Ruzie in de zandbak: 'Vier jaar, net op school en volledig uitgeput'
18 augustus 2014
Even knippert ze met haar ogen, maar al snel gaan ze weer dicht en wordt haar ademhaling rustiger. De tranen liggen roerloos op haar wangen. Ze trekt haar beentjes op en draait zich op haar zij. Als een reflex verdwijnt haar duim in haar mond en zakt ze in een diepe slaap. Het bedje in de huishoek is blijkbaar een goed alternatief voor haar eigen bed. Vier jaar, net op school en volledig uitgeput. 'Heerlijk weer eens, zo’n dagje kleutergroep!', schrijft schoolleider Karin Donkers in haar nieuwste blog.Een kwartier eerder was ze nog in een heftige ruzie verwikkeld. Daarin kwam ze niet veel verder dan lelijke taal uitslaan en 'maaide' ze met een schep in de rondte. Ze had daarbij een klasgenootje geraakt, die natuurlijk meteen gillend naar mij toe was gelopen. Zo klein als ze waren, maakten ze het geluid van twee bekvechtende buurvrouwen die allebei van mening waren dat de bramenstruik in het plantsoen hun eigendom was.
Ook bij deze kinderen ging het over het ‘eigendomsrecht’. Maar dan over het plekje in de hoek van de zandbak, waar ze natuurlijk allebei tegelijk een start wilden maken met hun zandkasteel. Deze jonge kleuters speelden nog naast elkaar en van enig overleg was natuurlijk geen sprake. Het dichtbijkomen van de één vormde een bedreiging voor de ander. Ze beschikten nog niet over de vaardigheden die nodig zijn voor goed overleg of het maken van een gezamenlijk plan. Zoals een hond zijn territorium afbakent door het plaatsen van zogeheten ‘geurvlaggen’, zo waren deze meisjes 'hun stukje zand' aan het bewaken met de enige vaardigheid die ze thuis tot nu toe hadden meegekregen: schreeuwen en slaan. Allebei uit een gezin waar huiselijk geweld aan de orde van de dag is en waar een goed voorbeeld in probleemoplossend vermogen ontbreekt.
Ik was met het ‘slachtoffertje’ teruggelopen naar de zandbak om samen te praten over hetgeen er was gebeurd. Als een kat in het nauw begon Maaike meteen weer te schreeuwen; ze had het niet expres gedaan en ze was gepest; bang als ze was voor mijn reactie of de eventuele straf die ze zou kunnen verwachten. Ze wist immers niet beter dan - als je iets had ‘geflikt’ had, dat je straf zou krijgen. Dit was ook de taal die ze thuis te horen kreeg.
Ik ging op de rand zitten en Suzy nam automatisch plaats naast me. Ze huilde niet meer, maar keek wat verdwaasd naar Maaike die nog steeds bezig was om ons op afstand te houden. 'Maaike,' zei ik op een stil moment tussen haar razernij door, 'kun je me ook vertellen wat nou precies het probleem is zodat we samen kunnen nadenken over een oplossing. Je bent nu wel heel erg boos, maar Suzy heeft de klap met jouw schep gekregen en vind je niet dat die eigenlijk ook best een beetjes boos op jou mag zijn?'
Suzy keek me aan en ik voelde dat ze blij was met dit stukje erkenning van het geen haar was aangedaan. Maaike wist zich op haar beurt met deze vraag duidelijk geen raad. Het was natuurlijk ook zo’n vraag waar je als vierjarige - niet gewend om überhaupt te praten - geen kant mee uit kon. Maar blijkbaar had het wel zoveel impact dat ze rustig werd en snikkend bij ons op de rand kwam zitten. 'Kusje erop, over' - duidelijk een poging om het goed te maken, maar het bood voor mij ook de mogelijkheid om nu wat rustiger over het voorval te praten. 'Hoe zouden we het volgend keer anders kunnen aanpakken? Hoe lossen we het op als er twee meisjes in hetzelfde hoekje van de zandbak willen spelen?'
We babbelden nog wat door en kwamen tot de oplossing om dan misschien volgende keer samen een kasteel te maken. En natuurlijk begreep ik dat het ook een volgende keer niet meteen goed zou gaan en dat ze ook de komende tijd elkaar wel ‘tegen zouden komen’. Maar voor nu was het even goed.
Het was tijd om naar binnen te gaan en eenmaal in de kring zag ik dat het incident meer met Maaike had gedaan dan ik dacht. Ze gaapte en schoof wat heen en weer op haar stoel. Volledig lam geslagen en moe met nog steeds wat langzaam naar beneden lopende tranen. Ze was ‘uitgelogd’ en teruggetrokken in haar eigen wereldje. Toen ze mocht kiezen uit de kiesbak, koos ze een vork die symbool stond voor haar keus voor het spelen in de huishoek.
Vrijwel meteen kroop ze in het kinderledikantje en zei tegen de kinderen die ook voor het huishoekspel gekozen hadden: 'Ik ben wel kindje.' Waar er normaliter toch eerst wat gekissebis ontstond om tot een compromis te komen, legden dit keer de drie andere kinderen zich onmiddellijk neer bij Maaikes voorstel. En binnen twee minuten was ze vertrokken, volledig uitgeput door het conflict en de daarbij behorende gesprekjes en emoties. Ze was het zo niet gewend. 'Sssstttt,' zeiden haar speelmaatjes, 'het is bedtijd, Maaike is moe en ze moet gaan slapen.'
Vanaf een afstandje sta ik te kijken. Heerlijk weer eens, zo’n dagje kleutergroep!
Karin Donkers blogt regelmatig over haar onderwijspraktijk op haar eigen blog en binnen het collectief Onderwijswijven. Ze is schoolleider op de Cocon in Alkmaar, een school voor ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO)
Reacties