Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Ouderbetrokkenheid: 'Bij Villa Nova neem je deel aan het spel. Maar ik ga nooit op de stoel van de leerkracht zitten'

28 november 2016

Floortje Dekkers schrijft over de praktijk van twee basisscholen, in relatie tot ouderbetrokkenheid. Daar is een hoop om te doen. Er zijn tegenwoordig zelfs scholen die met 'oudercontracten' werken, waarin ouders zich committeren aan in ieder geval twee tienminuten-gesprekken per jaar. Dat kinderen waarvan ouders bij het schoolse leven betrokken zijn, daar baat bij hebben; daarover zijn veel deskundigen het roerend eens. Maar hoe krijg je al die ouders betrokken? En hoe moet die betrokkenheid eruit zien? Floortje keek bij twee basisscholen in de keuken: Openbare Basisschool Villa Nova in Kampen en de Katholieke Johannesschool in Arnhem-Zuid. Het artikel is eerder gepubliceerd in De Nieuwe Leraar.

logo ouders-schoolEerst is het handig om het verschil tussen 'ouderbetrokkenheid' en 'ouderparticipatie' duidelijk te stellen. Ouderbetrokkenheid is de betrokkenheid van ouders bij de opvoeding en het onderwijs van hun kind, zowel thuis als op school. Hiervan is sprake als uit gedrag van ouders blijkt dat ze zich medeverantwoordelijk voelen voor de schoolontwikkeling van hun kinderen. Ouderparticipatie is hier een onderdeel van: de actieve deelname van ouders aan schoolactiviteiten.

Op naar de praktijk. Vrijdagochtend negen uur op Openbare Basisschool Villa Nova in Kampen. Twee moeders buigen zich over het pakket voor de Koningsspelen. 'Hoe ging dat liedje ook alweer?' vraagt een van hen. Juf Saskia komt net aanlopen van boven en begint het te zingen. Beide moeders proberen intussen lachend wijs te worden uit een onwillig computerprogramma. Plaatsvervangend directeur Hanneke Oosting zwaait de deur open. 'Kom binnen, wat leuk dat je er bent!'

Bij Hanneke aan tafel zit moeder Christy Janssen. Haar dochter, Roos Willemijn van 7 jaar, zat voorheen op een andere school in Kampen. Toen Villa Nova opende, heeft ze Roos daar ingeschreven. Villa Nova is een basisschool ontwikkeld vanuit een nieuw concept waarbij er, onder meer, een heel duidelijke verbinding is tussen school en thuis. Dat behoeft een beetje uitleg. Hanneke Oosting omschrijft het als volgt: 'Het idee is vanuit onze bestuurder (Stichting OOK) ontstaan en met leerkrachten samen verder vorm gegeven. We leiden kinderen op tot moderne wereldburgers met veel oog voor individuele behoeften binnen de groep. Leren is een actief proces en kinderen worden gaandeweg steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun leerdoelen (binnen een leerdomein). Ze houden een Villa Nova script bij, waarin ze zelf kunnen laten zien hoe ze hun doelen hebben behaald. We hebben geen lokalen, maar huiskamers. Daaraan ligt de pedagogische visie ten grondslag dat de duidelijke knip tussen school en thuis, die meestal bestaat, vervaagt. Immers, de meeste kinderen voelen zich thuis veilig en op hun plek. Dat gevoel willen we ook op school bieden, zodat leerlingen zich letterlijk ‘thuis’ voelen. Wil je als school zo naadloos mogelijk aansluiten bij de thuissituatie, is goed contact met ouders natuurlijk belangrijk. Daarom steken we ook daar veel tijd en energie in.'

Om de werkwijze beter te begrijpen is een kleine beschrijving van de school op zijn plaats. Villa Nova bestaat nu twee leerjaren. Van tien kinderen in het begin, is de school inmiddels gegroeid naar zestig kinderen. Er is een huiskamer voor groep 1, voor combinatiegroep 2, 3 en 4 en voor combinatiegroep 5, 6 en 7. Groep 8 is er (nog) niet. Wie rondkijkt in de school, ziet dat het er inderdaad huiselijk aan toe gaat. De ‘huiskamers’ zijn ruim, ze hebben allemaal een vide, een eigen wc en een keukenblok. Kinderen leren zittend aan tafel al dan niet met een computer, maar soms ook liggend op een bank met een laptop. Sommige werken alleen aan een taak, anderen zijn samen bezig. Wie op de vide wil leren, moet de schoenen beneden laten staan. Drie meisjes zitten boven, lekker onder het open raam, en bestuderen samen een boek over het ‘Great Barrier Reef’. Boven in de school, bij de hoogste groepen, zit iedereen net even bij elkaar aan de keukentafel. Ze zijn bezig met taal en leren op een vraag te antwoorden met een vraag, steeds weer op een andere manier. De school biedt een vrijere vorm van onderwijs waarin kinderen zich écht lijken te kunnen ontplooien.

