Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Wat moeten we onderwijzen? Meer filosofische punten vormen begin van een antwoord...

9 augustus 2015

Waarom bevat ons onderwijs de thema’s die het nu kent? Waarom onderwijzen we wel Nederlands, wiskunde en geen bushcraft, schaken of bier brouwen? Legitieme vraag die in de sociale media nogal eens gesteld wordt, daar nogal eens negatieve reacties oproept en uiteindelijk zonder heldere conclusie opdroogt. Een poging van Paul Ket - schoolleider bij het Wellantcollege in Amersfoort - om die vraag eens gedegen te benaderen. Zijn artikel verscheen eerder op Onderzoek Onderwijs, een blogcollectief van onderwijzers en onderzoekers.

Wat onderwezen moet worden is sinds de invoering van wat wij zien als onderwijs, onderwerp van discussie. Pratt (Pratt, 1980) verwijst naar de Griekse en Romeinse culturen waarin over dit onderwerp al geschreven wordt. Degene die volgens Pratt daar als eerste wat systematisch naar kijkt is Spencer (Spencer, 1890). Spencer introduceert een lijstje met criteria waarmee het mogelijk wordt om onderwijsinhoud op volgorde van belangrijkheid te zetten:
Our first stop must obviously be to classify, in the order of their importance, the leading kinds of activity which constitute human life. They may be naturally arranged into:—1. Those activities which directly minister to self-preservation; 2. Those activities which, by securing the necessaries of life, indirectly minister to self-preservation; 3. Those activities which have for their end the rearing and disciplinie of offspring; 4. Those activities which are involved in the maintenance of proper social and political relations; 5. Those miscellaneous activities which make up the leisure part of life, devoted to the gratification of the tastes and feelings.

Het spreekt voor zich, dat hoewel het lijstje universeel is, de uitwerking tijd en plaats gebonden is. Maar het stelt ieder in staat om het “te onderwijzen” te scheiden van het “niet te onderwijzen”. Spencer noemt naar mijn mening een vrij technisch lijstje. Dewey (Wikipedia, John Dewey) kiest een andere invalshoek en heeft rond 1900 in de USA hierover veel gepubliceerd en geldt nog steeds als een invloedrijk denker op dit gebied. Hij vult het lijstje van Spencer verder in (en vult volgens mij dus niet aan) door ook expliciet naar de samenleving te kijken. Dewey noemt in zijn boek Democracy and Education (Dewey, 1916) o.a.

  • Onderwijs is er op gericht om de samenleving in stand te houden. Kennis, ervaring, normen en waarden worden daarom van generatie op generatie doorgegeven.

  • Opvoeden. Kinderen, jongeren, willen zaken die ze als volwassenen later niet meer willen. Het is de taak van onderwijs om hen dat duidelijk te maken. Op een schommel zitten is voor een kind van 10 prima, voor een puber van 15 een lolletje en voor een volwassene uitzonderlijk gedrag. Resultaat (mede) van onderwijs. Onderwijs leert opgroeiende mensen wat hoort en wat niet hoort.

  • Onderwijs moet opgroeiende mensen voorbereiden op het leven als volwassene: relatievorming, stichten van een gezin etc. Daartoe moet talent ontwikkeld worden zodat later in het eigen onderhoud voorzien kan worden. Deze ontwikkeling, in het Duits mooi “Ausbildung” genoemd, gaat over het ten volle benutten van de talenten van ieder mens. Of het nu gaat om loodgieter, balletdanser, docent of journalist. Om de maatschappelijke orde in stand te houden en die ontwikkeling ten volle te kunnen benutten, moet ook geleerd worden wat hoort en wat niet hoort en welke consequenties hieraan verbonden zijn.

  • Onderwijs neemt kennis samen en actualiseert die kennis. Het onderwijs brengt hiermee de samenleving verder, innoveert en maakt het onderwijs een toekomstgerichte kracht in de samenleving. Zo is uiteindelijk de theorie dat de aarde plat is vervangen door de theorie (en later het bewijs), dat de aarde min of meer rond is.


Deze punten, uiteindelijk meer filosofisch van aard, geven invulling aan het antwoord op de vraag waarom we onderwijs hebben en daarmee een begin aan een antwoord op de vraag wat er onderwezen moet worden.

Progressief / conservatief


De hier geparafraseerde punten illustreren een wankel evenwicht: onderwijs is enerzijds diep conservatief: normen en waarden van de ouders en de bestaande maatschappij worden vastgehouden en doorgegeven. Anderzijds dient onderwijs de samenleving te innoveren en het individu voor te breiden op de veranderde samenleving, zelfs zonder harde kennis over hoe de samenleving er uit zal zien. Hier zit ook een spanning wanneer de normen en waarden van subgroepen niet overeen komen met die van de rest van de samenleving.

Lees verder

Paul Ket is locatieleider bij Wellantcollege te Amersfoort. Na zijn studie Toegepaste Onderwijskunde heeft hij meer dan 10 jaar gewerkt als onderzoeker, beleidsmedewerker en onderwijsontwerper binnen de universitaire wereld. Eenmaal overgestapt naar het Voortgezet Onderwijs heeft hij een aantal jaren wiskunde gegeven om vervolgens in het management verder te gaan. Als manager heeft hij een sterke focus op kwaliteit, kwaliteitszorg, toetsing omdat voor alle leerlingen top-onderwijs van groot belang is?

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief