Wat gezag met gezaag (aan je stoelpoten) te maken heeft
26 juni 2016
Rob Bekker noemt zich ‘taalarbeider’ aan de Utrechtse Internationale Schakelklassen (ISK), een school voor jongeren die het Nederlands nog niet machtig zijn. Een school die stevig uitdijt, nu de instroom van vluchtelingen groot is. Taal is het zwemwater waarin Rob en zijn klas zich tot elkaar verhouden. De taal die je een stem geeft, taal die helpt je eigenheid op een nieuwe plek vorm te geven. Een taal die behoedzaam én doortastend, veilig én speels is. In dit blog speelt Rob met gezag: ‘Zoals zoveel begint gezag met relatie. Wie uit contact is, erkent geen gezag en levert gezaag aan stoelpoten.’Confucius heeft verstandige dingen over gezag gezegd. Wie goed in zijn rol zit, wordt gerespecteerd – daar komt het op neer. Het enige gezag dat werkzaam is, is natuurlijk overwicht, ook in tijden dat de onderste in de relatie begint met gezaag. Hoort erbij; mijn kind of mijn leerling moet even naar buiten om weer binnen te willen komen. Daar moet je evenwichtig in bewegen: gezag dat op zijn gezicht gaat lost op in het niets.
Ik lees op dit moment Hoe ik talent voor het leven kreeg van Rodaan Al Galidi. Hij is begin deze eeuw Vernederland binnengekomen en beschrijft met milde spot hoe het gezag van AZC, COA en IND geen enkele glans heeft. Doffe protocolder verworden tot magere macht, uitgesmeerd over negen kalenderjaren. Stel je voor dat we op mijn school zonder naam ook zo met onze leerlingen zouden omgang. Dat kunnen we gemakkelijk doen, die macht hebben we; geen haarvat in ons hart dat er aan denkt….
Het protocol als wandelstok
Op momenten dat ik voel dat ik gezag uitoefen, voel ik ook dat de leerling en ik uit contact zijn. Regels worden pas nodig als aandacht verdwijnt –maar maak je niet wijs dat aandacht zelf besloot om te vertrekken. Heb ik een regel nodig om overeind te staan; een protocol als wandelstok of rollator? Zet dit op film en ik moet er zelf ook om lachen. De leerlingen zouden me voor zijn geweest daarmee. Gezag verspeelt zich als het zijn aandacht, zijn adem, zijn humor verliest en met zijn rigiditeit gezaag uitlokt.
Wat zei Confucius precies? Ik lees het na in De Gesprekken dat twee jaar geleden in een vertaling met wijdlopige toelichtingen verscheen: “Wie regeert met moreel gezag is als de Poolster: hij blijft op zijn plaats terwijl alle andere sterren voor hem buigen” - dat is nog niet wat ik zoek maar ik stop even met lezen voor een jonge collega die me vraagt naar mijn ‘protocol voor leerlingen die tijdens de les naar de wc willen’. Ik schud welwillend mijn oren, heb geen protocollen. ‘Maar het was net nog pauze geweest en dan kwam het toch over alsof die leerling me in de maling nam’. Ik hoefde met mijn jonge collega niet over de wc te spreken, dat was duidelijk, en we gingen dus ook niet op het machtsstrijdspoor. ‘Wat doe jij dan in zo’n geval?’ Geef de leerling aandacht voor zijn vraag en als jij al voor hem invult dat hij je in de zeik neemt, zeg dan dat je de indruk hebt dat de leerling iets anders wil vragen. Dat is niet wat Confucius zei en dat zoek ik nog even op straks.
Vierkante wielen weer rond slijpen
“Regeer door regels op te leggen, handhaaf de orde door straffen te geven, en het volk zal alle gevoel van schaamte verliezen om ze te ontlopen. Maar regeer met moreel gezag, handhaaf de orde met inachtneming van het ritueel: dan zal het volk ook zijn gevoel van schaamte behouden en tevens uit zichzelf gedisciplineerd blijven.” Ik vraag me al heel lang niets af over gezag. Met aandacht bereik ik de leerling, met aandacht raak ik de leerling niet kwijt. In de schooldans komt expliciet gezag niet van pas: we dansen niet de horlepiep. In de weken voordat we op kamp gaan, zegt Vlad elke les een keer tegen me dat we in Vierhouten wel eens zullen zien wie er de baas is. Ik zeg hem niet dat ik dat nu ook al wel weet. Ik kan wel lachen om zijn uitdagende opmerkingen, want Vlad speelt met woorden; niet met mensen. De tweede avond van het kamp wil hij vroeg naar bed want de barbecue is niet zo goed gevallen. What else is new? Redeneren kunnen we als de beste, redeneren is met het verstand en met de mond. Gezag is met de ogen en met de oren.
“Een hoogstaand mens doet wat hij zegt, en blijft daarbij.” Ik heb het gezochte citaat nog steeds niet gevonden maar de oude Chinees heeft me toch al een hoop wijzer gemaakt. “Een hoogstaand mens die zich afkeert van de medemenselijkheid, hoe kan die ooit zijn naam waarmaken?” Dat raakt: de naam van pedagoog, van leraar, van meester waarmaken …. wat Max van Manen in de vorige eeuw uitvond dat bestaat al 2500 jaar en elke keer als de wielen vierkant geworden zijn dan slijpt iemand ze weer rond.
“Laat de vorst een vorst zijn en de onderdaan een onderdaan en de zoon een zoon.” Dat wordt in de vertaling uitgelegd als: Alleen als iedereen zijn rol vervult, kan het geheel functioneren. Dat degene die het gezag heeft als eerste wordt genoemd, legt ook de meeste verantwoordelijkheid bij diegene. Gezaag heb je aan jezelf te danken, gezag ook. Dat jonge mensen willen zagen hoeft ons niet te verbazen. Wie geen wedstrijden wil aangaan leeft vóór wat zhij wil ontvangen.
Rob H. Bekker heeft op de deur van zijn lokaal op de ISK in Utrecht de tekst Wie hier binnen gaat, zegt JA hangen. Dat geldt ten eerste voor de leraar die hij na bijna dertig jaar is: die zegt elke dag JA tegen elke leerling die binnenkomt.
Reacties