Sinterklaas-perikelen en de stem van de kinderen: 'Als hier een zwart blaadje lag, zouden we er dan ook een uur over praten?'
5 december 2014
Het is eind oktober en de intocht van Sinterklaas nadert. Mét zwarte Pieten. Dat leidt op televisie en in de politiek tot discussies over de discriminerende elementen van het feest. Maar het leeft net zo goed dichterbij. Zo werd schoolleider BartJan Commissaris op zijn Amsterdamse Brede school benaderd door een vader: hij had pijnlijke en negatieve associaties bij het feest. 'En ik weet dat ik zeker niet de enige ben met deze beleving. BartJan en de vader gingen in gesprek. Zij wendden zich vervolgens tot de kinderen van groep 8. 'Twee volwassen mannen stonden naast elkaar in de klas...'In september kwam er een vader bij mij. "Het gaat over Sinterklaas", begon hij. Hij vertelde mij dat hij zijn ervaringen al met de juf had gedeeld, en van haar had gehoord dat aanwezigheid en deelname aan de Sinterklaasdag op school verplicht was. Dit omdat het een gewone schooldag is voor de kinderen. De aanwezigheid was ook geen issue voor hem, maar de invulling van het Sinterklaasfeest wel. "Ik ben al op tien scholen geweest om te vragen hoe ze het daar doen en overal dien je “gewoon” Sinterklaas te vieren. Ik zou het ‘gewoon’ graag anders zien. Ik heb slechte ervaringen met Sinterklaas. Zelfs op deze school wordt het Sinterklaasfeest ‘gewoon’ gevierd."
Het kinderfeest “Sinterklaas” was voor hem ook verbonden aan thema’s als discriminatie en onderdrukking. Naast de twijfelachtige positie van 'knecht', is het ook de manier waarop Piet wordt neergezet in de verhalen, liederen en beelden. "Dom, sloom, clownesk, gebrekkig de taal beheersend en de verbinding van Piet met negroïde mensen.”
Protest
In Amsterdam Zuidoost had ik binnen mijn werk al eerder ervaring gehad met mensen die tegen de aanwezigheid van zwarte Piet waren. Hun protesten gingen uit van het “niet serieus genomen worden” maar ze hadden vaak ook een bedreigend karakter: scholen ontvingen zelfs dreigbrieven en de lokale media kreeg waarschuwingen. Op de dag zelf gingen ze met gekleurde verf de zwarte Pietjes te lijf. Ik kon wel begrijpen waar de sentimenten vandaan kwamen, maar wat ik vooral lastig vond, was dat de toonzetting “in die tijd” werd vormgegeven vanuit ‘het eigen gelijk’.
Deze groep toonde geen respect voor andere opvattingen en stond niet open voor een open gesprek. Deze vader kon zich ook niet vinden in een eenzijdige benadering. Hij stond net zoals ik de dialoog voor waarin beide perspectieven gehoord en erkent dienen te worden.
Met de vader besprak ik, na zijn kant van het verhaal gehoord te hebben, hoe wij op dit moment met onze school met het feest omgaan. "We vieren hier op school wel Sinterklaas met elkaar, maar het strafelement hebben we er allang uitgehaald. We willen dat het een kinderfeest is waar ieder kind van kan genieten en aan kan meedoen." Samen besloten we er verder over te praten en te kijken hoe we de beide perspectieven konden verbinden naar de toekomst.
Dilemma
Het dilemma van de vader liet mij niet los. Ik besprak de kwestie in het lerarenteam. Daar waren verschillende meningen hoorbaar: "We gaan niet veranderen, omdat één iemand dat zegt! Het is een traditie, we doen het al eeuwen zo! " en tegelijkertijd daalde er ook een bewustzijn in dat er verschillende perspectieven zijn en we hier allemaal mee om willen leren gaan om het plezier van alle kinderen en ouders te kunnen blijven verbinden aan het Sinterklaasfeest.
Op de dag van Sinterklaas was de leerling op school en er werd tijdens het feest in de groep aandacht besteed aan andere perspectieven. De verdere dialoog qua invulling van het Sinterklaasfeest naar de toekomst liep gewoon door. Het stond voor ons los van elkaar. "Ik heb het gevoel dat ik hier op school kan zijn wie ik ben, er wordt ook naar mijn perspectief geluisterd", zei de vader in het gesprek. Dat raakte mij. Ik stelde voor om samen naar de hoogste klassen van de school te gaan en ons Sinterklaas-dilemma daar aan de kinderen voor te leggen.
