Schoolgrootte en schoolprestaties: is kleiner fijner?

3 november 2013

Philip Brinckman, directielid van het Sint-Jozefcollege in Turnhout zet in de Vlaamse zakenkrant De Tijd zijn vraagtekens bij megascholen en beschrijft waarom daar volgens hem geen draagvlak voor is. 'In te grote scholen neemt de sociale cohesie af.  Wanneer dit cement afbrokkelt, neemt ook het welbevinden en dus ook de leermotivatie af.' In de publicatie'Klein en toch groot' wordt ook ingezoomd op het succes van kleine scholen. Maar de conclusie van Leraar24 is voorzichtig: 'Optimale schoolgrootte is niet zonder meer vast te stellen. Sterker nog, steeds meer onderzoeken benadrukken dat de factor schoolgrootte alleen niet per definitie tot betere schoolresultaten leidt.'

In het artikel 'Er is geen draagvlak voor megascholen met duizenden leerlingen' stelt Brinckman het volgende:

'De menselijke maat voor een goede grootte van een secundaire school ligt tussen de 500 en 1.000 leerlingen. Een megastudie van de vermaarde onderwijskundige John Hattie spreekt van een ideale bestuurlijke grootte van 800 leerlingen. Meer nog: uit zijn onderzoek blijkt dat de schoolgrootte veel belangrijker is voor de leerprestatie van de leerlingen dan de klasgrootte.'  Lees hier meer over Hattie's onderzoek.

'Ook in Nederland komt men terug van de té grote scholengroepen. Je hoort meer en meer het woord 'defusie'. Nederland doet dit niet zomaar. Ervaring en onderzoek wijzen uit dat megascholen er meer nadelen opleveren dan voordelen, niet alleen economisch, maar ook pedagogisch.'

In het onderzoek 'Klein en toch groot' wordt de succesfactoren van het kleinschalig onderwijs beschreven met als onderzoeksvragen: “Zijn de factoren en variabelen, waarvan bekend is dat ze de succeskansen van leerlingen, de mate van tevredenheid van ouders en de arbeidssatisfactie van docenten positief beïnvloeden sterk aanwezig in kleine organisatorische eenheden en welke betekenis geven docenten, ouders en leerlingen hieraan?”

Leraar24 concludeert: 'Schoolgrootte kan als een factor die indirect van invloed is op de onderwijskwaliteit gezien worden.'