Rapport Nationale Denktank: ‘Niet hemelbestormend, wel een volgende stap in transitieproces.’
10 december 2015
De 24 jonge deelnemers van de Nationale DenkTank 2015 – net afgestudeerden en promovendi die met vernieuwende ideeën de Nederlandse samenleving vooruit willen helpen - zijn misschien geen hemelbestormers. Dat schrijft Gertjan Kleinpaste, die maandag bij de presentatie in Amsterdam aandachtig luisterde. ‘Maar het zijn wel realisten, een groep jonge mensen die oplossingen aandragen, die op een aantal plaatsen in het land al succesvol toegepast worden. En in de terminologie van Jan Rotmans -hoogleraar veranderkunde en ‘kanteldenken’ – zijn er na koplopers en kantelaars ‘verbinders’ nodig om de onafwendbare verandering een slag verder te brengen.’ Dit is zijn blog.Op de zachtste decemberdag sinds jaren – afgelopen maandag - reed ik naar Amsterdam. In ‘Het Sieraad’ presenteerde de Nationale DenkTank er deze week haar rapport over ‘De toekomst van het leren’. Voor aanvang hoorde ik Claire Boonstra – initiatiefneemster van Operation Education - nog eens benadrukken dat er voor haar drie zaken van belang zijn: een open mind, lef én lief zijn voor elkaar. Ik ben het daar helemaal mee eens.
Ook voor de jonge enthousiaste mensen die hun tien ‘oplossingen’ presenteerden gelden deze drie waarden, zo bleek, absoluut. Ze stonden met lef op het podium, hadden met een open mind vier maanden lang gewerkt aan dit rapport en ze zijn lief voor de situatie zoals die nu in het onderwijs is. Dat betekent dat hun werk en ideeën minder revolutionair en verstrekkend zijn als ik misschien zelf had gehoopt. Het mooiste moment van de presentatie was de gesproken column – ‘Ik pleit voor vrijheid’ - van de 15-jarige Mette van Dijk: ‘De leerlingen slapen, slapen, slapen. Ze zijn alleen even wakker als het woord toets valt, of cijfer mag ook.’ Ze zette daarmee haarscherp en literair boeiend het beeld neer van de saaie school, waar leerlingen hun dagen uitzitten. Mette wil vrijheid en een beetje romantiek.
Ik luisterde naar Mette (zie foto rechts, gemaakt door Claire Boonstra) en was ineens terug in het jaar 1981. Ik zat op de Pedagogische Academie en in het lokaal waar het vak aardrijkskunde werd gedoceerd. Ik werd wakker toen de docent in mijn oor fluisterde: ‘Aardrijkskunde hoeft niet saai te zijn.’ De grote vraag is steeds weer hoe school en leerling elkaar kunnen inspireren en uitdagen. Ik zag in de zaal een foto staan van Brechje (6 vwo) die een bord toont waarop staat: ‘Een scholier moet zich niet aanpassen aan het onderwijs. Maar het onderwijs aan de scholier.’ Ik maakte een foto met mijn smartphone en plaatste die op twitter met daarbij de opmerking: ‘Dit is natuurlijk waar het echt over gaat. #NDT15’ en per omgaande ontving ik de reactie: ‘De leerling dient zich in te leven in de leraar, opdat hij stijgt’ (Bint, Bordewijk). Een ander reageerde met de opmerking dat Bint zich zou omdraaien in zijn graf. ‘De leraar mag niet dalen, maar de scholier moet klimmen.’
Met die reacties stond ik ineens in 1934; het jaar waarin Bint van Ferdinand Bordewijk verscheen. Het jaar waarin het gebouw waarin ik mij bevond het tweede lustrum vierde – de prachtige locatie is in 1924 gebouwd als ‘de vierde ambachtsschool van de maatschappij van den werkenden stand.’ Het mooie was dat ook deze presentatie vanmiddag over een ambacht ging. Het ambacht van de leraar. Maar die leraar ‘daalt echt niet als hij zich verplaatst in de behoefte van leerlingen in de 21ste eeuw. Bovendien is het soms goed om even een stukje af te dalen om de leerling bij de hand te kunnen nemen en hen te helpen met het stijgen.
