'Toen ik zelf nog op de basis- en middelbare school zat was het altijd de leraar of de docent die ‘het beter wist’ of ‘gelijk had’'
12 februari 2018
‘Vanuit het idee dat leerlingen de experts zijn van hun eigen leven willen wij ze een actieve stem geven bij de vormgeving van hun leefwereld.’ Zo lichten auteurs Gijs Verbeek en Petra Ponte hun boek ‘Participatie in het onderwijs. Onderzoek met en door leerlingen’ toe. Het betrekken van het perspectief van leerlingen in het onderwijs is leidmotief en staat daarom in het boek centraal. Laurentien van Oranje, oprichter en directeur van de Missing Chapter Foundation, ondersteunt dit streven en schreef een voorwoord. De doelgroep van het boek zijn alle professionals die werken in pedagogische en/of educatieve omgevingen.'Participatie in het onderwijs' gaat over ‘onderzoek met en door leerlingen’ in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het onderzoek is gericht op het ontdekken en verzamelen van de visies die leerlingen hebben op aspecten van hun leefwereld binnen, maar ook buiten de school of opleiding, zoals musea en bibliotheken. Het doel hiervan is leerlingen te betrekken bij het begrijpen en vormgeven van omgevingen waarin zij leren.
Er wordt in het boek onder andere antwoord gegeven op de vraag wat bedoeld wordt met ‘onderzoek met en door leerlingen’, waar dit idee vandaan komt en wat het belang ervan is. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit de reguliere en speciale onderwijspraktijk in Nederland en Australië. Ook worden concrete aanwijzingen gegeven aan de hand waarvan leraren zelf met deze werkwijze aan de slag kunnen. De onderwijspraktijk staat hierbij centraal, maar de gepresenteerde ideeën zijn ook makkelijk te vertalen naar andere pedagogische contexten, zoals de jeugdhulpverlening en de zorg.
Naast het voorwoord van Laurentien van Oranje schreef ook professor Susan Groundwater-Smith (University of Sydney, Australië) een voorwoord. Groundwater-Smith initieerde, ondersteunde en onderzocht vele participatieprojecten in het Australische onderwijs en publiceerde hier uitvoerig over. Prof. dr. Luc Stevens (directeur van het NIVOZ) schreef in het nawoord: ‘Alles bijeengenomen heeft dit boek de voorwaarden laten zien voor goed onderwijs dat geïnformeerd wordt en mede vormgegeven wordt op basis van kennis verkregen door onderzoek; onderzoek dat wordt uitgevoerd door de twee primaire actoren binnen de onderwijspraktijk: leerlingen en leraren.’
Lees meer over onderzoek met en door leerlingen, de achtergronden vanuit waar dit ontstaan is (onder andere de Rechten van het Kind, leerlingparticipatie en actieonderzoek) en wat je verder in het boek kunt verwachten in het inleidende hoofdstuk wat je hier kunt downloaden.
Toelichting van auteur Gijs Verbeek
Het betrekken van het perspectief van leerlingen over de gang van zaken in de klas en school is voor mij zo vanzelfsprekend dat ik soms moeite heb dit aan anderen uit te leggen. Toch doe ik hier een poging aan de hand van een gezegde dat we aan het begin van het boek opnamen. Ik denk dat het treffend de sfeer schetst waarin het boek gelezen moet worden. Het betreft een wijsheid van de oorspronkelijke bewoners van Amerika en luidt: ‘we do not inherit the earth from our ancestors, we borrow it from our children’.
Ik werd direct gegrepen door het diepe inzicht en respect waarvan deze uitspraak getuigd. Het vat kernachtig de wijze waarop de indianen in relatie stonden met de wereld waarin zij zich vonden; tegenwoordig langzamerhand een zeldzaamheid.
In de jaren dat ik zelf als leraar in het onderwijs werkte zag ik het ontbreken van dit inzicht bijvoorbeeld ook terug (soms op subtiele wijzen, soms op minder subtiele wijzen). Met name in de manier waarop er met leerlingen omgegaan werd of welke positie hen geboden werd.
Toen ik zelf nog op de basis- en middelbare school zat was het altijd de leraar of de docent die ‘het beter wist’ of ‘gelijk had’, en op het hbo en de universiteit was dit eigenlijk niet veel anders. Los van wie er daadwerkelijk ‘gelijk’ had, was het mij al vrij snel duidelijk dat mijn perspectief vaak niet op prijs werd gesteld en dat er aan het perspectief van de leraar (of volwassenen) meer gewicht werd gegeven. Daar staat tegenover dat toen ik eenmaal zelf voor de klas stond, ik mijn leerlingen vaker slimmere en scherpere dingen hoorde zeggen dan veel van mijn collega’s.
Hoewel ik natuurlijk ook heb moeten ondervinden hoe ik mijzelf kon verhouden tot mijn leerlingen, kreeg ik wel vaak unieke ‘inkijkjes’ in hun leefwereld en perspectieven, juist omdat ik ‘dichter bij de leerling stond’ en hen waardeerde om hun perspectieven.
Daarin zit voor mij dan ook de belangrijkste motivatie om de ideeën en ervaringen die Petra Ponte en ik beschrijven op deze manier vast te leggen en te delen.
Omdat ‘waarheid’ en ‘gelijk hebben’ binnen sociale contexten als het onderwijs namelijk uiterst problematisch zijn, is juist het grondig verkennen van elkaars perspectieven waar het in mijn beleving over zou moeten gaan. Vragen als ‘hoe kijk jij hier tegenaan’, ‘wat doet dat met jou’, ‘wat vind jij daarin belangrijk’, aangevuld met het ‘waarom’ zijn volgens mij waardevoller om te verkennen dan te kijken wie er ‘gelijk’ heeft.
Dat wil overigens niet zeggen dat ‘zomaar alles kan’ en dat het gesprek voorbij is bij: ‘dat vind ik nou eenmaal zo’. Nee, juist als je met elkaar in gesprek gaat over de gezamenlijk gedeelde leefwereld op basis van op systematische wijze verzamelde informatie schep je de condities voor een geïnformeerde dialoog waarbij zowel leerlingen als leraren van elkaar kunnen leren. En op basis waarvan vervolgens de gedeelde leefwereld vormgegeven kan worden. Ik zeg dus: geef de leerlingen een (waarde)volle en gewaardeerde stem in het debat en activiteiten aangaande onderwijsontwikkeling, hopelijk vanuit het respect voor jongere generaties en het besef dat het hun wereld is waar we momenteel deelgenoot van zijn, en niet andersom.
Gijs Verbeek (onderwijskundige) heeft zowel onderwijservaring als tweedegraads biologieleraar in het voortgezet onderwijs als in het hbo en werkte ook bij een huiswerkbegeleidingsinstituut. Momenteel werkt hij als zelfstandig onderwijskundige.
Petra Ponte (pedagoog en onderwijskundige) wordt nationaal en internationaal erkend als autoriteit op het gebied van actieonderzoek en andere vormen van praktijkgericht onderzoek. Momenteel is zij Honorary Professor aan de Universiteit van Sydney, en Adjunct Professor bij de Charles Sturt University, in Wagga Wagga (beide in Australië). Zij geeft (online) advies en is een van de partners van ActieonderzoekAnders.
Wil je op de hoogte blijven over onderzoek met en door leerlingen? Bezoek dan de Leerlingen als medeonderzoekers Facebookpagina.
Reacties