'Sense of Urgency in Boston hardnekkiger dan in Nederland'
11 januari 2015
In een grote KLM 747 ergens tussen Washington DC en Amsterdam vroeg Nickel van der Vorm zich af of wat hij een week lang op Amerikaanse scholen had ervaren ook bij ons zou kunnen plaatsvinden. “Kunnen” in de zin van of we het zouden kunnen waarmaken. Ik was onder de indruk. Geïnspireerd. En daar wil je dan wat mee.'' Een overdenking van zijn hand.Ik was met een collega van het NIVOZ en de twee directeuren van de Noordwijkse School naar Boston gevlogen waar we de Mission Hill basisschool en de Francis Parker middelbare school bezochten. Beide scholen zijn onderdeel van de Coalition of Essential Schools (“CES”) (www.essentialschools.org), een organisatie die haar oorsprong vindt in de fenomenale successen behaald met enkele scholen in Harlem, Manhattan, en die nu uit ruim 1500 scholen bestaat en is verspreid over vrijwel alle staten van Amerika.
Het fenomenale – want die classificatie mogen we er als nuchtere Hollanders best aan geven – van de successen zit hem niet alleen in een radicale vermindering van drop-outs en de significant hogere resultaten van de leerlingen, maar zat voor mij vooral in de echtheid en wat wij volwassenheid zouden noemen van de kinderen: reflectief, bewust, voorkomend. De gesprekken die ik voerde met willekeurige leerlingen van alle leeftijden en alle achtergronden waren allemaal even imponerend. De betrokkenheid en zichtbare intrinsieke motivatie was zowel bij de leerlingen als de leraren overdonderend. Het lukt deze scholen om kinderen, afkomstig uit de meest ongunstige achtergronden van Amerika, controle te laten nemen over hun eigen ontwikkeling in een omgeving waar discipline tot uiting komt in de begrippen verantwoordelijkheid en vertrouwen.
Uiteindelijk bedacht ik dat we in Nederland waarschijnlijk niet de “sense of urgency” hebben die men aantreft bij de Essential Schools waar leerlingen en leraren weten dat een succes op school, hoe klein ook, het verschil kan maken tussen de kans op een opleiding en een leven op straat, tussen het zullen krijgen van een baan en het lidmaatschap van een streetgang, tussen leven en dood. In de week waarin senator Obama werd verkozen tot de nieuwe president van de VS drong het tot me door wat een rauw maar bijzonder land het is. Noem het oppervlakkig in cultuur, noem het de personificatie van het failliet van de kapitalistische welvaartsmaatschappij maar er gebeurt wel heel veel. De algemene instelling is “upbeat”, ondernemend ingesteld, hard werkend en een grote nadruk op de eigen verantwoordelijkheid.
Toch weet ik dat ook in Nederland, en dan beperk ik me even tot het onderwijs, ook heel veel mogelijk is en heel veel gebeurt. De IMC Weekendschool is daar een uitgesproken bewijs van (www.weekendschool.nl). Honderden zogenaamd kansarme jongeren committeren zich aan het “opgeven” van al hun buiten vakantie vallende zondagen om drie jaar lang van mensen met passie voor hun vak of baan les te krijgen.
Een jaloersmakend initiatief zo typeerde Felix Rottenberg het tijdens het 10-jarig bestaan; een initiatief waar je ook aan wilt bijdragen. Maar ook in het reguliere onderwijs zie ik veel en steeds meer voorbeelden en initiatieven van scholen, onderwijsvormen en netwerken die laten zien dat de overdracht van essentiële kennis en vaardigheden gepaard kan gaan met een hoge mate van individuele talentontwikkeling.
Het gaat erom dat deze voorbeelden niet hun “gelijk” gaan halen, maar tot voorbeeld en inspiratie zijn. En hopelijk leiden tot “habits of mind” waarin een diversiteit aan onderwijsvormen kan worden ontwikkeld en in stand gehouden zodat een onderwijsklimaat ontstaat waar velen aan willen bijdragen.
Hetkind is juist hiervoor opgezet!
Nickel van der Vorm is directeur van het NIVOZ in Driebergen.
Reacties