Waarom je met lichaamstaal meer zegt dan met gesproken taal
1 november 2016
Je leerlingen kunnen je haarfijn 'lezen.' Met speels gemak zien ze of authentiek bent of doet alsof. Of je een les met volle overtuiging geeft of dat je een les geeft omdat het nou eenmaal op het programma staat. Hoe goed je het ook probeert, als jij het niet echt meent, verraadt jouw non-verbale communicatie je onherroepelijk. Michel Linthorst vertelt het verhaal van een verkeersles waar hij zelf geen enkele zin in had en een botsing met leerling Tom.Je leerlingen kunnen je haarfijn 'lezen.' Met speels gemak zien ze of authentiek bent of doet alsof. Of je een les met volle overtuiging geeft of dat je een les geeft omdat het nou eenmaal op het programma staat. Hoe goed je het ook probeert, als jij het niet echt meent, verraadt jouw non-verbale communicatie je onherroepelijk.
En dat geldt niet alleen voor leraren natuurlijk. Je ziet ze dagelijks op de tv, die politici met een dubbele agenda. Of verkopers die gebakken lucht verkopen als zoete broodjes. Je prikt je er zo doorheen. En je leerlingen zijn er meesters in.
Hoe dat werkt?
Je leerlingen kijken naar je gezichtsexpressie. Wat straal je uit? Heb je rustige ogen? Of kijk je bozig? Zoek je contact? Of dwaal je af en zit je met je gedachten bij je afspraakje van vanavond? Hoe klinkt je stem? Vol enthousiasme? Monotoon? Praat je hard of zacht? Hoe sta je erbij? Beweeg je bevlogen door de klas? Of zit je als een plumpudding achter je bureau?
Volgens mij kun je nog beter eerlijk zijn en zeggen: ’Ik vind deze les ook oersaai, maar het moet nou eenmaal,’ dan te doen alsof je geïnspireerd bent. Daar trappen ze echt niet in. Mooi niet!
Er is nog wel een andere optie: probeer vanuit je eigen inspiratie of talent de les een beetje op te kalefateren. Toen ik nog maar net meester was, ontdekte ik dat sommige lessen stroever verliepen dan andere. Bij geschiedenis had ik veel moeite om mijn leerlingen erbij te houden, terwijl mijn tekenlessen, muziek en drama altijd heel soepel verliepen. Ik vermoedde dat het te maken had met mijn eigen inspiratie en dat mijn leerlingen mijn non-verbale signalen opvingen. Die geschiedenislessen waren voor niemand leuk.
Dus verzon ik met mijn collega een plan: ‘We hebben onze opa’s uitgenodigd en gaan ze nu van het station halen,’ zeiden we tegen onze leerlingen. Als een razende trokken we onze opa-kleren aan, plakten een nep-snor op en liepen krom gebogen met een wandelstok weer de klas in. 'Waar zijn onze kleinzoons?' vroegen we. 'Die zijn net weg om jullie op te halen,’ riepen de kinderen in koor. Waarna de opa’s de les alvast zonder ‘hun kleinzonen' begonnen. Het was een feest, voor de kinderen en voor ons. Lessen die ik me 20 jaar later nog met gemak voor de geest kan halen.
Ook de verkeerslessen vond ik oersaai. Maar ik vermoed dat Tom van Drunen mijn verkeersles 2.0 nooit meer zal vergeten. Niet zo gek, want Tom was het 'slachtoffer’ van de ervaringsgerichte les. In de klas had ik een verkeerskruispunt gemaakt van de tafeltjes.
‘Tom, jij steekt straks het drukke kruispunt over!’
Tom keek naar links, stak over, en zag de vrachtwagen van rechts (gespeeld door mij) volledig over het hoofd. Tom en de 'vrachtwagen' kwamen ‘ernstig’ in botsing! Met het nodige kabaal vielen Tom en ik (gecontroleerd) op de grond. Eerst schrok hij zich rot, om het vervolgens bijna in zijn broek te doen van het lachen. Net als de rest van de klas.
'Zullen we het nog een keer proberen Tom?'
Jaren later, (Tom moest toen al achter in de 20 zijn), kwam ik zijn moeder weer eens tegen. Ze vertelde met een lachend gezicht dat Tom deze les nooit vergeten was.
Michel Linthorst werkte 20 jaar met zeer veel plezier in het onderwijs. Nu traint hij kinderen, leraren, intern begeleiders, directeuren, coaches en jeugdzorg medewerkers in binnen- en buitenland via 7LifeSkills.
Reacties