Robert van Mulligen vertelt: 'Wat voor leerkracht wil ik zijn?'
9 februari 2015
Robert van Mulligen vertelt over zijn professionele ontwikkeling als leerkracht. De verbinding wordt gelegd tussen de leerkrachtstijl van Robert en de drie dimensies van leerkrachtstijl uit het EGO-concept, namelijk: gevoelig voor beleving, stimulerend tussenkomen en autonomie verlenen. Robert van Mulligen is tegenwoordig werkzaam als docent en kerndocent op de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam.Zijn bijdrage:
“Tijdens de stages van de verkorte PABO opleiding was ik er nog niet van overtuigd dat het vak echt iets voor mij was. In groep drie liep ik bijvoorbeeld stage bij een autoritaire leerkracht die vooral de negatieve kanten van alles benoemde. Ik dacht: ‘Dat nooit, maar hoe dan wel?’ Na een stage in groep acht bij Roland Schut (ex-directeur van de Sint Lukasschool, nu onder andere docent Pedagogisch Tact van NIVOZ) wist ik: ‘Dit is hoe ik het wil’. Roland gaf handen en voeten aan de leraar die ik wilde zijn. Positiviteit uitstralen en sfeer creëren in een groep, waren belangrijk. Ik zag welke invloed dat had op de ontwikkeling van de kinderen. Dat gaf me motivatie om door te gaan en mijn plek te vinden in het onderwijs.”
Mezelf zijn
“Ik heb me in tien jaar enorm ontwikkeld als leerkracht. De eerste twee jaren waren er vooral op gericht te ervaren wat het vak inhoudt, hoe ik de rol van meester moet vervullen en hoe kinderen op mij zouden reageren. Ik leerde dat als ik niet op tijd grenzen stel, er geen goede sfeer ontstaat. In het begin was ik heel bang de controle kwijt te raken. Ik zat ‘bovenop’ de kinderen, om te voorkomen dat het mis zou gaan en lette gespannen op de boefjes in de klas. Na verloop van tijd werd ik meer ontspannen. Ik ging ruzie in de dramales, bijvoorbeeld, beschouwen als onderdeel van het proces. Dan bedacht ik me: “Hier leren ze van; vaker doen dus. Ik leerde hoe ik mezelf kon zijn in het vak. Dat gaf een goed gevoel. Ik hoefde geen rol te spelen en vanuit die rol de kinderen aanspreken. Ik ontdekte bijvoorbeeld, dat ik, op mijn manier, met humor ook grenzen kan stellen. Met humor breng je de boodschap over en blijft de sfeer goed.”
Op afstand
“Als beginnend leerkracht zat ik teveel ‘in mijn les’, waardoor ik niet goed kon inspelen op de situatie. De kinderen moesten het op de manier doen, zoals ik die voor ogen had gehad in mijn voorbereiding. Het liep natuurlijk vaak niet zoals ik had verwacht, waardoor ik boos werd. Nu weet ik dat het mijn angst was, om de regie te verliezen. Later leerde ik van afstand naar situaties te kijken. Soms letterlijk, gaan zitten en kijken naar wat er gebeurt. “Wat doen de kinderen? Hoe voelen ze zich? Hoe betrokken zijn ze? Hoe gaan de kinderen met elkaar om?” Vanuit die positie is het makkelijker om in te haken op wat er leeft. Ik ontdekte dat als het niet goed gaat, het heel vaak aan mezelf te wijten is. Hierdoor kon ik niet meer boos zijn op de kinderen. Er is altijd een les voor mezelf, om het de volgende keer beter te doen.”
Leerkrachtstijl dimensie A: Gevoelig voor beleving
De mate waarin de leerkracht gevoelig is voor het welbevinden (en/of de sociaal-emotionele behoeften) van de kinderen /jongeren. De leerkracht toont een basishouding van respect, aandacht, affectie, bevestiging, duidelijkheid en begrip. Dat vraagt empathie van de leerkracht.
“Kinderen mogen bij mij zijn wie ze zijn. Ik kijk naar kinderen om te zien hoe het met ze gaat. Wat ik zie, verwoord ik naar hen toe. Daaruit ontstaat een gesprek. Ik wil hun verhaal graag horen en probeer me in te leven in hun situatie. Kinderen maken veel mee. Een klopje op iemands schouder en oprecht interesse tonen, verkleinen de afstand tussen leerkracht en kind. Dat hebben ze soms nodig. Ook ben ik me ervan bewust dat complimenten geven belangrijk blijft. Ik let erop niet te denken: ‘ze kunnen het zo ook wel’. Kinderen treffen me in mijn hart door te gaan stralen van een compliment.”
Leerkrachtstijl dimensie B: Stimulerend tussenkomen
De mate waarin de leerkracht het exploreren en ontdekken van kinderen/jongeren positief beïnvloedt door een rijke leeromgeving. De leerkracht geeft denkstimulerende, actiestimulerende en communicatiestimulerende impulsen.
“Kinderen aan het denken zetten. Dat wil ik bereiken met mijn onderwijs. Het blijft voor kinderen lastig om te verwoorden wat je denkt of wat je voelt. Ik prikkel hen na te denken door bijvoorbeeld vragen te stellen. “Kijk eens kritisch naar je eigen werk. Klopt het? Is dat wat je bedoelt? Denk er nog eens over na.” Ik doe dat zelf voor door hardop te denken: “ik denk dat ik de les niet goed heb voorbereid, want ik merk dat jullie het niet begrijpen. Hoe ga ik dat oplossen?” Dan zien ze dat ik ook fouten maak en dat ze ook naar mij toe kritisch mogen zijn. Kwetsbaar opstellen hoort daarbij.”
Uitnodigen
“Ik vind belangrijk om in de lessen interactie in te bouwen. Daarom zitten er veel kringgesprekken en coöperatieve werkvormen in het programma. We beginnen de dag in de kring en eindigen ermee. Ik vraag dan: “Hoe vind je dat het gegaan is? Hoe vind je dat je zelf hebt gewerkt? Hoe vond je de uitleg? Heb je het begrepen? Snap je het? Hoe vond je dat de klas het deed?” Ook ik zeg wat ik goed vond gaan en wat we de volgende keer anders gaan doen. Dan sluit ik de dag af met een compliment: “Ik heb vandaag van jullie genoten.”
Woordenschatonderwijs
“De kinderen op school hebben taal en woordenschatonderwijs nodig. Daarom heeft dat een grote plaats in mijn onderwijs. Maar het werken met de taalmethode gaf problemen. Vanuit onze behoefte aan te sluiten bij de wereld van de kinderen en activiteiten te bieden die tot betere resultaten zouden leiden, ontwikkelden we voor elke groep een taalmap. Een voorbeeld is de doelstelling ‘zelfstandige naamwoorden en persoonsvormen herkennen’. Vanuit een zelfgeschreven tekst van een kind gaan we aan de slag: “waar staan hier de zelfstandige naamwoorden? Wat zijn persoonsvormen?” Dat werkt beter dan een tekst waar ze niets mee hebben. Kinderen vinden het heel leuk: “meester wanneer gaan we weer een woord leren?”
Leerkrachtstijl dimensie C: Autonomie verlenen
De mate waarin de leerkracht ruimte geeft voor het nemen van initiatieven en voor het individuele ontwikkelingsproces. Dat vraagt van de leerkracht geloof in groeikracht van kinderen/jongeren.
“Naast de school staat een voetbalkooi waar elke klas in de pauze één dag in de week mag voetballen. Groep zes kwam met een idee. Ze wilden met elkaar kleine teams te maken en dan een heel wedstrijdschema afwerken. Er werden gemengde teams samengesteld met professionele namen. Wekelijks werden er twee wedstrijden van twintig minuten gespeeld met een kind als scheidsrechter. Een kind dat moeite had met rekenen, hield de stand bij en verwerkte de punten in tussenstanden. Die standen werden op de computer ingetypt en opgehangen op de deur. Hierdoor leerden kinderen niet alleen goed met elkaar om te gaan. Ze pasten ook op een realistische manier zelf rekenen toe.”
Portfolio
Ik werk graag met portfolio’s voor kinderen. Dat wat je hebt geleerd, wordt als normaal beschouwd. Daardoor zie je je eigen leerproces niet. Als je een portfolio maakt, kun je zien wat je hebt geleerd. Het geleerde wordt tastbaar. Kinderen worden vaak door verrast door hun eigen groei.”
Leerkrachtstijlen
Robert: “ Ik heb nu scherp voor ogen wat ik wil bereiken met de groep. Ik stel hoge eisen aan de kinderen met betrekking tot hoe ze met elkaar omgaan. Ook in prestaties ben duidelijk: Gezelligheid alleen is niet voldoende, ik wil ook dat de werkwoorden goed zijn. Ik vind het belangrijk kritisch naar mezelf te blijven kijken en na te denken over wat ik doe. In dit artikel zie ik dat in mijn stijl vooral de leerkrachtstijlen gevoelig voor beleving en stimulerend tussenkomen duidelijk naar voren komen. Interacties met kinderen, zijn voor mij elke dag de moeite waard. Kinderen serieus nemen, veel praten en serieus zijn ten aanzien van leren, zijn voor mij de belangrijkste aspecten van het vak. “Door u wil ik leren, meester.”, is voor mij het grootste compliment.”
Robert van Mulligen is tegenwoordig werkzaam als docent en kerndocent op de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Daarnaast is hij in opleiding tot docent Pedagogische Tact.
Tekst: Ingrid van Reede van Oudtshoorn , redactielid Egoscoop
Reacties