'Tsja, er zijn van die dagen, daar huppel je niet zomaar doorheen'
17 augustus 2015
Monique Bokdam merkt dat haar leerling Tom een zware dag heeft. Haar eerste stap is om hem erkenning te geven hiervoor, te laten weten dat het oké is. Maar dat is niet genoeg. Gelukkig is zij niet alleen, en Tom ook niet. Wat kunnen vrienden voor elkaar betekenen op zo'n dag?Tom heeft een zware dag. Vanmorgen ging het thuis al mis. Zijn zorgvuldig in elkaar gezette ruimteschip van Lego viel van de boekenplank en het boekje met het bouwplan is nergens te vinden. Als Tom eenmaal een sluier over de dag heeft gegooid, vindt hij overal aanknopingspunten voor zijn zwaarmoedige gevoel. ’s Middags gaan we gymen. De les wordt verzorgd door een groep tweede jaars met hun vakdocent. Ik ben aanwezig en oproepbaar als de studenten een vraag hebben over een specifiek kind.
Vanaf een afstandje zie ik dat Tom weigert om met behulp van een trampoline over een kast te springen. Een van de studenten wil hem verleiden het toch te proberen, maar boekt geen resultaat. Hij zoekt oogcontact en gebaart dat ik het mag proberen. Ik ga naast Tom zitten op de bank aan de zijkant. Tom blijft met een triest gezicht naar zijn klasgenoten kijken en steekt van wal: 'Vanmorgen eerst dat ruimteschip en toen kwam ik op school en toen begon Manon meteen te zeuren dat ik haar vulpen had kwijt gemaakt en van jou moest ik samenwerken met rekenen, maar dat wilde ik helemaal niet en toen knalde ik in de pauze tegen Nick aan en die zei steeds dat hij me stom vond en ik heb al bijna geen vrienden meer, alleen mijn beste vriend Rene is er nog en nu moet ik ook nog over die kast springen en dat kan ik vast niet, want ik zit op judo en dat heeft niets met trampolines te maken!'
Van zoveel ellende wordt zelfs juf een beetje stil. Ik zucht een keer en zeg (geïnspireerd door Charlotte Visch): 'Tja, Tom, er zijn van die dagen, daar huppel je niet zomaar doorheen.' Hij knikt instemmend en samen volgen we zijn groepsgenoten die een voor een over de kast vliegen. Het werkt rustgevend, dat ritme van aanlopen, afzetten, gevolgd door de plof op de mat achter de kast.
René komt in beeld. Hij heeft veel plezier in het springen en stormt na elke sprong met zijn armen wijd en met een bromgeluid terug naar de startpositie. Als hij voor de tweede keer langs ons komt, zeg ik: 'René, kom eens. Je beste vriend heeft je hulp nodig.' René komt piepend tot stilstand, kijkt met een opgetogen gezicht naar Tom en zegt: 'Tuurlijk, wij samen!' Tom spiegelt vrijwel direct zijn gezichtsuitdrukking. Samen lopen ze naar het aanlooppunt. René gaat eerst. Hij buitelt over de kast heen, zoekt lachend zijn evenwicht en zegt tegen de andere kinderen dat ze moeten wachten. 'Mijn vriend gaat eerst!' Stralend loopt Tom hem tegemoet. Met strakke benen en slappe armen hijst hij zich over de kast. René staat er juichend naast, slaat hem op de rug en roept: Cool, en nu als een vliegtuig terug! 'Nee', roept Tom stralend, 'als een ruimteschip!'
Monique Bokdam was leerkracht groep 3/4 en nu intern begeleider op basisschool het Atelier Zwolle.
Reacties