Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Pleidooi: ‘Als we in het gesprek over de lerarenopleiding de inhoud vooropstellen, volgt hoe het moet worden vormgegeven vanzelf’

23 februari 2016

In gesprekken met en over lerarenopleidingen en als volgers van het publieke debat zien Margriet van der Laan, Marjolein van den Broek en Hanneke Hengst dat het vaak alleen over de vorm van de opleiding gaat. Ze doen een aanzet tot een meer inhoudelijke discussie. Het drietal heeft in het kader van het traineeship Eerst De Klas de lerarenopleiding zelf afgerond. Via het NIVOZ werken ze aan een voorstel tot mogelijke verbeteringen op lerarenopleidingen vanuit eigen ervaring.

books-magazines-building-school'In de discussie rondom de academische lerarenopleiding gaat het vooral over de vorm van deze opleidingen, is ons opgevallen. Een belangrijke ontwikkeling in de discussie was de brief van minister Jet Bussemaker aan de Tweede Kamer begin januari. In deze brief gaat ze in op de vernieuwing van de masteropleidingen door deze ‘flexibeler’ in te richten. Hoewel dit een stap in de goede richting lijkt, blijft de discussie hangen op de vorm in plaats van de inhoud.

Want willen we het over de inhoud hebben, dan moeten we beginnen met het stellen van de juiste vragen. Welke didactische en pedagogische handvatten hebben docenten in spe nodig om voor de klas te kunnen staan? Wat wil je studenten meegeven om een goede docent te worden die in staat is oude inzichten met nieuwe te verrijken? Hoe kom je tegemoet aan individuele verschillen? Als er overeenstemming is over inhoud, volgt vorm vanzelf.

Wanneer is het 'goed'?
Wat moet een docent leren op een universitaire lerarenopleiding, zodat deze door de studenten als ‘nuttig’ wordt ervaren, of liever nog, als goed?

De focus in de opleiding ligt nu op vakdidactiek, het vergroten van de leeropbrengst en academische vaardigheden, terwijl de pedagogiek onderbelicht blijft. Juist de pedagogiek geeft zowel praktische als theoretische inzichten om je eigen gedrag, én dat van de leerlingen in de klas, te duiden. Iets waar je als beginnend docent tegenaan loopt. Wie ben ik als docent? Wie is de leerling? Wat betekent dat voor de interactie en het leren in de klas? Hoe zorg je voor verbinding tussen de maatschappij en de leerling?

Terwijl juist deze vragen het startpunt vormen van een veilig leerklimaat en een goede relatie tussen docent en leerling, waarmee de didactiek en het overbrengen van de stof vanzelf aan bod komen. Als didactiek en pedagogiek meer in balans staan, wordt de universitaire lerarenopleiding als toevoeging ervaren, in plaats van zoals nu: er bovenop.

Vorming
Wenselijk is dat opleiding en begeleiding op school docenten in de dop in staat stellen om tot bloei te komen, ook na het afronden van de éénjarige opleiding. De vorming van een docent gebeurt namelijk niet in één jaar, het is een complexe route vol uitdagingen en niet-lineaire ontwikkelingen.

Grofweg de eerste vijf jaar voor de klas staan in het teken van ‘jezelf ontwikkelen tot de docent die jij wilt zijn.’ Laat studenten dus in gesprek gaan en blijven over hun ontwikkeling en laat ze blijvend gecoacht worden in het docentschap. Maak ruimte voor een aankomend docent om in deze jaren een eigen visie en onderwijsstijl te ontwikkelen. Stel de docent in opleiding in staat eigentijdse inzichten in te zetten op school en leiding te geven zijn eigen niet-lineaire ontwikkeling. Om dit mogelijk te maken moet de opleiding onvermijdelijk een proces op maat zijn.

Op de opleiding wordt dit maatwerk helaas tenietgedaan door beoordeling die vooral plaatsvindt op basis van rubrics, in plaats van een persoonlijk gesprek daarover. Daarnaast wordt de student in opdrachten gevraagd een visiestuk of zelfreflectie te schrijven, maar jammer genoeg wordt daar verder niet op ingegaan. Een enkele keer mag de student er zelf nog eens op reflecteren of kan hij het inbrengen in intervisie, maar een voortdurend feedbackproces blijft uit. Tenslotte is het curriculum weinig flexibel, mede door de veelheid aan onderwerpen, waardoor het niet aan te passen is aan behoefte van de individuele student.

Ons voorstel
Met andere woorden: wij pleiten ervoor dat de discussie over de academische lerarenopleiding in eerste instantie over de inhoud gaat: voor een betere balans tussen pedagogiek en didactiek en een traject op maat. De vorm volgt hieruit vanzelf: een opleiding met meer oog voor de praktijk, waarin de docent werkt en aan het leren is. Op zijn minst is een intensieve uitwisseling tussen scholen en de lerarenopleiding gewenst. Opleiden gebeurt nu al deels in de school, maar een uitdaging ligt echter in het intensiveren van het contact tussen opleiders op school en op de universiteit.

Wij hebben dankzij Eerst De Klas mogen ervaren hoe het is om vanaf de start volledig zelfstandig voor de klas te staan, in combinatie met de voltijd lerarenopleiding. Hoewel dit ons in staat heeft gesteld om een steile leercurve door te maken, was onze ontwikkeling niet compleet zonder de universiteit. De universiteit dient, behalve het aanbieden van theorie, namelijk ook als vrijplaats voor de student. Een plek waar je het met gelijkgestemden hebt over de praktijk, een plek waar fouten maken mag, los van de beoordelingsdruk van de school.

Gedeelde begeleiding door de school en universiteit zorgt ervoor dat een student theorie en praktijk beter kan koppelen, en in staat wordt gesteld voortdurend te blijven leren: een noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling na de éénjarige opleiding.

Conclusie
Concluderend hechten wij aan een sterkere koppeling tussen de begeleiding op de school en de lerarenopleiding, waarbij de persoonlijke ontwikkeling van de docent voorop staat en wordt gevoed door relevante academische inzichten. Tot nu toe is in de discussie omtrent de academische lerarenopleiding de vorm leidend geweest boven de inhoud. Wij draaien het om. Als we in het gesprek over de opleiding de inhoud vooropstellen, volgt hoe het moet worden vormgegeven vanzelf.

Marjolein van den Broek, Hanneke Hengst en Margriet van der Laan hebben in het kader van het traineeship Eerst de Klas afgelopen jaar de universitaire lerarenopleiding afgerond op de Radboud Universiteit (Marjolein) en de Universiteit van Amsterdam (Hanneke en Margriet). Op het moment geven zij respectievelijk Aardrijkskunde, Nederlands en Natuurkunde en werken ze een dag in de week bij het NIVOZ te Driebergen. Door het traineeship Eerst de Klas hebben zij kunnen ervaren hoe het is om direct voor de klas te staan, en de ontwikkeling tot docent vanaf moment één vooral in de praktijk te genieten. Dit is anders dan de reguliere student op de eerstegraads opleiding.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief