Over keuzestress en het 'nut' van een profiel in de derde klas

25 maart 2014

Keuzestress in de derde klas. Didier Dohmen ziet het steevast als kinderen een profiel moeten kiezen, waarbij de angst kan zijn dat een studie na de profielkeuze uitgesloten is. Hij zag het ook bij zijn eigen zoon en reageert met een idee. 'Het is mogelijk om het onderwijs vorm te geven met twee brede ''standaardprofielen''. Zou dat de keuzestress kunnen verminderen voor middelbare scholieren?' 

In de derde klas van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs moeten leerlingen beginnen met het maken van een profielkeuze, maar hoe weten ze wat ze moeten kiezen?

Er zijn vier profielen waaruit gekozen moet worden. Deze zijn:

• Natuur en Techniek;


• Natuur en Gezondheid;


• Economie en Maatschappij;


• Cultuur en Maatschappij.

Deze keuze voor een profiel bepaalt voor een deel welke studies er na het eindexamen gevolgd kunnen worden en dus ook welke eventuele beroepen later haalbaar zijn. Het is dus zeer essentieel voor leerlingen in de derde klas van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs om hierin de juiste keuze te maken. Maar het keuzeproces is niet zo eenvoudig. Weet een veertienjarige al wat hij of zij wil gaan worden? Weet een kind eigenlijk wel wat je kunt met een bepaalde profielkeuze en richting?

Mijn zoon Olivier was altijd goed in de exacte vakken. Een keuze voor Natuur en Techniek leek daarom voor de hand te liggen, maar hoe anders blijkt zijn voorkeur te zijn. Hij wil immers geen specialist worden en dan ligt Natuur en Gezondhied dus niet voor de hand. Ook natuurkunde gaat hem steeds moeilijker af, daarom ligt de keuze voor Natuur en Techniek dus ook niet voor de hand voor hem. Hij wil graag het bedrijfsleven in en kiest ervoor om Economie en Maatschappij te gaan doen. Helaas heb ik hem met mijn beta achtergrond niet kunnen overtuigen van het voordeel van de richting Natuur en Techniek, maar in onze tijd was de keuze veel eenvoudiger. Het was alfa of beta en dan had je het gehad met de keuzemogelijkheden. Minder keuzestress dus?

Of is het zo dat er met de vier keuzerichtingen juist meer maatwerk mogelijk is? De vier profielen hebben ieder een andere oriëntatie:

• Natuur en Techniek is vooral gericht op exacte studies en techniek;


• Natuur en Gezondheid is gericht op de medische en biologische richtingen, maar ook technische en natuurwetenschappelijke richtingen behoren tot de mogelijkheden;


• Economie en Maatschappij is gericht op vervolgopleidingen met het accent op de economische vakken. Je kunt hierbij denken aan economie, handel, management, communicatie of toerisme.


• Cultuur en Maatschappij is gericht op vervolgopleidingen in de sectoren sociaal, onderwijs, kunst en cultuur.

De vier verschillende profielen bereiden je voor op verschillende studierichtingen. Met de keuze voor een profiel kies je dus ook al voor een richting in het vervolgonderwijs. Is dat niet een erg vroeg moment om de toekomstige richting al te bepalen. Welk kind weet op zijn veertiende levensjaar nu al wat hij of zij wil worden? Maken we het kinderen eigenlijk niet lastig met deze keuze? Wanneer niet voor Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid wordt gekozen zijn een aantal vervolgstudies geheel uitgesloten. De technische universiteiten en de medische faculteiten laten je met een profiel Economie en Maatschappij of een profiel Cultuur en Maatschappij niet toe.

Binnen de huidige Wet op het voortgezet onderwijs is het reeds mogelijk voor scholen die dat willen en kunnen, om het onderwijs vorm te geven in twee brede ‘standaardprofielen’. Wel moet de school leerlingen daarbij formeel steeds de keuze bieden tussen verschillende vormen van wiskunde.

Lees verder.

Didier Dohmen is bedrijfseconoom en werkt momenteel onder andere als lid van het college van bestuur van BOOR. Hij is oprichter en directeur van InControl Management Services.




   Iedereen maakt verschil, samen hebben we impact

               Steun hetkind en word donateur

                             50 euro per jaar