Wat mij in de tien oplossingen bevalt, is dat in die oplossingen de leerling centraal staat. Wat mij verder positief trof, is dat de relatie tussen leraar en leerling duidelijk aandacht heeft gehad in het werk van de 24 deelnemers van de Nationale Denktank 2015. Dat blijkt onder andere uit oplossing twee: Onze les. Daarin staat feedback vanuit de leerling over de les van de leraar centraal, met als doel de kwaliteit van lessen te verbeteren. Die feedback wordt uiteraard opbouwend en met het duidelijke doel van het verbeteren van lessen gegeven. Door oprecht feedback te geven leeft de leerling zich in in de rol en positie van de leraar.
Oplossing zeven, de Brugklasbonus, vind ik ook aansprekend. Daar bepleit de denktank dat het gestimuleerd moet worden om brede brugklassen vorm te geven in scholen. Dit heeft een positief effect op laatbloeiers en het verlegt de selectie naar een later moment in de schoolloopbaan. De brede brugklas is niet nadelig voor leerlingen die het op jongere leeftijd al goed doen in het schoolsysteem, maar helpt leerlingen die wat trager tot optimaal presteren komen beter op weg.
Jorrit Vervoordeldonk - een van de deelnemers van de Nationale DenkTank - benadrukte dat de presentatie van de tien oplossingen het eindrapport van de denktank was, maar dat het tevens wat hem betreft een start (van implementatie) vormt. Die stap onderschrijf ik van harte. Het lijkt mij van groot belang om de elementen uit dit eindrapport op zoveel mogelijk scholen te omarmen, en tot uitvoer te brengen. Dat gaat dan over flipping the classroom, feedback van leerlingen en dus meer interactie tussen leraar en leerling, een lerarenbrigade met kwalitatief goede leraren die op basisscholen worden ingezet om veranderingen in gang te zetten op scholen waar dat nodig is, een EduBox waarin innovatieve lesmaterialen en lesideeën zitten en het gebruik maken van een groep maatschappelijke spelers die er mede voor zorgen dat persoonlijke en sociale ontwikkeling centraler komt te staan in het schoolsysteem.
De deelnemers van de Nationale DenkTank 2015 zijn geen hemelbestormers. Het zijn wel realisten die oplossingen aandragen, die op een aantal plaatsen in het land in voorhoedescholen al toegepast worden. Maar in de terminologie van Jan Rotmans - hoogleraar veranderkunde en ‘kanteldenken’ – zijn er na koplopers en kantelaars ‘verbinders’ nodig om de veranderingen een slag verder te brengen.’ Het is dus altijd zaak om eerst te bekijken of een situatie een koploper, een kantelaar of een verbinder vraagt.
Een snel veranderende samenleving vraagt om scholen en leraren die de tijdgeest kunnen lezen en die hun onderwijs er op afstemmen. Daarin geldt dat het altijd en overal draait om competentie, autonomie en relatie. Als Mette met de door haar gewenste vrijheid ‘autonomie’ bedoelt, is het zaak daar in ruime mate aandacht voor te hebben. Zoals ik ook verwacht dat het bord van Brechje – de leerlinge uit 6vwo - als boodschap heeft dat de school en de leraar een relatie aangaan met de leerling.
Hoewel ik persoonlijk stilletjes op meer revolutionaire ideeën hoopte, verliet ik de bijeenkomst toch positief en optimistisch. Het rapport bevat beproefde praktijk die op voorhoedescholen in het land al gebezigd worden. Het is nu de vraag of met die praktijk meer mensen en scholen geïnspireerd raken. Ik wens de jonge deelnemers van de Nationale DenkTank 2015, en vooral alle professionals in het land daarbij een open mind toe en lef. En bovenal veel liefde voor het kind, voor de leerling, voor de volgende generatie die aan het roer komt te staan.
Gertjan Kleinpaste is voormalig schoolleider en onderwijsbetrokkene. Hij werkt vanuit RedShoe Keynotes / AndereBlik.com en is oprichter van de ‘metaforenfabriek’.
Reacties