Leerlingen als Grote Denkers: ‘Hoe meer je oefent in kiezen, hoe meer keuzevrijheid je aankunt.’
19 april 2017
April: maand van de filosofie, ook bij hetkind. Op het Amsterdamse Hyperion Lyceum is er het onderbouwvak ‘Grote Denkers’. En ja, daarmee doelen ze op de belangrijke stemmen uit onze ideeëngeschiedenis. Maar vooral ook op de leerlingen zelf. Zij leren zichzelf en hun wereld te verkennen door bijvoorbeeld het gesprek aan te gaan over keuzevrijheid: ‘Wacht even, je zegt wel dat je niet vrij bent, omdat je niet álles mag. Maar als ik de vrijheid zou hebben om te moorden, heeft iedereen die. Dát wil ik niet.’
Jenaplanblad Mensenkinderen bezocht filosoof Simon Verwer en historicus Jasper Rijpma, die vormgeven aan het onderbouwvak ‘Grote Denkers’ en het daaropvolgende vak filosofie in de bovenbouw. We publiceren hier een fragment uit de schoolreportage die Geert Bors op het Hyperion Lyceum maakte.
Goede gedachten bij jezelf ontdekken
‘Die Grote Denkers – dat zijn de mensen die we bestuderen’, legt leraar filosofie Simon Verwer uit. ‘Maar het heeft een dubbele betekenis, want we benaderen onze leerlingen óók als denkers. Wat we laten zien, is dat kritisch denken over jezelf en je wereld niet iets vanzelfsprekends is en ook niet stuurloos, maar dat je jezelf kunt leren denken. Grote Denkers is daarmee een oefening in persoonsvorming, in subjectwording.’
‘Neem Descartes’, gaat hij verder. ‘Zijn twijfelexperiment is natuurlijk belangrijk geweest in de ideeëngeschiedenis van Europa, dus hij hoort in ons aanbod. Waar het daarnaast nog meer om gaat, is of leerlingen het zelf fijn vinden om te twijfelen. Hoeveel onzekerheid durf je aan? Wanneer kies je ervoor te twijfelen of het juist uit de weg te gaan? Durven twijfelen is een belangrijke karaktertrek van een kritische geest. Dat is hoe we Grote Denkers als oefening in persoonsvorming bedoelen, als een manier om goede gedachten bij jezelf te ontdekken.’
Socratisch gesprek: een oefening in persoonsvorming
In het lokaal zijn wat tafels weggeschoven. Een groep 5 vwo'ers zit in een knusse kring. Vijftien leerlingen. Het is tijd voor een Socratisch gesprek met als vraag: wat is de relatie tussen kiezen en vrijheid? Simon legt een paar spelregels uit: ‘Hoe kunnen we nieuwe inzichten krijgen, hoe kan een nieuwe gedachte geboren worden? Voor Socrates was een belangrijke methode om het aan persoonlijke ervaringen te koppelen. Probeer jezelf te gunnen dat je niet oordeelt, want dat zit je kennisverwerving in de weg. Probeer een houding aan te nemen, waarin je je afvraagt: "kan ik deze uitspraak van mijn buurvrouw gebruiken om beter tot mijn argumenten te komen?"’
Na een ingelaste minuut van stilte, zegt een jongen: ‘Ik denk dat er een verband is tussen kiezen en vrijheid: hoe meer vrijheid je hebt, hoe meer vrijheid om te kiezen. Een slaaf heeft weinig keuzes, maar hoe groter je vrijheid, hoe groter het aantal keuzes dat je hebt.’ Varuna, het meisje tegenover hem, meent dat dat laatste niet per se het geval is: ‘Je kunt in de gevangenis zitten, waar ‘je vrijheid is ontnomen’ en je weinig keuzes hebt, maar waar je toch heel veel vrijheid in je geest kunt gaan ervaren.’
‘Maak jij keuzes of bepaalt je samenleving dat voor je?’
Meer leerlingen mengen zich in de conversatie. ‘Is meer keuzevrijheid een positieve zaak?’, vraagt Simon na een poos.
‘Ja’, zegt Boyd, ‘Hoe meer keuzevrijheid, hoe vrijer je bent. Dat geldt ook voor de samenleving waarin je leeft. Ik denk positief.’ ‘Nou,’ nuanceert Kick, ‘Soms hebben mensen ook te veel keuzes. Ik heb in een supermarkt gewerkt en daar heb je dan 120 soorten yoghurt. In communistisch Rusland had je er maar twee. Dan is de keuze voor je gemaakt. Voor sommige mensen geeft dat rust.’ ‘Als je schoenen koopt, zie je soms door de bomen het bos niet’, beaamt Myrthe.
‘Keuzes moet je ook léren maken’, zegt Varuna. ‘Je wordt daar niet mee geboren. Een baby moet dat leren. En hoe meer je oefent in kiezen, hoe meer keuzevrijheid je je kunt permitteren, want dan weet je wat voor jou goed en fout is.’
Luuk oppert dat kiezen voelt als naar boven klimmen in een boom die zich steeds verder vertakt: ‘Aan het feit dat we hier zitten, in deze les op deze school, liggen al honderd keuzes ten grondslag. Bij elke keuze die je maakt, vertakt de boom en wordt je route verder bepaald.’ Leraar Simon vraagt zich hardop af hoe kiezen werkt: welke ruimte heb je daarvoor? ‘Nou,’ meent een leerling, ‘Vanaf je geboorte ligt er al veel vast. Je land, je milieu, je ouders, hoeveel geld er is – dat zijn allemaal factoren, die invloed hebben op de hoeveelheid keuzes die je kunt maken. Koning kan ik niet worden.’ Liesje stelt het nog scherper: ‘Máák je wel zelf keuzes, als er zo veel invloeden van buitenaf zijn? Maak je zelf je keuzes of bepaalt je samenleving die voor je?’
‘Dat is enorm hálf waar’
Simon vraagt naar een eigen ervaring, ‘omdat Socrates stelde dat kennis zit in de concrete ervaring. Als je zo’n ervaring doordenkt, kun je straks een doorleefder antwoord geven op de openingsvraag.’ Al snel komt het probleem van studiekeuze en keuzestress op tafel. Pim is pas net binnengekomen, heeft haar tas weggelegd en een stoel gepakt: ‘Je hebt aan de ene kant wel veel keuzevrijheid, maar je hebt aan de andere kant maar vier profielen om uit te kiezen. Waar let je dan op: je cijfers? Wat je leuk vindt? Moet je al doordenken naar baankansen? In je hoofd kunnen die keuzes heel groot en belangrijk voelen, maar eigenlijk is het ook maar het invullen van een papiertje. Je kunt altijd wel van koers veranderen.’
‘Dat is enorm hálf waar’, zegt Varuna meteen. ‘Ik wil docent Nederlands worden, maar als ik later bedenk dat ik toch natuurkundige wil worden, kan dat misschien wel maar dat kost dat veel geld en veel tijd.’ ‘Ja, en het is ook wat Luuk zei’, komt het vanaf de andere kant van de kring: ‘Als ik dokter wil worden, begint dat bij mijn profielkeuze, als ik 14 of 15 ben. Dus ja, ‘alle keuzes zijn goed’, maar wát je kiest heeft wel impact.’ ‘Je denkt dat je veel vrijheid hebt, maar de consequenties van je vrijheid, belemmeren die vrijheid wel, vat een ander samen. ‘Ik weet nog niet wat ik ga kiezen’, zegt Youri, ‘Mijn familie zegt: ‘Het maakt niet uit wat je kiest, als je maar iets gaat doen wat je leuk vindt.’ Maar toen ik zei: ‘Mijn keuze is misschien wel dat ik niet wil studeren’, toen kreeg ik een heel andere reactie. Verbaasd, verschrikt.’
Durven kiezen als vorm van durven leven
Via vrolijke anekdotes over bijbaantjes en kiezen om niet te gaan rugbyen als de rest van je gezin dat wel doet, wordt het gesprek afgerond. Simon vat de hoofdpunten samen, beantwoordt individuele vragen en intussen stroomt de klas leeg.
Terwijl zijn kop koffie doorloopt, kijkt Simon terug op zijn les: ‘Varuna had het erover dat je kiezen ook moet leren. Ja, dan hebben wij als school, als opvoeders, ook een verantwoordelijkheid. Want wat gebeurt er als je kiest? Het omvat kennis en vaardigheden. Maar er is ook een element dat daaraan voorbijgaat. Het element van jezelf worden. ‘Subjectwording’, zoals onderwijspedagoog Gert Biesta dat noemt. Hij zegt dat het gaat om groot leren denken en groot leren leven. Kijk, de vaardigheid van het kiezen: daar komen we als school wel aan toe, bijvoorbeeld bij beroepsoriëntatie. Maar dat andere gedeelte – durven kiezen als vorm van durven leven – dat is nog best onontgonnen terrein. En dat is toch wat je met Grote Denkers in gang wil zetten.’ Lees hier het hele artikel…
Auteur: Geert Bors
Geert is behalve redacteur bij NIVOZ/hetkind ook hoofdredacteur van Mensenkinderen. Dit artikel is herplaatst met toestemming van de Nederlandse Jenaplan Vereniging (NJPV).
Reacties