Twee volwassen mannen stonden naast elkaar in de klas. De kinderen begrepen onze vragen en analyseerden er vanuit hun perspectief op los. "Als we die zwarte pieten nou allemaal namen geven, dan zijn we van het woord 'zwart' af." "Volwassenen zijn degenen die het over racisme hebben, wij kinderen, zien de verbinding niet. Het is een kinderfeest, voor jonge kinderen." "Ik vind niet dat we het voor volwassenen moeten veranderen of afschaffen." De oplossingen en opmerkingen wisselden elkaar in rap tempo af.
Te midden van de discussie wees een leerling op een wit blaadje: "Als hier een zwart blaadje lag, zouden we er dan ook een uur over praten?", een andere leerling gaf aan “waarom zouden we een traditie zo handhaven dat het andere mensen kwetst”. Ook vanuit de kinderwereld zoekt men op eigen wijze naar verbinding.
Op dit moment is de school nog steeds in gesprek om het feest samen kleur te geven. Met dank aan het “andere” perspectief.
BartJan Commissaris is directeur van een basisschool in Amsterdam Zuidoost
Naschrift van hetkind:
Inmiddels is de Zwarte Pieten-discussie heviger opgelaaid dan ooit. Graag wijzen we je daarom op een aantal bijdragen aan de discussie, die wij opmerkelijk, opbouwend of interessant vonden:
Een bijdrage van hoofdpiet Erik van Muiswinkel werd op 22 oktober gepost op de site van NRC Handelsblad. In zijn weloverwogen stuk ‘Maak mij minder zwart en minder knecht’, laat hij zien dat levende culturele tradities bestaan bij de gratie van het blijvend-in-ontwikkeling-zijn. Hij wijst onder andere op de evolutie in uiterlijk en gedrag die Piet in de laatste decennia ondergaan heeft:
“Zwarte Piet in Nederland is, zeker op televisie, al lang ‘Piet’ geworden. Hij kan ook ‘zij’ zijn, heeft geen overdreven rode lippen en glanzende oorringen meer, praat niet krom en jaagt geen angst meer aan. ‘Piet’ (Huispiet, Babypiet, Moederpiet, Pietje Verliefd, Coole Piet) is de soortnaam voor een club kinderentertainers, vaak zelf nog kinderen, waarvan iedereen best mag zien dat het geschilderde witten zijn.”
Op De Correspondent betoont Rob Wijnberg zich op 23 oktober een ‘raciaal scepticus’, waarbij hij ingaat op de negentiende-eeuwse ongefundeerde, maar hardnekkige aanname dat er specifiek van elkaar te onderscheiden ‘rassen’ zouden bestaan. Vervolgens laat de filosoof zien hoe we juist níet van het denken in rassen afkomen door te stellen dat "Zwarte Piet racisme is":
“Begrijp me niet verkeerd: ik kan me goed voorstellen dat Gario gelijk heeft als hij zegt dat Zwarte Piet kan leiden tot racistisch gedrag jegens donkere mensen. En dat er ook nog genoeg zijn die dat gedrag etaleren. Dat hij zich daar tegen keert, juich ik van harte toe: dat zou de kop in moeten worden gedrukt. Maar dat is iets fundamenteel anders dan beweren dat Zwarte Piet 'racisme is'. Zijn streven is nobel, maar zijn beklag precies verkeerd: we moeten blind zijn voor rassen, om ons er vervolgens van te beschuldigen dat ‘wij’ niet zien dat Zwarte Piet een symptoom van is dat denken, omdat het beledigend zou zijn voor ‘zwarte mensen’. Dat noem ik - oh ironie - de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.”
En voor wie inmiddels wel wat relativering kan gebruiken: MC T-Lex (Arjen Lubach) bracht in zijn Koefnoen Rapservice van 12 oktober wat verlichting door de jaarlijkse pietendiscussie te verheffen tot een vast ritueel onderdeel van de sinterklaasceremonie.
Geert Bors en Annonay Andersson, redactie hetkind
Reacties