'Paul noemt iedereen leugenaar, maar gebruikt het woord als hij zich geen raad meer weet'
16 juli 2015
Xandra van Hooff schrijft vaker 'verhalen uit de klas' om te delen. Ze put uit haar rijke verleden, maar schrijft in de tegenwoordige tijd. Xandra is in dit verhaal groepsdocente op een cluster-4 school, ze krijgt Paul in haar klas, een nieuwe leerling, een 17-jarige 'PDD-nos’er'.
Omdat Paul echter niet doorheeft wat zijn gedrag met hen doet, kan hij zich oprecht gekwetst voelen als leerlingen zich vervolgens van hem afkeren. Zo komt hij vaak bijna in tranen aanlopen, omdat ze hem hebben uitgescholden of weggestuurd. Hij heeft op dat moment werkelijk geen idee wat hij heeft fout gedaan….
PDD NOS-ers lijken vaak verbaal sterk, maar ondertussen blijken ze niet echt te begrijpen wat ze zeggen. Paul noemt iedereen ‘leugenaar’. Hij heeft niet door wat de precieze betekenis is van het woord en gebruikt het alleen als hij zich geen raad weet in een situatie. Door dit woord te zeggen tegen zijn medeleerlingen reageren ze boos (wat voorspelbaar is en waar hij mee om kan gaan) of ze reageren gelaten en beginnen over iets anders (degenen die hem beter kennen). Door over iets anders te beginnen, heeft hij de kans om opnieuw weer iets te snappen van waar het om gaat.
Ik kan het niet alleen
Gedurende de eerste weken ben met name bezig Paul af te schermen voor zijn medeleerlingen, hem uitleg te geven en te zorgen dat hij rustig wordt als hij het gevoel heeft ‘dat hem iets was aangedaan’. Ik besef gedurende deze tijd dat ik de groep leerlingen nodig heb in het proces om hem in verbinding te brengen met zijn omgeving.

Een ander doel waar we aan werken, is ‘luisteren naar het antwoord van de ander’. Paul is vaak zo met zijn eigen dingen bezig dat hij niet hoort wat een ander zegt. Hij kan meerdere keren om een antwoord vragen, terwijl dat na de eerste keer al is gegeven. We gaan dit aanleren door hem - als hij een herhalende vraag stelt - strak aan te kijken en niets te zeggen, totdat hij vraagt wat er is. Dan wordt hem uitgelegd dat het antwoord al gegeven was en eventueel wordt het antwoord herhaald.
Aan de slag
Ik heb de klas uitgelegd wat PDD NOS inhoudt. Ik heb wat voorbeeldjes gegeven van wat kinderen met PDD NOS moeilijk vinden en hoe dit zich uit in het gedrag van hem. De leerlingen beginnen twijfelend, maar al snel volgen de verbluffende resultaten. Paul ‘ luistert’ goed naar het stop signaal en de opgestoken hand. Het duurt echter bijna twee maanden voordat hij geleerd heeft op de ander te letten vóórdat ze deze sterke signalen gaven. Ik denk als docent een paar keer dat het niet goed zal gaan, omdat enkele van zijn medeleerling een agressieve stoornis hebben en hun ‘stop’-teken op een niet zo sociaal wenselijke manier geven. Echter, Paul reageert enkel op de inhoud van hun woorden en niet op de manier waarop ze het zeggen. PDD-NOS heeft ook z’n goede kanten…

Wat een wereld van verschil!
Ik luisterde niet altijd maar soms ook wel…
Bij het afscheid van een leerling uit de klas wordt diegene de mogelijkheid geboden om een schriftje te maken en daar iets in te laten schrijven door de klasgenoten. Zo ook een meisje dat enkele maanden met hem in de klas heeft gezeten. Ze start haar rondje en staat even later met tranen in haar ogen voor mijn bureau. Ze vraagt me te lezen wat Paul zojuist voor haar heeft geschreven:
“Vanaf het eerste moment in de klas voelde ik een bijzondere band tussen ons. Je heb me altijd geprobeerd te helpen. Ik luisterde niet altijd, maar soms ook wel. Daar zal ik nog aan denken! Ik ga je bellen (heel vaak dan word je weer gek van me) en hoop je snel te zien. XXX”
Hoe mooi is dat? Dat iemand dat zoveel moeite heeft met contact leggen, juist door het proces dit te leren en dit te delen, een medeleerling tot tranen roert.
Dáár word ik nou door geraakt….
De kracht van Xandra van Hooff ligt in het leggen van verbanden tussen mensen, relaties en systemen. Op haar website www.xandravanhooff.nl staat meer te lezen.
Reacties