'Wat maakt dat ik bij het horen van het woord ‘werken’ uit het kleine kleuterstoeltje omhoog schiet?'
11 september 2015
Voor kinderen is spelen een ongelooflijk belangrijk middel om te leren, om meer inzichten te krijgen in zichzelf en de wereld om hen heen. Toen Saskia Heusèrr op een informatieavond van de Montessorischool het woord ‘werken’ hoorde langskomen, triggerde haar dat tot een artikel over het belang van spelen. 'Spelen betekent vrijheid, omdat het je ontslaat van het gewone, het dagelijkse, van leren, zorgen en werken. Op het moment dat kinderen en volwassenen spelen, zijn ze als het ware ergens anders, in de wereld van het spel.'Tijdens de informatieavond op de Montessorischool vertelt de groepsleerkracht dat de leerlingen iedere dag zelf hun werkje zullen kiezen. Op deze school wordt het woord ‘werken’ heel bewust ingezet: ‘Papa en mama gaan naar hun werk. En dan vinden de leerlingen het heel gewoon dat zijzelf ook aan het werken zijn’. Mijn vragende blik wordt gauw beantwoord: ‘Ondertussen wordt er in groep 1 nog volop gespeeld hoor, maar we noemen het hier allemaal werken: werkjes en werk’.
Mijn man en ik staan op het punt de school voor onze oudste dochter te kiezen. Mijn oren zijn dus gespitst wanneer de groepsleerkracht vertelt over de ziens- en werkwijze van deze school. Het woord ‘school’ is afgeleid van het Griekse ‘σχολή’, wat ‘vrije tijd’ betekent. Lang geleden was onderwijs namelijk iets waarvoor je vrije tijd moest hebben: de meeste mensen, ook kinderen, besteedden al hun tijd aan werk. Wat maakt dat ik bij het horen van het woord ‘werken’ uit het kleine kleuterstoeltje omhoog schiet? Wacht, er is toch niks mis met de woorden ‘spelen’ en ‘spel’?!
De Week van de opvoeding koos vorig jaar haar thema: ‘Word Spelenderwijs!’ Op de site lees ik: ‘Door mee te gaan in hun spel en belevingswereld – thuis, buiten of online – sta je als opvoeder op een andere manier in contact met je kind. Daar word je beiden ongetwijfeld wijzer van!’. De filosoof Schiller maakt het nog bonter: ‘De mens speelt alleen, waar hij in de volle betekenis van het woord mens is, en hij is alleen daar volledig mens, waar hij speelt’.
Mijn HVO-hart is het roerend met hem eens. In Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) en Levensbeschouwing is het doel dat leerlingen het leven en ‘mens-zijn’ leren met behulp van alle zintuigen, en dat ze kunnen meemaken dat het fijn is met anderen samen ervaringen op te doen die aan een positieve(re) levensinstelling kunnen bijdragen. Spel is daarvoor een geweldig middel, en niet alleen voor kinderen! Leerlingen doen door middel van spel immers veel ervaringen op. Door deze ervaringen met elkaar te delen kunnen ze veel leren van spel, waardoor hun inzicht en vaardigheden in het omgaan met zichzelf, de ander en de wereld worden vergroot. Maar wat maakt dat we juist met spél allemaal wijzer kunnen worden?
Wat onmiddellijk naar voren springt, is dat spel meer is dan dat wat iedere deelnemer er afzonderlijk insteekt. Er ontstaat iets nieuws waardoor er een element van spanning is: hoe gaat het verder, hoe loopt het af? De deelnemers hebben hier invloed op maar kunnen het niet afzonderlijk bepalen. ‘Spel is dynamisch en schept ruimte om iets in beweging te zetten’, aldus De Groot in haar boek Zin in spel?! Bij HVO en Levensbeschouwing staan de ervaringen, opvattingen en het gedrag van de leerlingen centraal. Deze worden op een kritische en creatieve manier steeds opnieuw door de leerlingen zélf onder de loep genomen, zodat ze steeds beter in staat zijn sturing aan hun leven te geven. Spel, met de dynamiek die daarbij hoort, geeft naast het opdoen van ervaringen veel mogelijkheden tot het oefenen met (nieuw) gedrag.
Dynamiek dus. Maar ook vrijheid hoort bij spel. ‘Spelen betekent vrijheid, omdat het je ontslaat van het gewone, het dagelijkse, van leren, zorgen en werken. Op het moment dat kinderen en volwassenen spelen, zijn ze als het ware ergens anders, in de wereld van het spel’, zegt Jef de Schepper in zijn boek Levensbeschouwing ontwikkelen. Spel hoort bij de mens, bij het leven én bij school.
Welke school we hebben gekozen? Deze Montessorischool. En onze dochter heeft er al een kersvers vriendinnetje (K.) gemaakt. Ze kennen elkaar nog maar net en spelen tikkertje. Dan roept K.: ‘Handen omhoog of ik schiet!’ Dochterlief rent onverstoord verder. K. legt in rap tempo de spelregels uit: ‘Zo gaan de handen hoog de lucht in en zo kun je schieten’. Ik geniet van het spel van deze jonge kinderen, de manier waarop ze de wereld en elkaar leren kennen en denk aan die frase uit het praktijkboek: ‘Kinderen laten onder andere zien wat spel is doordat ze er zo serieus mee omgaan’. De gemaakte regels en afspraken voor een spel worden heel nauwgezet nageleefd. En soms iets aangepast. Als ik weer opkijk, zie ik dat er ‘Handen omhoog of ik knuffel’ wordt gespeeld. Dat komt wel goed met school.
Saskia Heusèrr is onderwijskundig medewerker en trainer bij Centrum Humanistische Vorming en heeft zelf 3 kinderen. Zij geeft trainingen op het gebied van spel, kunst en groepsdynamica.
Reacties