Weg met die drempels

ouderbetrokkenheid1Christy is zichtbaar blij met de school van haar dochter Roos. 'Het is een bijzonder concept, waarbij de aandacht echt gericht is op het kind. Op haar oude school werd Roos totaal niet gezien. Tijdens het tienminutengesprek werd een beeld geschetst dat wij helemaal niet (her)kenden. Van een stil kind dat steeds maar in de boekenhoek kroop, is ze hier veranderd in een blij en zingend meisje dat loopt te dansen. Villa Nova is erg toegankelijk voor ouders: er is elke dag in- en uitloop. Niemand blijft op het plein staan, iedereen komt naar binnen. Een kwartier voor school begint, kun je als ouder mee de klas in en daarna kun je in de centrale hal nog even koffie of thee drinken. Als de schooldag erop zit, kun je ook weer terecht als je wilt. Terwijl ouders in de centrale hal zijn, komen de kinderen uit de huiskamers. Als kinderen dan nog graag iets willen laten zien, kan dat. Op die manier is het ook heel gemakkelijk om even de leerkracht aan te spreken of andersom. Die laagdrempeligheid is belangrijk. Dan dúrf je als ouders school aan te spreken, ook als er iets niet goed gaat. Ik ben dik tevreden, maar een tijd terug werd Roos geplaagd. Ik heb toen haar leerkracht ingeseind. Die heeft meteen actie ondernomen. Dat meisje is nu haar beste vriendin. Het heeft dus wel degelijk zin om aan de bel te trekken. Die transparantie en openheid van school is belangrijk. Maar die geldt wat mij betreft twee kanten op. Als ouders moet je ook open en eerlijk zijn over bijvoorbeeld je thuissituatie of problemen die je kind heeft. Samen zorg je dan voor een prettige leer- en leefomgeving.'

 'Het gaat om het welbevinden van het kind'


‘Zet ouders niet in een onderwijsleerproces, maar houd ze wel dicht bij de schoolse ontwikkeling van hun kind(eren).’
Dat zegt Luc Stevens, NIVOZ-directeur en emeritus hoogleraar orthopedagogiek. ‘We weten al heel lang dat ouderbetrokkenheid belangrijk is voor goede onderwijsresultaten. Dat bleek al in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. Programma’s voor kinderen met achterstanden waar ouders bij betrokken waren, haalden de beste resultaten. Scholen als pedagogisch instituut hebben zo’n grote invloed op kinderen. School moet een veilige plek zijn voor kinderen; het moet kinderen een veilige plaats bieden. Een waarvan het kind weet dat zijn of haar ouders die plaats ook respecteren. Het welbevinden van een kind is op school een belangrijk punt van aandacht en evengoed voor de ouders in de thuissituatie.’

Hanneke Oosting is het hiermee eens. 'Bij nieuwe kinderen, gaat de betreffende leerkracht altijd op huisbezoek. Dat is behoorlijk tijdrovend, maar zo ontzettend de moeite waard! Eens per twee jaar herhalen we dat bezoek. Het geeft zo’n ander gesprek bij iemand thuis, dan even snel een praatje op school. En voor kinderen is het geweldig. Wie wil nu niet aan juf de slaapkamer laten zien of het caviaverblijf in de tuin. Op school hebben we uiteraard de ouder-kind gesprekken, maar tussendoor elkaar even aanspreken kan ook altijd. Ik ben niet van de ellenlange mailberichten over en weer. Is er iets? Kom ermee voor de dag. Mijn deur staat open! Ouders hoeven niet tot een rapport of een gespreksavond te wachten. Daarnaast werken we met een elektronische leeromgeving (ELO). Ouders kunnen hierop altijd inloggen en zo op de hoogte blijven van vorderingen die hun kind maakt. Via de ELO geven we regelmatig informatie over de leerlijnen of kerndoelen waarmee een kind aan het werk is.'

