkens wanneer ik Aisha benader nadat ze weer een bijzondere actie heeft laten zien, gromt ze naar me, rent ze heel hard weg en begint een ‘pak me dan – spelletje’ of lacht en roept heel hard in mijn gezicht. Wat ik ook probeer om tot haar door te dringen, het lijkt wel of ze geen natuurlijk gezag accepteert.
Ik voel me onzeker door deze leerling. Ik merk dat ik geen successen boek met alle interventies die ik inzet. En als mijn interventies bijna op zijn, voel ik me erg onrustig worden.
Ik merk dat ik grip op haar wil krijgen en zij laat dat niet toe. Ik wil grip krijgen, omdat ik last heb van haar gedrag, omdat de kinderen in de klas last hebben van haar gedrag. Ze heeft veel 1-op-1 begeleiding nodig en die wil ik haar graag geven, als ik niet nog 27 andere kinderen in de klas had. Ik voel veel spanningen. Spanning tussen haar en mij, spanning tussen haar en de groep en ik merk een onrustig gevoel bij mezelf, waardoor ik niet de leerkracht ben die ik wil zijn.
Het laat me maar niet los. Wat is er toch met haar? Waarom krijg ik geen grip haar? Waarom wil ik eigenlijk zo graag grip op haar hebben?
De hele herfstvakantie spoken deze vragen door mijn hoofd.
Op de laatste vakantiedag besluit ik dat ik de grip die ik op haar wil hebben, los ga laten om ruimte te maken voor de relatie. Vanuit het ontwikkeltraject Pedagogische Tact dat ik ben gaan volgen, kom ik tot deze keuze. Van nu af aan mag Aisha doen wat ze wil. Maar…. daarbij gelden twee afspraken: het mag niet gevaarlijk zijn en anderen mogen er geen last van hebben. Wanneer dat wel het geval is, grijp ik in.
Ik begin mijn eerste werkdag na de vakantie met een kringgesprek. Ik bespreek met de kinderen dat ik het niet fijn voor hen vind dat ik minder tijd voor ze heb en dat ik daarom een besluit heb genomen. Dat onze nieuwe klasgenoot mag doen wat ze wil en we ons telkens af zullen vragen of we er last van hebben en of we het gevaarlijk vinden. De groep stemt in.
Terwijl ik dat gesprek voer, zit Aisha op de vide. Daar staan allerlei spullen van de spelhoek opgeslagen. Ik hoor haar rommelen en voel dat het goed is. Dan komt ze de trap af. De hele klas is stil, in afwachting van wat er nu weer gaat komen. Ze heeft een pruik op met daar bovenop een kroontje. In haar hand heeft ze een paarse prinsessenjurk. Ze loopt naar me toe en houdt de jurk voor zich. Ik begrijp daaruit dat ze de jurk aan wil. Ik help haar met het aantrekken van de jurk. Ze lacht naar me en loopt de trap weer op naar de vide.
Ze speelt een heel uur op de vide. Na dat uur besluit ik een kijkje bij haar te gaan nemen. Ik zie dat ze met de spullen die daar staan een tafel gedekt heeft en alle poppen op een stoel heeft gezet. Ze geeft door middel van gebaren aan dat ik moet gaan zitten en een kopje thee moet drinken. Ik doe wat ze van me vraagt en geniet van dit moment. Vanaf dat moment drink ik dagelijks met haar een kopje thee op haar plekje. En zo volgen er steeds meer momenten waarop ik van haar geniet in plaats van op haar mopper.
Ik bewonder de manier waarop de rest van de groep hiermee omgaat. Een enkeling vindt het moeilijk dat zij wel mag doen wat ze wil, terwijl ik van de rest van de groep iets anders verwacht. Anderen brengen me van alles wat ze doet op de hoogte. Telkens stel ik hen de twee vragen die ik belangrijk vind. Wanneer het antwoord op beide vragen ‘nee’ is, zeg ik ze dat het goed zo is. Het grootste gedeelte van de groep laat haar links liggen of gaat mee in haar spel.
Inmiddels is het december. En ik merk dat de relatie elke dag hechter wordt. Aisha bevindt zich steeds meer binnen het groepsgebeuren dan op de vide. Nog steeds verbaast ze me regelmatig met de dingen die ze doet. Maar sinds mijn besluit om haar los te laten, wordt haar gedrag steeds meer acceptabel. Ik zie dat we elke dag meer successen boeken en heb er vertrouwen in dat het goed gaat komen met dit kindje.
Van de week kroop ze op mijn schoot, pakte mijn handen en legde die tegen haar buik. Ze leunde achterover en begon zachtjes heen en weer te wiegen. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht en sloot mijn ogen. Eindelijk hebben we een taal gevonden om elkaar duidelijk te maken wat we nodig hebben en wat we van elkaar verwachten.
Ze heeft mij nodig! En wie weet heb ik haar ook wel nodig. Heb ik haar nodig in het proces de leerkracht te worden die ik wil zijn.
Vandaag kwam haar moeder onverwacht op school en vertelde me in het Engels dat ze direct naar haar geboorteland gingen voor een bezoek aan een arts. Toen haar moeder haar vertelde dat ze naar haar geboorteland ging, wist ze niet hoe snel ze haar jas en tas moest pakken, zo blij was ze. Ze rende de klapdeuren door naar de gang en weg was ze. Twee minuten later gingen de klapdeuren weer open.
Aisha rende op me af: ‘jufflouw jufflouw, kusje!’ Ik kreeg wel tien kusjes van haar en al zwaaiend verdween ze door de klapdeuren: ‘Dag jufflouw!’ ‘Dag lieverd, veel plezier!’ Ik haalde diep adem en voelde een traan over mijn wang rollen.
Mijn nieuwe leerling en ik, we zijn er nog lang niet, maar door dit kusje vertelt ze me dat ik het goed doe, dat ik haar geef wat ze nodig heeft en we op de goede weg zijn.
Dit meisje kost me veel energie. Het is soms lastig aan andere ouders te verantwoorden wat hun kind overkomen is, door deze leerling. Maar het is mooi om te zien dat ik steeds meer grip op haar krijg, juist doordat ik haar los heb gelaten. Deze grip voelt anders dan de grip die ik in september op haar wilde hebben. Deze grip voelt natuurlijk en op basis van wederzijds vertrouwen. Er is ruimte gekomen voor de relatie en binnen deze relatie laat ze zich steeds meer door mij begeleiden.
Nicole Wouters is leraar op basisschool Klinkers in Tilburg.
Reacties