‘Stel dat wij als opvoeders en begeleiders het nu anders gaan doen en anders omgaan met kinderen.’
15 september 2016
Het overkomt ons allemaal wel een keer, je neemt een beslissing en zet een stap vooruit of je reageert impulsief en de woorden vliegen uit je mond. Even later blijkt de situatie toch iets anders in elkaar te zitten. Je zelfverzekerde gevoel heeft plaats gemaakt voor gevoelens van schaamte en ongemak. ‘Ohh …niet handig’, denk je in jezelf, ‘kon ik het maar terugdraaien.’ Helaas gaat dat niet. Maar met onze kinderen kunnen we het gelukkig wel anders doen. Wat als we ze de ruimte geven voor het maken van fouten?Er is in onze samenleving best een verschil in hoe we omgaan met vergissingen en het maken van fouten. De ene persoon lukt het om te accepteren, kan eerlijk zijn en met compassie naar zichzelf of naar de ander kijken. Een ander heeft daar wat meer moeite mee en kan daar soms best hard in zijn, naar zichzelf en naar de ander. Hoe kan het toch dat we daar zo in verschillen?
Als we ons vergissen worden we vaak geconfronteerd met gevoelens van teleurstelling, schaamte en boosheid. Gevoelens die helemaal niet fijn zijn. En soms lijkt het dan makkelijker om ervoor weg te vluchten en er omheen te praten, te ontkennen wat er is gebeurd en de aanval te kiezen of kun je niets anders dan verlamd blijven staan in de hoop dat niemand je ziet. Toch kunnen die gevoelens je verder brengen dan je denkt.
Wel of niet voelen / wel of niet groeien
Ik was zo’n kind en later ook zo’n volwassene die bevroor en hoopte zichzelf onzichtbaar te kunnen maken. Ik had geen idee hoe ik zoiets moest aanpakken. Niet zo vreemd ook, emoties en voelen waren voor mij niet vanzelfsprekend. Ik kom uit een generatie waar je emoties laten zien en zeker ook praten over gevoelens ‘not done’ was of als zwak werd gezien. ‘Kom op, een grote meid zijn, het gaat vanzelf wel weer over.’ Het was een van de oplossingen, naast de time-out en de tik, die de generatie voor ons had voor de momenten dat je als kind (letterlijk dan wel figuurlijk) struikelde en viel. Opstaan en doorgaan en niet stil staan bij wat je voelde op zo’n moment. En ik begrijp het ergens wel. Voor deze generatie die uit de oorlog kwam en het land weer moest opbouwen waren andere basisbehoeftes als huisvesting, eten en zorg, veel belangrijker. We zijn helaas intussen vergeten dat voelen een net zo’n belangrijke basisbehoefte is.
Het gevolg voor mij was dat ik niet heb leren omgaan met gevoelens van teleurstelling, schaamte, boosheid en verdriet. Gevoelens die, onder andere bij het maken van fouten een grote rol spelen. Die gevoelens hadden mij veel kunnen leren. Over wat wel en wat niet fijn voelde. Over grenzen, van mijzelf en die van een ander. Over begrip hebben dat iets niets kan lukken, bij mijzelf en bij een ander. Over kwetsbaarheid. Over eerlijk durven zijn. Over creatief nadenken en een andere oplossing vinden. Over dat ‘iets fout doen’ iets heel anders is dan ‘fout zijn’. Over eigenwaarde. Over kracht om het opnieuw te proberen.
Helaas heb ik als kind de tegenovergestelde conclusies getrokken. Wat mij in de tientallen jaren erna behoorlijk in de weg heeft gezeten. Gelukkig heb ik dit later als volwassene alsnog kunnen leren. En kwam ik tot de ontdekking dat het ook heel anders kan.
Want stel dat je als kind valt en wel even mag uithuilen. Als er iemand met geduld is om je weer overeind te helpen en te troosten. Als je je gefrustreerdheid mag uiten als iets niet lukt en je gedachten daarover. Als er geduld is van je opvoeder om iets kalm uit te leggen. Als er iemand is om je aan te moedigen om creatief na te denken en het opnieuw te proberen. Als er ruimte voor je is, als kind? Dan bouw je als kind een stevige basis voor de rest van je leven.
Stel dat wij het anders gaan doen
Ik heb gemerkt dat ik niet de enige ben. Ik zie veel mensen om mij heen, zowel dichtbij als in de publieke wereld, die moeite hebben met het maken van fouten en die ik dezelfde onhandige bewegingen zie maken als ik ooit heb gemaakt.
Ik geloof niet dat deze mensen, die fouten maken, ze ontkennen of ervoor weglopen, helemaal niets voelen. Diep van binnen voelen ze de emoties van schaamte en ongemak wel en willen ze het graag oplossen, maar ze hebben soms geen idee hoe. Vaak hebben ze het niet geleerd of net als mij een hele andere conclusie uit hun jeugdervaringen en de bijbehorende gevoelens getrokken en die meegenomen in hun verdere leven. Dat is wat hun gedrag in hun leven nu beïnvloedt. Ze weten niet om te gaan met gevoelens van teleurstelling, boosheid, verdriet en schaamte.
Stel dat wij als opvoeders en begeleiders het nu anders gaan doen en anders omgaan met kinderen. Als we ruimte maken en geven aan het voelen van emoties. Als boosheid, verdriet en schaamte er gewoon mogen zijn. Als wij, als volwassenen, ons toestaan om die emoties van het kind te ontvangen. Als we stoppen met ons ongemakkelijk daarbij te voelen. En begrijpen dat die emoties er om een reden zijn. Er is namelijk iets gebeurd wat niet fijn of niet goed was. Dat wil geuit worden. Dat wil gezien worden. Daarmee geven wij dit kind de kans om iets te leren en te groeien als mens.
Hoe zullen deze kinderen het gaan doen als zij later volwassen zijn? Als ze ouders zijn, of leraren zijn, als ze in het bedrijfsleven werken, of de politiek in gaan of misschien zelfs wel wereldleider worden. Als ze voor een belangrijke beslissing staan, als ze struikelen en vallen. Hoe zullen zij dan omgaan met hun vergissingen? Anders dan wij het nu doen?
Linda van der Kwast is schrijver en intuïtieve coach.
Reacties