Radio-interview Ellen Emonds: 'Als je jezelf als persoon laat zien, doen je leerlingen dat ook.'
19 april 2012
Gebrek aan basisvaardigheden? In het Radio 1-programma ‘Twee dingen’ legt leerkracht Ellen Emonds uit hoe ze haar onderwijs zo inricht dat ze ieder kind de aandacht kan geven die het nodig heeft: “Of ik daar tijd voor heb? Dat is een kwestie van organiseren: als je een kind helpt bij een rekensom, vraag je meteen even hoe het vandaag gaat.”Beluister hier de radio-uitzending “Twee dingen” met Ellen Emonds (18 april, 20:00-20:30). Het gesprek begint bij 16:58 en eindigt bij 28:49.
Op 18 april nodigde het radioprogramma Twee dingen Ellen Emonds uit om te reageren op het rapport van de Onderwijsinspectie, De staat van het onderwijs, dat deze week openbaar werd. Vooral de paragraaf over het gebrek aan basisvaardigheden bij een aanzienlijk percentage van de Nederlandse leraren haalde het nieuws (zie hieronder).
In het interview vraagt Ellen, leerkracht in groep 8 en docent Pedagogische Tact, zich af wat de Inspectie precies heeft kunnen meten in de korte tijd dat ze in elke klas waren: niet alleen raken veel leraren in de kramp wanneer er een inspecteur achter in de klas zit, maar ook vergeet de Inspectie vaak “de belangrijkste mensen te vragen of een leerkracht wel of niet goed is, namelijk de kinderen.”
Wanneer de interviewster vraagt of Ellen zelf ook in de kramp schiet, antwoordt ze: “Nee, ik ben zeker over hoe ik met mijn kinderen om wil gaan. Ik kan het uitleggen aan de Inspecteur, maar vooral aan de kinderen. Als ik hen kan vertellen waarom ik doe wat ik doe en vraag wat ze van me nodig hebben, kan je het volgens mij bijna niet fout doen.”
Ellen Emonds erkent dat je als leraar over een toereikende bagage aan kennis en vaardigheden moet beschikken, maar dat een leraar méér is dan ‘een setje competenties’: “Als leerkracht ben je je eigen instrument. Je moet de relatie met je kinderen aangaan. Pas als de relatie op orde is, nemen ze dingen van je aan.”
Heb je daar dan tijd voor, vraagt de interviewster zich af? “Ja, dat kost tijd. Ik zal niet zeggen dat ik het niet druk heb”, erkent Ellen, “maar op onze school vinden we het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen zo belangrijk dat we het zien als een voorwaarde om tot leren en fundamentele ontwikkeling te komen.”
Bovendien, zegt Ellen, is tijd hebben voor de relatie een kwestie van organiseren: “Mijn kinderen werken veel zelfstandig. Als je iets al weet, hoef je niet naar mijn instructie te luisteren. Dan mag je aan de slag. Zo zorg ik ervoor dat ik niet altijd voor de groep sta te praten en tijd heb om met een groepje of een individueel kind te werken. En als je dan toch een rekensom behandelt, kun je meteen even vragen hoe het met het kind gaat.” Of ze voorbeelden heeft, vraagt de interviewster. Zeker, zegt Ellen.
Een leraar die zichzelf als hele persoon laat zien, creëert een sfeer waarin leerlingen ook laten zien wie ze zijn. “Als je met een rotbui op school, weten je kinderen dat. Dat hebben ze in twee tellen gezien.” Zelf komt Ellen zelden chagrijnig op school, antwoordt ze tenslotte: “Als jij de relatie met de kinderen aan kunt gaan, is het echt de mooiste baan die je kunt bedenken.”
Rapport “De staat van het onderwijs”
Vooral de observaties die de Onderwijsinspectie doet over de kwaliteit van leraren haalden deze week het nieuws: zo stelt de Inspectie dat bijna een derde van de leraren op de havo niet voldoende basisvaardigheden hebben om goed les te geven. Datzelfde geldt voor een kwart van de vmbo-leraren, één op de vijf vwo-leraren en 16 procent van de basisschoolleerkrachten.
Onder de basisvaardigheden verstaat de Inspectie: goed kunnen uitleggen, een taakgerichte sfeer kunnen creëren en leerlingen actief kunnen betrekken bij onderwijsactiviteiten. Voor de groep leraren die niet voldoen, geldt dat ze slecht scoren op tenminste één van de genoemde vaardigheden.
Met de complexe vaardigheden, als het afstemmen van instructie en verwerkingstijd en het systematisch volgen en analyseren van de voortgang van leerlingen, is het volgens de Inspectie nog droeviger gesteld. Het percentage leraren dat voldoet aan basis- én complexe vaardigheden komt uit op: 44% (vmbo), 42% (basisonderwijs), 28% (havo) en 29% (vwo).
Tekst: Geert Bors
Reacties