Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Liefde, overgave en waarheid zijn voorwaardelijk om creatieve kracht te laten stromen'

22 november 2014

Welke factoren helpen om creatieve kracht vrij te laten komen in de klas? Tijdens een bijeenkomst van Stromend Onderwijs ging men op onderzoek. Uiteindelijk werd het antwoord gevangen in drie woorden: liefde, overgave en waarheid. Initiatiefnemer Hans Kunneman doet verslag.

Het Stromend Onderwijs Collectief (SOC) is een inspiratieplatform voor het onderwijs. Zij organiseert conferenties en ontwikkelt onderwijsvormen waarbij de innerlijke verbinding van leerlingen en leerkrachten centraal staat. Het collectief weet uit ervaring dat het bewegende aspect van het leven een enorm potentieel heeft, maar tegelijkertijd niet toegankelijk is vanuit een louter rationeel perspectief. De omarming van de kracht van spontaniteit is doorslaggevend om onderwijs echt te laten stromen.

Welke factoren helpen om creatieve kracht vrij te laten komen in de klas? Op een bijeenkomst van Stromend Onderwijs ging men onlangs op onderzoek uit. Uiteindelijk werd het antwoord gevangen in drie woorden: Liefde, overgave en waarheid. Aan de drie begrippen worden natuurlijk meer woorden gegeven. Want wat verstaan we onder Liefde, Overgave en Waarheid? Een aantal aanvullingen...

LIEFDE:
‘Houden van je vak’, ‘Houden van je leerlingen’, ‘Houden van jezelf’

OVERGAVE:
‘Over je eigen kleine ‘ikje’ heen stappen’ en durven navigeren vanuit de vraag ‘wat is hier nodig?’ Zodra je vanuit je ego handelt, is je overwicht op de klas verdwenen.
Als docent ben je ‘spaceholder’: jouw eigen authentieke verbinding zet de toon. Dit sluit aan op het ‘drievoudig bewustzijn’ van George Gurdjieff (1877-1949). de man die aan de wortel van de esoterische stroming stond in de twintigste eeuw. Het fundament van onze  waarneming telt drie pijlers:  waarnemen vanuit het verstand, vanuit het gevoel en vanuit het hart. De verbinding ontstaat zodra we in alle drie tegelijk geworteld zijn. De werking van het hart is transpersoonlijk en vormt de verbindende schakel. Het maakt dat er een gevoel van ‘WIJ’ ontstaat, een diepe vorm van veiligheid, die iedereen in de klas intuïtief herkent. ‘Kinderen snakken er eigenlijk naar’. In deze vorm van overgave (voorbij het kleine ik durven functioneren) herkennen veel mensen ook een sacraal aspect: er is op dat moment iets groters aan het werk dan mijn kleine ik.

WAARHEID:
Vaak ontstaat de verbinding in de klas juist als gevolg van een dieptepunt. Door als docent voor waarheid te durven staan, wordt de klas op een dieper niveau aangeraakt. Ergens weten alle leerlingen exact wat wel klopt en wat niet klopt. Als (zonder veroordeling) negatief gedrag benoemd wordt vanuit de ‘pijn’ die het veroorzaakt, worden leerlingen bevestigd in iets dat ze van binnen weten, maar wat in hun dagelijks leven vaak te weinig voorgeleefd wordt. Negatief gedrag kan vanuit dat perspectief ook gezien worden als een schreeuw om hulp. In de praktijk kan het benoemen van pijn ook grote weerstand oproepen en confronterend zijn voor leerlingen die vastzitten in een negatief patroon. Op dat moment gaat het erom dat je als docent vertrouwt op de transformerende kracht van waarheid en stevig gecenterd blijft.

Op de school van Geesje Stroo (Buitenhoutcollege in Almere) is de ‘Sfeermeter’ (oorspronkelijk ‘Flowmeter’ genoemd) verspreid in  de hele school. Het blijkt leerlingen te helpen zich bewust te worden van een 'energetische realiteit' die je niet kunt zien, maar wel altijd kunt voelen. Telkens is een van de leerlingen in de klas van Geesje verantwoordelijk voor het aangeven van de hoogte van de Sfeermeter. Geesje heeft meegemaakt dat een van haar leerlingen, die de taak had de hoogte van de meter bij te houden, uit zichzelf de klas aansprak op hun verantwoordelijkheid voor de sfeer. De klas herkende het en reageerde positief. Op deze wijze raken de leerlingen er aan gewend zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de sfeer in de klas.

De trend richting co-creatie: de kracht van samenwerking lijkt zich niet alleen in onderwijs, maar overal in de maatschappij sterker te ontpoppen. In professionele samenwerking neemt ‘peer to peer’- werken sterk toe. Het gaat steeds vaker om cocreatie. Niemand is persoonlijk eigenaar of de baas. Steeds vaker richt men zich op wat wil ontstaan ‘vanuit het midden’. Ook bij het Center for Human Emergence is men intensief met dit thema bezig. Ton Jörg van de Universiteit van Utrecht onderbouwt dit verschijnsel aan de hand van de complexiteitstheorie, waarbij er als wetmatigheid herkend wordt dat de creatieve mogelijkheden toenemen naarmate een situatie meer factoren bevat. Samenwerking is dus per definitie rijker dan werken vanuit afgescheidenheid.

Hans Kunneman (1955) is gespecialiseerd in de toepassing van flowprincipes in het onderwijs.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief