'Omdat het nu eenmaal moet? Kom op zeg! Voor kinderen moet het gewoon kloppen'
26 juni 2015
‘Het lijkt wel of ons huidige opvoedingsklimaat kinderen in een soort autowasstraat zet,’ zegt Paul van der Klein. ‘Van alle kanten verschijnen borstels, zeep, wax en hete lucht; vervolgens gaan ze met schokjes vooruit in een vooraf vastgelegde richting. ''Jij bent zelf verantwoordelijk!'', zeggen we. Maar als ze te veel aan het stuur draaien, blijkt de geleidingsrail bepalend.’ Van der Klein gooit na dertig jaar het roer om. Zijn blog ‘Voor deze jongeren moet het gewoon kloppen’.Wat zien we een mooie, nieuwe generatie. We zien kinderen en jongeren met veel potentie. Met een heel andere blik op zichzelf en op de wereld dan die van hun ouders of grootouders. Ze zijn kritisch, aanspreekbaar en open. Het lijkt wel of ze zelfbewuster zijn.
Voor deze jeugd is niets vanzelfsprekend. We moeten niet aankomen met loze regels, want dan ontstaan er vragen. ‘Omdat het nou eenmaal moet? Kom op zeg!’ Voor hen moet het gewoon kloppen. Niet door drang, dwang of omdat een volwassene het zegt, maar het moet gewoon kloppen. Van binnenuit! Daar kunnen we nog veel van leren.
Wat jammer dat ons opvoedingsklimaat daar nog te weinig rekening mee houdt. Wij hebben het als opvoeders eigenlijk alleen over drang en dwang. Let maar eens op. Als het in een gesprek over opvoeden gaat, dan gaat het nooit over wat kinderen beweegt of wat hen bijzonder maakt. Het gaat vooral over structuur, regels en grenzen stellen.
Zo is het opvoedprogramma Triple P primair gericht op het gedrag van het kind en baseert het zich op de sociale leertheorie: conditioneren door te belonen: puppytraining.
Op veel scholen gebeuren mooie dingen, kindgerichtheid en investeren in een goede sfeer. Maar de focus is en blijft liggen op de core-business: op leerprestaties en goede Cito-scores. Dat kan vandaag de dag moeilijk anders. De start kan mogelijk wel anders: starten bij het unieke van ieder kind.
Het lijkt wel of ons huidige opvoedingsklimaat jeugdigen in een soort autowasstraat zet. Van alle kanten verschijnen borstels, zeep, wax en hete lucht; gaan ze met schokjes vooruit in een vooraf vastgelegde richting. Ogenschijnlijk zitten jeugdigen aan het stuur. ‘Jij bent zelf verantwoordelijk!’ zeggen we dan, maar als ze te veel aan het stuur draaien, blijkt de geleidingsrail bepalend. Pas aan het eind kunnen ze een bocht nemen, maar tegen die tijd ligt de richting eigenlijk al vast.
Maar zouden we niet wat meer ruimte kunnen maken voor de specifieke potenties, passie en talenten? Het zou toch zonde zijn als die achter blijven in de wasstraat, als onze kinderen vervreemden van hun mooie eigenschappen . . . ?
Er gebeurt veel in het jeugd- en onderwijsbeleid. Passend onderwijs, transitie jeugdzorg, transformatie. Ook hier bepalen oudere generaties op eigen gezag wat goed is voor deze nieuwe generatie mensen. Er wordt wel 'gekanteld' naar gemeenten, scholen en burgers. Maar die kanteling stopt voordat de jeugd zelf in beeld komt.
Het nadenken over opvoeden en de opvoeding zelf blijft een topdown-aangelegenheid, het 'wasstraat - model' domineert. Het unieke van deze nieuwe generatie blijft ongezien en zo raken te veel kinderen - ondanks dat mooie zelfbewustzijn - van zichzelf vervreemd. Dat kan ernstige gevolgen hebben.
Veel jeugdigen hebben last van het keurslijf. Ze voelen zich ongemakkelijk of raken zichzelf zelfs kwijt. De belasting is hoog en eenzijdig, er ontstaan weerstanden, onrust of dominant (pest)gedrag. Leerlingen kiezen voor een overlevingsstrategie waarin ze overleven door anderen in- en uit te sluiten. Maar denk ook aan automutilatie, stille kinderen, die denken dat ze te veel zijn en het leven niet goed aankunnen. Of kinderen met een laag zelfbeeld, onhoudbaar gedrag in de groep of een lage motivatie.
Als adviseur jeugd ben ik al ruim 30 jaar bezig om jeugdbeleid te laten starten bij de jeugd zelf. Wat maakt dat een kind fijn opgroeit en tot volle wasdom komt? Werkelijk vol-wassen. Na vele vergeefse pogingen om het jeugdbeleid en onderwijs te beïnvloeden heb ik samen met anderen besloten om op een heel andere wijze te werk te gaan. Daadwerkelijk beginnen bij jeugdigen zelf. De individuele eigenheid ontdekken. Kinderen zien in wie ze zijn: een spiritueel wezen dat niet gevormd hoeft te worden, maar dat al lang bestaat en alleen maar ‘wakker gekust’ hoeft te worden.
Paul van der Klein (1954) is ruim 30 jaar actief als adviseur jeugd. Tot 2009 was hij als adviseur werkzaam bij K2.
Reacties