Christy’s man zit in de Villa Nova raad (een soort MR) en Christy zelf helpt regelmatig mee met de lunch. Christy: 'De lunch is hier heel gezellig en gemoedelijk. Net als thuis staat alles op tafel. Kinderen nemen geen lunchtrommeltjes mee. Er is brood, beleg, wat lekkers te drinken en fruit. Kinderen schuiven aan in de pauze en ouders helpen waar nodig met smeren, schenken en snijden. Jongere broertjes of zusjes mogen gewoon mee komen. En als vaders en moeders (te) druk zijn, mogen opa’s en oma’s bijvoorbeeld ook gerust helpen. Ik merk dat Roos het heel erg leuk vindt als ik er ben. Dan is ze echt trots. Ze vraagt ook vaak wanneer ik er weer ben. Zo houdt je kind je scherp en betrokken. Ik omschrijf het altijd als volgt: normaal gesproken sta je als ouder(s) aan de zijlijn en speelt school zich af in het veld. Bij Villa Nova neem je deel aan het spel. Maar ik ga nooit op de stoel van de leerkracht zitten. Je moet wel weten waar de grenzen liggen.'

 'Als school kun je eisen stellen, maar moet je ook iets bieden.'


Dan naar Arnhem. In een grote, multiculturele wijk in het zuiden van de stad staat de Johannesschool. In de aanpalende flats wonen mensen van wel 70 verschillende nationaliteiten. Is het daarmee lastiger om ouders de school in te krijgen? Of in ieder geval betrokken te krijgen bij het reilen en zeilen van hun kind?

Directeur Vanessa Bijsters vindt dat meevallen. Als vergelijkingsmateriaal heeft ze haar vorige werkplek; een school in een kleinere, iets welvarendere wijk, met veel tweeverdienende ouders. Daar hadden ouders wel iets sneller de neiging om het roer over te nemen. Ouderbetrokkenheid kan ook doorslaan, zo blijkt. 'Daar wilden ouders zich op een bepaald moment bemoeien met of en hoe er Engels gegeven moet worden,' beschrijft Vanessa. “Dat soort beslissingen ligt bij school. Ik sta zeker open voor tips en ideeën, dat wel.' Ze is drie dagen per week aanwezig op de Johannesschool en een dag werkt ze thuis. De drie dagen op haar werkplek is ze altijd buiten als de school start en ook weer als de school uit gaat. 'Het belangrijkste is natuurlijk dat je zichtbaar bent en dat ouders je weten te vinden. Als ik op mijn kantoor blijf zitten, schept dat al meteen een afstand. Ik ken alle kinderen bij naam. Als er een kind jarig is, besteed ik bijvoorbeeld ook altijd aandacht aan de ouders. Ze worden echt gezien. Verder is het zaak om duidelijk te zijn over ieders verwachtingen bij een intakegesprek, zodat er geen misverstanden bestaan die later kunnen gaan broeien. Maar ik ben ook van mening dat je als school ouders iets moet bieden. De basis voor betrokken ouders ligt al meteen aan het begin van de schooltijd. Daarom zijn wij gestart met zogenaamde ouderworkshops in groep 1 en 2.'

'Ouders komen acht keer per jaar een ochtend naar school. Ze krijgen dan eerst informatie van de leerkracht: wat doen we in de klas, wat zijn de doelen die we nastreven, waarom is dat belangrijk en hoe kunnen ouders thuis hun kind stimuleren? Daarna gaan de ouders mee de klas in om samen met hun kind iets te doen. Dat kan bijvoorbeeld zijn een kunstwerk maken. Of (educatieve) spelletjes doen. Al doende kan een leerkracht hier en daar bijspringen en spelenderwijs laten zien hoe ouders thuis met hun kinderen ook zulke dingen kunnen doen. Deze opzet werkt heel goed. Meestal komt er zo’n 80% van de ouders naar de workshops. We zijn er zo enthousiast over dat we ze in groep 3 ook willen gaan organiseren. We zijn aan het kijken of dat kan. Kinderen vinden het ontzettend fijn als ze hun ouders in de klas van alles kunnen laten zien. Leerlingen houden een portfolio bij met daarin hun resultaten en werkjes waar ze trots op zijn en waarvan ze zelf graag willen dat hun ouders die zien. Als school en ouders sta je samen voor de ontwikkeling van een kind. Dat komt in de workshops praktisch tot uiting.'

Moeders Hanneke, Priscilla en Cindy vinden de workshops erg geslaagd. Hanneke: 'Ik heb zo’n kind dat vrij weinig antwoordt als ik vraag hoe het was op school. Door zo’n workshop weet ik beter wat ze doet, wie er in haar klas zitten, met wie ze omgaat; het geeft veel meer bekendheid met de situatie op school. Ik kan gerichter vragen aan haar stellen. Dat vind ik als ouder erg fijn.' Cindy’s dochter is vrij teruggetrokken. 'Toen ze net naar school ging, vond ze het heel fijn als ik op school kwam. Dat gaf haar echt een gevoel van vertrouwen,' vertelt Cindy. 'Voor een kind, zeker nog zo’n jong kind, is het goed om te zien dat ouders school ook een fijne en goede plek vinden. Dat heeft haar zeker sterker in haar schoenen doen staan.'
De zoon van Priscilla vond het in het begin lastig als zijn moeder op school kwam. Dan wilde hij het liefst met haar mee naar huis. Als ze er niet was, genoot hij met volle teugen. Inmiddels gaat dat veel beter. Priscilla: 'Je ziet vaak dezelfde mensen als er iets moet gebeuren op school. Ik vind dat ouders elkaar ook wel eens wat meer mogen aanspreken op hun betrokkenheid. Dat is niet alleen een taak van de leerkrachten of de directeur.' Cindy benadrukt ook nog dat het beter is om iets te doen, dan alleen maar op het plein gaan staan klagen. 'Loop dan ook even naar Vanessa of naar de leerkracht en bespreek het,' zegt ze beslist.

Vanessa besluit: 'Ik benadruk altijd het belang van ouderbetrokkenheid. De workshops zijn voor ons een goede manier om ouders ‘binnen te halen’ en hun intrinsieke motivatie te stimuleren. Want betrokken zijn bij je kind en diens ontwikkeling moet geen verplichting zijn; dat moet je als ouders van binnenuit ook gewoon willen. Dát gevoel moet je als school, bij de ene ouder wat meer dan bij de andere, aanwakkeren. Samen breng je een kind tot leren en ontwikkelen.'

Dit is een artikel uit De Nieuwe Leraar (nummer #2), een bijdrage van Floortje Dekkers.  Met toestemming van Marion van Weeren, van De Nieuwe Leraar, gepubliceerd.

DNL

De Nieuwe Leraar is een lijfblad voor nieuwsgierige leraren in het primair onderwijs. De Nieuwe Leraar is een platform waar leraren elkaar kunnen vinden, van gedachten kunnen wisselen en met elkaar in gesprek kunnen gaan. We laten elkaar zien hoe het ook kan, hoe het beter kan , en waarom dan, en waartoe.
Meer informatie: http://denieuweleraar.nu/

...


'Weetjes en cijfers'


Hogere ouderbetrokkenheid verhoogt onderwijskansen van een kind. Goede communicatie- en informatiestromen en een persoonlijke benadering zorgen eerder voor een gevoel van verbinding met school en leerkrachten bij de ouders. Dat maakt het makkelijker om: 1) eventuele vragen en problemen op te lossen, 2) samenwerking bij onderwijsondersteuning door ouders thuis (hulp bij huiswerk) te regisseren en 3) om actieve participatie sneller en soepeler te organiseren. Uit marktonderzoek blijkt dat 60% van ouders aangeeft te helpen bij het maken van huiswerk. Ook blijkt dat de mate van betrokkenheid verschilt per nationaliteit en opleiding:

Van ouders met een Nederlandse nationaliteit is 75,8% vaak betrokken, van Marokkaanse ouders is 67,5% vaak betrokken en van Antilliaanse ouders is 52,4% vaak betrokken. Betrokkenheid is groter onder hoger opgeleide ouders (hbo/wo) met 75,2% tegenover 39,2% bij lager opgeleide ouders.

(Bron: Scholen met Succes, scholenmetsucces.nl, onderzoeks- en communicatiebureau voor het onderwijs)

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief