Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Micha de Winter: 'Over het cultiveren van democratisch burgerschap'

2 januari 2018

In de 'Pedagogische Canon’ vindt u een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten.  In deze aflevering Micha de Winter, emeritus hoogleraar Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken aan de UU en thans bijzonder lector jeugd aan de Hogeschool Utrecht. Hij pleit voor een democratisch-pedagogisch offensief, waarin opvoeding én onderwijs gericht zijn op de vorming van democratische persoonlijkheden voor wie  het zoeken naar de balans tussen individuele en sociale behoeften een tweede natuur is. 'Over het cultiveren van democratisch burgerschap.'

Micha de Winter (1951) was tot juni 2017 als faculteitshoogleraar Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken verbonden aan de Universiteit Utrecht en thans bijzonder lector jeugd Hogeschool Utrecht. Zijn proefschrift (1986) handelt over de vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen in wetenschappelijk en sociaal-historisch perspectief. Als hoogleraar pedagogiek deed hij onderzoek naar maatschappelijke opvoedingsvraagstukken, jeugdbeleid en preventie. Sinds 2004 bekleedde hij de Langeveldleerstoel voor maatschappelijke opvoedingsvraagstukken. Van 2001 tot 2012 was hij lid van de Raad voor Jeugdbeleid en de Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling. In 2013 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau, onder meer voor zijn wetenschappelijke bijdrage aan het maatschappelijke debat over jeugd en opvoeding. Daarnaast is hij consultant voor UNESCO en UNICEF.

Maatschappelijke opvoeding

Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het welzijn van kinderen

Aandacht voor sociale verbondenheid
Volgens de Winter wordt opvoeding te vaak bezien als een taak van de ouders. Hij pleit voor een pedagogische civil society, waarin meerdere volwassenen verantwoordelijk zijn voor de opvoeding. Daarin stemmen ouders en professionals meer af. Doordat kinderen ervaren dat ze deel uitmaken van een groep, dat ze worden gezien en dat ze ergens terecht kunnen, leren ze dat het belangrijk is om rekening te houden met anderen, dat iedereen gehoord moet worden en hoe je samen tot oplossingen kunt komen. Zo ervaren kinderen wat het betekent om in een democratie te leven.

Democratisch burgerschap
Kinderen grootbrengen tot democratische burgers gaat volgens de Winter het beste met een autoritatieve opvoedingsstijl: opvoeden met gezag, niet met macht. Het gaat daarbij enerzijds om grenzen te stellen en uit te leggen en anderzijds om het geven van steun, aandacht en liefde. Daarmee creëert  deze opvoedingsstijl een mini-democratie. Wanneer het gezinsleven verbonden is met een ruimere omgeving (de pedagogische civil society) leren kinderen niet alleen gehoorzaamheid, ze leren ook kritisch en zelfs ongehoorzaam zijn, bijvoorbeeld als belangrijke principes in gevaar zijn. Volgens de Winter is deze aanpak ook een oplossing voor problemen als jeugdcriminaliteit en kindermishandeling.

Solidariteit, gelijkwaardigheid en tolerantie, evenals vrijheid, verantwoordelijkheid en respect voor verschillen spelen een belangrijke rol in het werk van Micha de Winter. De inhoud van deze begrippen zijn de afgelopen jaren aan verandering onderhevig. Solidariteit b.v. met de zwakkeren lijkt hetzelfde te worden als het ontmoedigen van eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheid. Met tolerantie lijkt een cultuur van afzijdigheid en onverschilligheid ten opzichte van anderen bedoeld te worden. De Winter ziet het als zijn uitdaging om de normatieve kwesties rond opvoeding en onderwijs weer nadrukkelijk op de wetenschappelijke en maatschappelijke agenda te krijgen

Normatief-pedagogische kwesties
In een samenleving die gekenmerkt wordt door grote culturele, religieuze en politieke verschillen is het cultiveren van tolerantie van levensbelang (de Winter: ‘samenleef-belang’) Dat zal niemand ontkennen, maar de waarden-geladen normatieve vraag is dan wat voor een type tolerantie De Winter aan kinderen willen bijbrengen. Hij concludeert dat het cultiveren van tolerantie bij kinderen behoorlijk ingewikkeld is. ‘Zo ingewikkeld zelfs dat we er pedagogisch vaak voor terugdeinzen’. Voor onderwijs blijken m.b.t. dit thema veel moeilijke pedagogische vragen te ontstaan. De zorg van de Winter is dat scholen daardoor veel van die normatieve kwesties impliciet laten, terwijl deze zich in de dagelijkse opvoedings- en onderwijspraktijk steeds nadrukkelijker manifesteren. In een democratie is het zich kunnen inleven in de ervaringen (inclusief de ellende) van anderen de belangrijkste kerncompetentie in zijn ogen. (Vgl. Martha Nussbaum)

Een democratisch–pedagogisch offensief
De Winter pleit voor een democratisch-pedagogisch offensief, waarin opvoeding én onderwijs gericht zijn op de vorming van democratische persoonlijkheden voor wie (vgl. Dewey) het zoeken naar de balans tussen individuele en sociale behoeften een tweede natuur is. Motivatie en bereidheid om open te staan voor meningen en behoeften van anderen zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Dat gebeurt in lessen maatschappijleer en geschiedenis, maar vooral door het oefenen van democratische vaardigheden en het cultiveren van de ‘wil’ om op democratische wijze met elkaar samen te leven.

Participatie
Eén van de kernstrategieën is de leerling- en ouderparticipatie. Door kinderen èn ouders te leren hoe de instellingen van de democratische rechtsstaat werken, door ze ermee in contact te brengen en door ze in de praktijk te laten zien hoe je via het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid zelf invloed kunt uitoefenen op de kwaliteit van het leven in de buurt, wordt democratisch burgerschap gecultiveerd.

Sociale verbondenheid
Micha de Winter pleit in zijn talrijke publicaties voor sociale verbondenheid in een tijd die sterk de nadruk legt op individuele prestaties en waarin persoonlijke belangen om voorrang vragen. Dat is niet een omgeving waarin kinderen gedijen. Kinderen zijn voor hun ontwikkeling aangewezen op een veilige sociale inbedding die door volwassenen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt gezien. De Winter laat zich daarom zeer kritisch uit over het problematiseren van onze jeugd en over de maatregelen die altijd weer worden voorgesteld om aan het ongemak dat zij bezorgen een einde te maken. Hij is kritisch t.a.v. het classificeren van kinderen (ADHD, enz.) waarmee zij in feite buiten het gewone leven, in dit geval een school, worden geplaatst..

Bronnen

  • Rede bij zijn aanvaarding van het ambt van hoogleraar op de facultaire Langeveld-leerstoel, op het vakgebied van de studie van maatschappelijke opvoedingsvraagstukken, in 2000 aan de Universiteit Utrecht
  • http://www.expoo.be/home

Meer weten?

 

 

NB. NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG). 




     

 

 

 

 

 

 
 

 


     

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief