Over denken en doen: 'Kind en ouders bevestigen elkaar in leerproces en ontwikkeling'
8 juli 2015
In een harmonieuze situatie bevestigen kinderen en opvoeders elkaar in hun wederzijdse verwachtingen. Zo ontstaat er vertrouwen bij de opvoeders en zelfvertrouwen bij het kind. Dit is van groot belang voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Dit betoogt Luc Stevens in een eerdere publicatie 'Over denken en doen'. Machiel Karels van www.wij-leren.nl bewerkte zijn werk in een artikelenserie. 'We spreken hier over het proactieve karakter van ontwikkeling.'De manier waarop we tot nu toe hebben gesproken over ontwikkeling van kinderen, over leren en onderwijzen, over leraar-leerling interacties in de klas en over de paradoxen in de school, biedt bouwstenen voor een hernieuwde discussie over de manier waarop scholen en leraren met kinderen omgaan, voor een hernieuwde discussie over pedagogisch klimaat. Laten we de uitgezette lijnen eens doortrekken.
Het beeld dat de moderne cognitief-psychologische literatuur van de mens tekent is een dynamisch beeld. Mensen zoeken competenties en doen van meet af aan een appèl op hun omgeving de kansen daarvoor te bieden. Mensen zijn uitgerust voor een actieve interactie met hun omgeving en laten in deze interactie hun wil en vermogen om zich te ontwikkelen blijken.
Proactief karakter
We spraken in dit verband over het proactieve karakter van ontwikkeling. Het is dit oorspronkelijke vermogen, het is deze kracht die opvoeders moeten beschermen èn uitdagen, anders stopt ontwikkeling en vervalt een kind tot apathie.
Ouders vatten deze taak meestal adequaat op of beter gezegd, leren snel er adequaat mee om te gaan als ze kinderen krijgen. De literatuur over de heel vroege ontwikkeling van gehechtheid van kind en opvoeders biedt een interessant inzicht in dit proces, dat men vereenvoudigd als volgt kan weergeven.
Wederzijdse responsiviteit
Kinderen wenden zich van begin af aan actief naar hun (sociale) omgeving en geven daarmee blijk van hun behoefte aan contact of beter, interactie met hun omgeving. Ouders proberen zo te reageren dat hun antwoord past bij de kennelijke behoefte van hun kind. Ouders proberen sensitief te worden voor de behoeften van hun kind zodat dit zich welbevindt, tevreden is.
Past het antwoord van de ouders, dan kan het kind zich competent voelen. Het heeft bereikt wat het graag 'wilde'. Reacties van tevredenheid of welbevinden of nieuwe pogingen tot interactie van het kind kunnen bij de ouders een gevoel van competentie oproepen. Het lukt hen een tevreden kind te 'krijgen' en een kind dat op hen gericht is: bevestiging van competent ouderschap.
Aldus bevestigen kind en ouders elkaar in een proces dat beschreven wordt als wederzijdse responsiviteit. Meer precies en aansluitend bij wat we eerder bespraken als 'hoge verwachtingen' bevordert deze wederzijdse responsiviteit de ontwikkeling van wederzijdse verwachtingen en verwachtingen ten aanzien van jezelf, als kind en als ouder.
Fragment uit: Over denken en doen! (1998) . Meer te lezen via de volgende link: Vertrouwen en zelfvertrouwen als kwaliteiten van ontwikkeling en leren.
Deze publicatie is de vrucht van samenwerking en discussie in de Utrechtse onderzoeksgroep ‘leraar-leerling interactie’, waarvan deel uitmaken: Dr. Wim van Werkhoven, Dr. Auktje Jager, Dr. Jos Castelijns en Prof. Luc Stevens.
Reacties