Onderwijs op Edith Stein: 'Het gesprek dat gevoerd moet worden, voeren we ook'
16 september 2014
Het Edith Stein College staat in Den Haag - dicht bij de plek waar in augustus de veelbesproken IS-demonstraties plaatsvonden. Rector John Swildens haalt uit deze gebeurtenis - in het verlengde van meer drama in de voorbije zomertijd - de belangrijkste opdracht van zijn school. 'We zijn, van oudsher inmiddels, een school die zich erop laat voorstaan dat we met verschillen kunnen omgaan. Dat we de hoge standaard van acceptatie en respect kunnen handhaven, ook in tijden waarin de emoties hoog oplaaien en de nuances ver te zoeken zijn. We zijn hier met elkaar, omdat het leuk, verrijkend is om hier met elkaar te zijn. Dat is geen politiek statement, nee, dat is iets dat niet ter discussie staat.'
Eerder zette Henk van Ommen zijn tekst uit de Jaaropening online op hetkind. Lees hier: 'Hoe vinden we onze weg in deze wereld?'
(Uit de Jaaropening, aan het begin van het schooljaar 2014 – 2015)
Deze zomer geen komkommertijd.
Het ene drama na het andere voltrok zich. We legden de laatste hand aan de afronding van het vorig schooljaar toen de ramp met de MH17 zich voltrok. Voor zover ik weet waren er geen directe relaties van onze medewerkers of onze leerlingen bij betrokken. Voor zover ik weet, ik zeg dat er zo maar bij, want het kan best zijn dat ik van bepaalde relaties niet afweet.
Dan was er het oorlogsgeweld op diverse plekken. Ik weet dat Zaki naar Jeruzalem zou afreizen voor familiebezoek. Uiteindelijk niet gegaan om veiligheidsredenen. En ik weet dat Vian op familiebezoek is geweest in het noorden van Irak, 10 km van de plek waar hevig gevochten werd. Over wat zich daar afspeelt praat ze liever niet. Dat zegt genoeg.
En intussen, in de Schilderswijk, twee straten verderop, hebben zich angstaanjagende taferelen afgespeeld. Natuurlijk heb ik, net als velen van jullie, dat nieuws met enige ongerustheid gevolgd. Ik heb de foto’s bekeken om te zien of er leerlingen van Edith Stein op staan. En ja hoor. Niet zwaaiend met zwarte IS vlaggen, eerder belangstellend, geamuseerd misschien.
Vandaag, as we speak, is Lodewijk Asscher op basisschool ’t Palet in de Schilderswijk om met de medewerkers te praten over wat zij merken aan de reacties van jonge kinderen, te praten over hoe zij daar mee omgaan. En ook om met leerlingen te praten.
Een aantal van onze leerlingen heeft een heftige zomer beleefd, hier in hun eigen wijk. Een zomer met verwarrende signalen, met situaties die je als puber gemakkelijk als opwindend zou kunnen bestempelen, maar in feite werkelijk dreigend waren. Misschien wel situaties die een beroep doen op hun loyaliteit.
Misschien hebben de meesten er niets van. Er zullen er zijn die inderdaad moe zijn van die paar rotte appels die het steeds weer voor de hele gemeenschap verknallen. Misschien zijn ze wel moe van het steeds weer uit moeten leggen dat zij daar niet van zijn. Misschien hebben ze er wel zo schoon genoeg van door bepaalde media steeds weer op die grote hoop gegooid te worden, dat ze zich inmiddels een beetje een geus beginnen te voelen. Zo vaak aangesproken worden op waar jij of je ouders, je grootouders vandaan komen, je gaat er haast van denken dat dat dan zeker is wat je in de eerste plaats bent, dat dat is wat je identiteit in eerste instantie kenmerkt: je bent een Marokkaan. Een Turk, een Pool …
Wij weten wel beter.
Er zijn twee belangrijke redenen waarom ik heb gemeend hier met jullie wat langer bij stil te staan.
