Verstrikt in lessen, regels en opdrachten: ’Alsof het dan helpt om je ineens heel anders voor te doen…’
27 januari 2014
School is de plek waar leerlingen een heel groot deel van hun leven doorbrengen en de taak van school moet daarom groter zijn dan slechts dat diploma bereikbaar maken. 'Zoals een autorijles meer is dan een rijbewijs halen,' schrijft docente Inge Spaander. Het behalen van je rijbewijs vraagt dat je van alles voor het eerst doet, dat je nieuwe vaardigheden opdoet, sociaal leert te rijden en kennis internaliseert. School moet onderdeel zijn van soortgelijke hobbels, moet ze in het klein en het groot naspelen en doorleven. School is verweven met het leven van een kind, voor een kind is school het leven.' Maar zo af en toe raakt Inge ook als docente weer verstrikt in de lessen, de regels en de opdrachten.Het is niet altijd leuk en niet altijd gemakkelijk. Mijn wens is leerlingen de ruimte te geven om zich te ontwikkelen tot mensen die durven te dromen en naar die dromen durven te handelen. Ik probeer dit te bereiken binnen een school waar ook gewoon een eindexamen wordt afgelegd. Zo’n diploma opent deuren en is een mooi eindpunt om naar toe te werken. Het is ook een middel om jezelf te leren kennen en te ontwikkelen.
Hoe zeker ik ook ben van dat wat ik bereiken wil, de uitvoering is soms spannend. Samen met collega’s, leerlingen en ouders geven wij ons onderwijs vorm op een manier die leerlingen de ruimte geeft en tegelijkertijd zo effectief mogelijk opleidt naar een diploma als een volgend startpunt in hun leven. Daar hoort ons onderwijsconcept bij en daar hoort mijn manier van omgaan met mijn taak als docent bij. En heel vaak is het leuk. Geweldig, zelfs.
Ik zie mijn leerlingen van kleine, zoekende wezens veranderen in zelfbewuste pubers. Hier en daar gloren de eerste stukjes volwassenheid door. Ze mogen voor het eerst zelf naar Rotterdam en sommige leerlingen gaan daar zelfs uit. Ze regelen stages tot in Eindhoven en interviewen volledig onbekenden. Het kerstdiner werd van begin tot eind door leerlingen geregeld. Mijn rol bestond uit eten en afwassen.
Vorige week had een van de leerlingen haar eerste rijles. Zo dicht bij het verwerven van een nieuwe vorm van zelfstandigheid. Ik luister vol bewondering naar haar relaas over de eerste les. Haar onzekerheden klinken door als ze vertelt over haar zenuwen, maar het mooie is dat zij ze zelf herkent, er om lacht en bovenal ze aan durft te gaan. En zo spannend als ze het zichtbaar vindt, haar ogen staan trots.
Maar de weg naar het groot worden kent veel hobbels. En tussen die hobbels door moet er ook nog even een diploma worden behaald. Ik geloof niet dat dat de bedoeling is. School is de plek waar leerlingen een heel groot deel van hun leven doorbrengen en de taak van school moet daarom groter zijn dan slechts dat diploma bereikbaar maken. Zoals een autorijles meer is dan een rijbewijs halen, is school meer dan een diplomafabriek. Het rijbewijs biedt nieuwe kansen en mogelijkheden. Het behalen van je rijbewijs vraagt dat je van alles voor het eerst doet, dat je nieuwe vaardigheden opdoet, sociaal leert te rijden en kennis internaliseert. School moet onderdeel zijn van die hobbels, creëert ze, moet ze in het klein en het groot naspelen en doorleven. School is verweven met het leven van een kind, voor een kind is school het leven.
Dus wij hobbelen wat af daar op de tweede verdieping. We hebben plezier, maken ruzie, overleggen en werken samen naar een examen toe. Dat gaat soms gemakkelijk en soms ook heel moeilijk. Dan blijven leerlingen achter of zijn ze vooral bezig met zaken ‘buiten de lesstof en de projecten’ om. En soms raak ik dan mijn doel even kwijt. Dan raak ik verstrikt in de lessen, de regels en de opdrachten die moeten worden ingeleverd. Dan raak ik even kwijt dat dat allemaal onderdeel is van een groter geheel en worden de niet ingeleverde opdrachten het doel op zich. Mijn gedrag verandert. Soms lukt het me dit op tijd in te zien, maar soms ook niet. Ik worstel de dag door met het een unheimisch gevoel. Ik kijk naar wat ik doe, maar herken mezelf niet. Ik ga het gesprek niet meer aan en word steeds directiever.
Leerlingen merken het ook. Niet zozeer dat ik verstrikt raak ik een ander doel, want voor hen zijn die opdrachten en lessen heel belangrijk. Dat ik daarover zeur, dat snappen ze wel. Maar ze zien wel dat mijn gedrag verandert. Benoemen het ook. ‘Ben je moe, of zo?’, vraagt de dapperste van het stel, maar de meesten passen zich feilloos aan mijn veranderde houding aan. Ze worden stiller, braver en sneller met hun werk. De sfeer wordt er niet beter op, de opbrengsten van het ingeleverde werk ook niet.
En dat is mijn spiegel. Het is mooi dat ons contact zo goed is, dat ze aanvoelen dat er iets anders is en hierop kunnen participeren, maar ik schrik ervan. Want ze doen dat niet voor zichzelf, maar voor mij, om mij, de docent, tevreden te houden. En dat was nu juist niet wat ik wilde: een docent zijn die lesgeeft voor het eigen genot, de eigen kortstondige bevrediging door het afnemen van toetsen en op papier te zien dat de leerlingen geleerd hebben wat ik bedacht had. Ik wil niet dat leerlingen doen wat ik wil om mij tevreden te houden, hoe gemakkelijk dat soms ook is. Ik wil dat ze de dingen doen, omdat zij ze belangrijk vinden of in ieder geval het belang ervan voelen. Dat ze hun hobbels ook in de klas durven te laten zien, te bespreken en aan te gaan.
Na de kerstvakantie ben ik weer terug bij mijn eigen doelen. Ik handel en spreek weer vanuit mijzelf. En nu durven meer leerlingen wat te zeggen. Het blijkt dat ze meer hebben gezien dan ik zelf. ‘De laatste weken voor de Kerst had je een beetje last van stemmingswisselingen, we mochten opeens niets meer.’ Zwakjes verdedig ik mezelf nog: ‘Ja, maar jullie deden echt niets meer….en het was zo druk…’ Het antwoord klinkt zacht, maar komt keihard binnen: ’Alsof het dan gaat helpen om je ineens heel anders voor te doen dan je bent…’
School is geen losstaand onderdeel in een heel druk leven. Op school ben je net zoveel mens als daarbuiten. Dat geldt voor leerlingen, maar net zo goed voor de docent.
Inge Spaander is docente aan het Kastanje College, een van de scholen die het Big Picture-concept al in 2009 heeft geadopteerd.
Reacties