Vertrouwen is voorwaardelijk voor groei. Ook in 2018!
31 december 2017
Het is een onderwijsjaar geweest, opnieuw gevuld met vele publieke debatten en discussies. Vandaag maakt ook Lianne de Ree - docente op een middelbare school - de balans op. Bewustwording is volgens haar een belangrijk sleutelwoord. Bewustwording van het feit dat het onderwijs - misschien meer dan ooit - in beweging is. En bewustwording dat ons onderwijs onderdeel is van een (cijfer)maatschappij. 'Maar in alle gesprekken mis ik vaak het belangrijkste punt: de betekenis van vertrouwen.' Haar blog.Ons onderwijs lijkt doorspekt te zijn met regelgeving om zowel onze kinderen als onze scholen in kaart te brengen en te controleren. Goed onderwijs is gestoeld op accurate meetresultaten. Voldoende scores langs een vooropgestelde meetlat. Vertrouwen in het feit dat de docent een leerling daadwerkelijk ziet (en niet alleen meet), lijkt ondergeschikt. Immers: dit gegeven is niet te vangen in een statistiek.
Er is veel kritiek op de overheid. Scholen voelen zich onder druk gezet door almaar veranderende regelgeving en theoretische kaders ter verbetering van ons onderwijs. De kritiek is dat de ideeën niet altijd noodzakelijk en uitvoerbaar in de praktijk zijn en dat ze bedacht zijn door mensen die niet weten hoe het is om voor een klas te staan. Toch zijn scholen afhankelijk van deze politici en beleidsmakers, dus alleen schelden op het feit dat ‘de politiek er niets van snapt’ levert niets op. Scholen en ouders moeten in gesprek gaan én blijven met beleidsmakers, omdat dialoog voor inzicht zorgt.
Als we ons onderwijs willen verbeteren, moeten we van elkaar weten wat onze wensen zijn. Als deze wensen concreet zijn, is het zaak om een realistische weg te vinden waarin al deze wensen naast elkaar kunnen bestaan en in elkaar kunnen ‘passen’: de ultieme vorm van passend onderwijs. Scholen, ouders én leerlingen moeten hun verlangens en ervaringen delen en het vertrouwen hebben dat de politiek deze vertaalt in concrete en realistische beleidsdoelen en praktische toezichtskaders. De politiek moet dit vertrouwen niet beschadigen. Er moet ruimte blijven voor de professionaliteit van zowel leerling als school. Geen makkelijke weg, maar wel noodzakelijk om passend onderwijs te laten slagen.
De politiek moet daarnaast vertrouwen hebben in scholen en ouders. Beleidsmakers moeten het vertrouwen hebben dat de mensen allemaal hetzelfde belang hebben: het welzijn van het kind. Ze moeten vertrouwen houden in docenten die lesgeven vanuit passie en liefde voor hun vak en voor de leerling; in de directies van scholen die het belangrijk vinden dat docenten goed zijn opgeleid en zich blijven ontwikkelen, maar ze moeten zich realiseren dat een universitaire graad van een docent nog weinig zegt over of iemand een goede leraar is, voor dat specifieke kind.
Ouders moeten vertrouwen uitspreken naar de docenten. Medewerkers en directieleden van een school zijn elke dag bezig om hun onderwijs op een manier aan te bieden waarin ook naar de behoefte van de leerling wordt gekeken. Goede scholen leren namelijk ook van dezelfde leerlingen. En er zijn grenzen, omdat een organisatie waar kinderen deel van uitmaken, gebaat is bij duidelijkheid en structuur. En vergelijkbaar is met een mini-samenleving.
Goed onderwijs is geen statistiek, maar een proces waarin afstemming op elkaar en de maatschappij centraal staat. In 2017 lijkt er veel gezaaid te zijn in ons Nederlandse onderwijs. Laat 2018 het jaar van het oogsten worden. Je hoeft geen agrariër te zijn om te weten dat voor een goede oogst ook een periode van rust noodzakelijk is.
Loslaten in vertrouwen, een goed ‘onderwijsvoornemen’ voor 2018!
Lianne de Ree is docente Engels op het Connect College in Echt.
Reacties