Edith Stein is, van oudsher inmiddels, de school die zich erop laat voorstaan dat we met al die verschillen kunnen omgaan. Dat we de hoge standaard van acceptatie en respect kunnen handhaven, ook in tijden waarin de emoties hoog oplaaien en de nuances ver te zoeken zijn. Ook in tijden waarin de media er een sport van lijken te maken de zaken op scherp te zetten. Ik ga dat morgen in mijn welkomstwoord aan de leerlingen ook meenemen. Niet alleen acceptatie en respect. Dat is nog te gemakkelijk, te afstandelijk, te vrijblijvend. Nee, het waarderen, het leuk vinden, het belangrijk vinden dat we hier met elkaar zijn. Met al onze verschillen, al onze eigenaardigheden, de verschillende wortels. Daarin onderscheidt Edith Stein zich van elke andere school in Den Haag: wij kúnnen dit niet alleen, wij willen dit ook. Deze leerlingen, in deze samenstelling, in deze diversiteit. Wij bereiken daar grootse resultaten mee en we worden daar nog steeds elke dag een beetje beter in. Wij zijn daarin een unicum. Ik durf zelfs te zeggen in de grote steden van Nederland.
De tweede reden ligt in het verlengde ervan: wij investeren, letterlijk, met onderwijs en materiaal, in het sterker maken van de leerling, de eigenheid van de leerling. Dus niet wat een leerling gemeen heeft met anderen, maar wat hem of haar kenmerkt. Wij zijn er van overtuigd dat daar de sleutel ligt: geef de leerling, elke individuele leerling, de uitdaging mee om zichzelf te versterken. Zichzelf te leren kennen, voor zichzelf te denken, zijn talenten te leren kennen en zijn beperkingen. Daar zelfvertrouwen aan te ontlenen. En op die manier een beter, geslaagder en gelukkiger mens te worden, die veel voor zichzelf en voor zijn omgeving kan betekenen.
Het hele onderwijsdomein in de brugklas gevormd door Persoonlijke Vorming en Drama, met belangrijke links naar LO en Beeldende vorming, ondersteund door Taalbeleid en Studievaardigheden en overkoepeld door het mentoraat, de mentorlessen, dat hele onderwijsdomein is daarop gericht: het sterker maken van de leerling. Vanaf de tweede klas gaat die beweging naadloos over in LOB. Wij investeren daarin omdat we ervan overtuigd zijn dat dat de succesvolle Edith Stein aanpak kenmerkt.
Vanaf morgen, als we de leerlingen ontvangen, liggen er weer nieuwe kansen om met al die nieuwe leerlingen en met al die leerlingen in de nieuwe klas weer een zet te geven aan die ontwikkeling. Ik weet niet wat we gaan merken van hoe leerlingen de zomer zijn doorgekomen. We zijn het aan onze stand verplicht om zorgvuldig om te gaan met signalen die we opvangen. We zullen onze leerlingen niet op willen schepen met gevoelens en ideeën in een issue waar ze zich op geen enkele manier mee verbonden of bij betrokken voelen. Maar ook de signalen, ook de ongezegde signalen die ons bereiken nemen we serieus.
Het gesprek dat gevoerd moet worden, voeren we ook. Steeds vanuit die positie die Edith Stein kenmerkt: we zijn hier met elkaar, omdat we elkaar niet alleen respecteren en accepteren, maar omdat het leuk, verrijkend is om hier met elkaar te zijn. Dat is geen politiek statement, nee, dat is iets dat niet ter discussie staat. Dat is Edith Stein. Je kunt binnen die omgeving vinden wat je wilt, je kunt met elkaar van mening verschillen, je kunt tot op zekere hoogte zeggen wat je vindt en denkt, namelijk tot op het niveau waar je anderen kwetst. Maar we delen deze omgeving met elkaar, omdat we hier met elkaar willen zijn.
Vanmiddag in de afdelingen is ruimte voor overleg over suggesties: hoe gaan we een lastig gesprek aan, hoe pakken we signalen op, welke betekenis geven we er aan?
Ik hoop dat we over enkele weken tegen elkaar kunnen zeggen dat ’t allemaal reuze meeviel. Dat de soep in Edith Stein lang zo heet niet gegeten hoefde te worden. Of dat we het samen, met de leerlingen, goed hebben aangepakt. Ik heb daar ook alle vertrouwen in.
Zelf vind ik dat er aanleiding is om ons bestuur samen met de gemeente te vragen eens een groot en goed gesprek te hebben met invloedrijke personen in de Moslimgemeenschap, te beginnen met de moskeeën, de Imams. Ik ben beschikbaar om bij te dragen aan dat gesprek.
John Swildens is rector van het Edith Stein College in Den Haag. Hij sprak deze jaaropening uit op 1 september.
Reacties