Wat te doen als een kind wegloopt? 'Zijn besluit staat vast, hij gaat naar huis'
6 januari 2016
‘Juf, juf, juf, kom snel. Ze hebben enorme ruzie!’ Als kinderen ruzie hebben, kan de situatie ineens ondraaglijk worden, en lijkt weglopen uit de situatie de enige optie. Maar wat doe je als leraar als een kind wegloopt? Hoe haal je een leerling er weer bij? Miranda Loonstra vertelt hoe zij het aanpakte.De techniekdag is bijna aan het einde en voor het experiment met de eieren hadden we er toch voor gekozen om het op het grasveld te doen. Er was niets aan de hand, het was droog, de sfeer was goed... Het is een groep die je best even los kunt laten.
Maar dan slaat de vlam in de pan. Er gebeurt iets waardoor twee kinderen boos worden. Ik probeer de twee ruziënde mannen te kalmeren. Dat is nog best lastig. Emoties en verwijten vliegen over en weer en de ruis om mij heen zwelt aan. ‘Juf, ik heb het gezien hoor!’ ‘Nee, zo ging het helemaal niet, hij begon!’ ‘Hoe weet jij dat nou, ik stond er bij!’
Mijn groep, een stel schatten met zorg en aandacht voor elkaar, staat als een stel kemphanen tegen elkaar te schreeuwen. Op een gegeven moment vind ik het genoeg en roep dan ook: 'Klaar!’ Het geluid verstomt en ik leg kort uit waarom dit de situatie en de twee jongens niet helpt.
De twee jongens leggen hun verhaal uit. De kinderen om hen heen, soms bemoedigend, soms verbeterend en wanneer iemand iets probeert te roepen; ook vermanend. Het begin van bijleggen is er - heel broos - maar het is er. Ik kan er bijna uitstappen en van een afstandje naar kijken.
‘Jij moet gewoon met je poten van mij afblijven!’ De woorden, snoeihard, breken elk herstel in één klap af.
De jongen van de harde woorden blijft staan, de ander loopt weg. Er lopen een paar kinderen om hem heen, proberen hem om te praten. Zijn besluit staat vast, hij gaat naar huis.
Ik zie ze gaan en roep hem, hij reageert niet. Ik roep nog een keer zijn naam en vertel hem dat ik wil dat hij blijft, omdat hij bij de groep hoort. Ik zeg dat hij boos mag zijn en er ook ruimte voor is, dat hij welkom is met alle emoties die er bij horen, maar dat we niet compleet zijn zonder hem.
Het blijft stil en hij is uit mijn gezichtsveld verdwenen, de hoek om. Het lijkt even alsof de wereld stil is. Hij die vertrok en ik met mijn monoloog.
Langzaam dringt het geluid van de kinderen weer door. Ik hoor ze, maar luister niet echt als we richting school lopen. Dan verscholen achter een grote boom, zie ik hem staan. De kinderen lopen naar binnen, ik blijf even bij hem staan.
‘Ik ben blij dat je er bent, zullen we naar binnen gaan?’ Hij knikt en loopt met mij mee.
Miranda Loonstra is moeder en werkt haar hele leven al in het onderwijs, als leerkracht en directeur.
Reacties