Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Samenleven, ofwel het onderscheid tussen invloed die zelfbeschikking verhindert, dan wel bevordert'

4 december 2013

Schoolleider Iko Doeland maakt onderdeel uit van een onderwijsgemeenschap, maar staat daarin regelmatig met lege handen. 'We zijn vaak tandeloze tijgers met goede bedoelingen en lopen vast in een soort grindbak van gesprekken en formulieren.' Onze wensen en gevoelens hangen samen met die van anderen en wat zíj doen. Doeland stelt zichzelf een elementaire vraag: 'Hoe kunnen we onderscheid maken tussen een invloed die onze zelfbeschikking verhindert en een invloed die onze zelfbeschikking bevordert?' Er zijn niet veel vragen die voor het samenleven van mensen zo belangrijk zijn.  Zijn blog.

bieriIk ben buitenstaander van professie en werk van binnenuit. Sinds enige tijd ben ik lid van een onderwijsgemeenschap met een culturele diversiteit waarvoor ik meerdere mensenlevens nodig heb om ze allemaal te leren kennen. Ik meen verstand te hebben van onderwijs, van mensen en van veranderprocessen en bovendien meen ik een zegje te kunnen doen over leerbehoeften van jonge mensen. Maar hier sta ik regelmatig met lege handen.

Natuurlijk is er altijd die institutionele en rationele vluchtheuvel waar ik als professional op kan gaan staan als ik er als mens even niet meer uitkom. Dat geldt voor veel van mijn collega’s.  Meestal staan we dan noodgedwongen met lege handen af te wachten omdat een van die andere instellingen met een veel te grote case load maar met de benodigde expertise hun ding aan het doen zijn. We zijn vaak tandeloze tijgers met goede bedoelingen en lopen vast in een soort grindbak van gesprekken en formulieren.

In zijn lezing ‘Wat zou een autonoom leven zijn?’ spreekt de Zwitserse filosoof Peter Bieri over morele intimiteit. Mensen zijn geen eilanden, maar wensende en voelende wezens: ‘Onze gevoelens en wensen betreffen vaak anderen en hangen af van wat zij doen. Hoe kunnen we onderscheid maken tussen een invloed die onze zelfbeschikking verhindert en een invloed die onze zelfbeschikking bevordert? Er zijn niet veel vragen die voor het samenleven van mensen zo belangrijk zijn als deze.

We verwachten van elkaar dat we soms ten gunste van anderen afzien van de verwezenlijking van onze wensen. Als in plaats van onze eigen belangen die van anderen ons handelen bepalen, denken en handelen we vanuit een moreel standpunt. Want dat is de kern van morele achting en consideratie: dat de belangen van anderen voor ons reden zijn om iets te doen of te laten.’ Dat vraagt om moed, empathie en autonomie. En dat het ons daar regelmatig aan ontbreekt, wil ik illustreren aan de hand van een kort maar loepzuiver gedicht van de Pools dichteres Wisᴌawa Szymborska, genaamd Kettingen.

Een hete dag, een hondenhok en een hond aan de ketting.
Een paar stappen daarvandaan een kommetje met water.
Maar de ketting is te kort en de hond kan er niet bij.

Voegen we aan dit plaatje nog één detail toe:
onze veel langere
en minder zichtbare kettingen
die ons in staat stellen in alle rust hieraan voorbij te gaan.

Het tafereel met de hond is uiterst invoelbaar, maar het is de afstandelijke ironische toon in het gedicht die achterdochtig en behoedzaam maakt. Het lijkt zo in eerste instantie over jezelf als lezer te gaan. Je bent al op je hoede. Verderop blijkt het echter over ‘ons’ als menselijke soort te gaan. Zo staat het gedrag van mensen opeens tegenover het dier. In dit geval tegenover een hond voor wiens behoeften wij maar weinig oog hebben. Of beter: wiens behoeften wij negeren omwille van onze eigen verplichtingen.

Maar het zijn de woorden ‘in alle rust’ in diezelfde regel die verontrusten en die het gedicht een ethische lading geven. De woorden plaatsen vraagtekens bij onze vermeende autonomie en vrijheid, nee, meer nog: bij de verhevenheid van onze soort. Overigens durf ik in die hond gerust ook de Ander te zien die we honds behandelen. Het gewenste goede leven kent mechanismen van in- en uitsluiten. We kunnen werken aan een goed leven, maar wat betekent dat als we in alle rust voorbijgaan aan de gemeenschap van overlevers? Gepreoccupeerd als we zijn met onze bezigheden, gaan we voorbij aan de noden van anderen. Dat is geen verwijt. Het stelt alleen vragen bij wat het betekent mens te zijn.

ikooGemeenschap veronderstelt iets gemeenschappelijks. Een groep individuen vindt elkaar op basis van wat zij delen. Lees verder

Iko Doeland gaat in het blog ‘Onderwijstijd’ op zoek naar antwoorden op vragen over het onderwijs in onrustige tijden. Hij werkt momenteel als schoolleider ad interim op een vmbo-school met zo’n 70 verschillende nationaliteiten in Rotterdam Zuid.

Literatuur


Biesta, G. J.J. (2010). Good Education in an Age of Measurement. Boulder/London: Paradigm Publishers.

Bieri, P. (2012). Hoe willen wij leven? Amsterdam: wereldbibliotheek.

Lingis, A. (1994). The Community of Those Who Have Nothing in Common. Bloomington: Indiana University Press.

Szymborska, W. (2013). Zo is het genoeg. Breda: De Geus.

Szymborska, W. (2007). Einde en begin. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff.

Tranströmer, T. (1992). Het wilde plein. Gedichten 1948-1990. Vert. en nawoord J. Bernlef. Amsterdam: De Bezige Bij.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief