Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Langdurige, oprechte betrokkenheid

19 oktober 2017

Tien jaar geleden werkte onderzoekster Eva Klooster tijdelijk in Amsterdam Oost als coördinator jeugdoverlast. Hoewel verschillende instanties zich bezighielden met de jongeren, leek weinig te werken en raakten de meesten uit het zicht, vaak in de criminaliteit. In haar non-fictie boek Hangplek Holland beschrijft Klooster wat er in die jaren gebeurde, op basis van gesprekken met de jongeren zelf, ouders, buurtbewoners en betrokkenen professionals. Het enige wat de jongeren ‘binnenboord’ kon houden, zo was haar conclusie, was langdurige, oprechte betrokkenheid. Docent Youssef Ouariaghel, die tijdens schooltijd Engels en na schooltijd kickboksen gaf, was zo’n man die dat kon bieden. Eva zocht hem een aantal jaren later op. 

Dit artikel verscheen eerder in ons magazine Grenzen. 
Eva Klooster geeft op 1 november een Masterclass over gelijke kansen. 

Het is woensdag 2 september 2015, negen uur in de ochtend. Ik heb me genesteld in de hoek van de kleine ontvangsthal van de Amsterdamse Plus, de school waar Youssef nu werkt. Van hieruit kan ik de start van het nieuwe schooljaar goed observeren. Het is prettig chaotisch in de hal. Studenten druppelen binnen en voor docenten geldt hetzelfde. Op tijd of te laat, iedereen wordt even hartelijk ontvangen door Sonja Hardy. Ik heb begrepen dat Sonja een administratieve rol heeft op school, maar al na tien minuten denk ik dat haar warme ontvangst en ontwapende Surinaamse lach minstens net zo belangrijk zijn voor de school als de meest betrokken docent. Sommige studenten begroeten haar vrolijk, anderen reageren nauwelijks of beduusd, duidelijk nog niet voorbereid op deze warme begroeting zo op de vroege ochtend.

Naast mij bladeren twee medewerkers door een stapel dossiers. Het zijn de nieuwe aanmeldingen. Een van hen, de schoolmaatschappelijk werkster, wijst op een gele post-it op een van de dossiers en vraagt aan haar collega ‘Wat moet ik hiermee, Sigrid?’ Op de post-it staat met dikke letters ‘Leerplicht raadt onderwijs bij deze leerling af’. Sigrid werpt een kort blik op het dossier en antwoordt dan; ‘Afwijzen lijkt me erg jammer. Ik heb eindelijk weer contact met hem. Hij heeft vastgezeten maar is naar mijn mening weer voldoende gemotiveerd. Ik zou zeggen: geef hem nog een kans’. Zo, ik ben binnen en het voelt gelijk goed hier. Een school waar geïnvesteerd wordt in het (her)winnen van vertrouwen, zo heb ik mij laten vertellen.

Voor jongeren die op het Amsterdamse Plus terecht komen zijn begrippen als veiligheid en vertrouwen vaak geen vanzelfsprekendheid. Daarvoor hebben de meesten al te veel meegemaakt. Zowel tijdens hun schoolloopbaan als privé. Velen zijn opgegroeid in gebroken of problematische gezinnen en in buurten waar armoede en criminaliteit nooit ver weg waren. Ook hulpverlening, politie en justitie zijn geen onbekenden voor veel van de studenten. Een klas met minderjarige alleenstaande moeders én jongeren met softdrugsverslaving en gedragsproblemen én jongeren met nachtdetentie is geen uitzondering op de school.

In het kantoortje van de administratie wordt het ondertussen steeds drukker. Twee collega’s zitten met een lijst voor zich. De studenten die nog niet binnen zijn worden gebeld. ‘Dag Glenn, we hadden jou vandaag om negen uur in de les verwacht. Misschien ben je verhinderd, no spang, laat van je horen, vrien.d’ ‘Dag Faouzia, dit is Eugene Leisberg van de Amsterdamse Plus, je wordt vandaag op school verwacht’. En zo gaat het nog een uur door.

Dan komt Youssef Ouariaghel binnen, de docent Engels, die tien jaar geleden een sleutelrol in mijn onderzoek vertolkte. Het is zijn eerste dag na de vakantie en dat maakt hij meteen duidelijk. Er volgt een enthousiast rondje langs leerlingen en collega’s. Een hand hier, een boks daar en een oudere collega krijgt een omhelzing. Terwijl de mannen elkaar luidruchtig groeten, trapt achter hen een meisje van een jaar of zeventien de deur open met haar voet. Ze kijkt boos de hal in, duidelijk op zoek naar een confrontatie. Ik ben de enige die verbaast opkijkt. De medewerkers zijn duidelijk niet meer zo onder de indruk van een student met een slecht humeur.

Het verbaast me niet dat Youssef op deze school is terecht gekomen. Toen wij jaren geleden samenwerkten was zijn werkwijze al onorthodox. Als het ging om echt contact maken met leerlingen gebeurde veel buiten het klaslokaal. Youssef nam leerlingen mee voor een rondje door de buurt, gaf kickbokslessen of trakteerde ze op een broodje bij de Turkse bakker op de hoek. Die aanpak heeft hij nog steeds, ontdek ik al snel. Deze week nog werd hij gebeld door een jongen die net een lange straf heeft uitgezeten. Hij wil weer terug naar school en dat is goed nieuws gezien zijn voorgeschiedenis. Ik vraag Youssef waarom deze jongen hèm belt. ‘Een belangrijke reden dat hij mij vertrouwt is dat ik hem een paar keer bezocht heb in de gevangenis. Bezoek krijgen is voor deze jongens heel belangrijk. Als ze vastzitten, zijn ze doordrongen dat een groot deel van de maatschappij ze niet meer terug wil, dat hun ouders genoeg van ze hebben. Zo’n bezoek maakt indruk’.

Youssef houdt contact met studenten, ook als zij een tijd niet op school komen. En dat gebeurt om verschillende redenen. Niet zelden zitten studenten een periode in detentie. Of melden zich na detentie bij de Amsterdamse Plus. Met de jongen die Youssef deze week belde gaat het niet goed. De jongen vertelde aan Youssef dat zijn vriendin een miskraam heeft gehad en dat hij geen werk kan vinden. Youssef herhaalt het gesprek. ‘God heeft het niet met mij, dat zei hij tegen mij. Hij is Antilliaan, ik moslim, we hebben een ander geloof, maar na zo’n opmerking laat ik hem dan niet meer los. We liepen op straat en ik wees naar de mensen om ons heen en zei: “Kijk, al deze mensen hebben problemen gehad, je bent niet de enige die dit overkomt. Iedereen heeft zijn of haar eigen problemen.” Dat geloofde hij niet. Toen vertelde ik hem over mijn eigen leven, over wat ik heb meegemaakt en toen werd hij rustig.’

Youssef kijkt me aan, en neemt voor het eerst in ons gesprek even een kleine pauze. Dan vervolgt hij: ‘Het is een soort aikido. Je beweegt mee en probeert zo’n jongere dan te raken op het punt dat hij denkt: deze man begrijpt me.’

Dat het belangrijk is om jongeren echt te begrijpen en contact te maken beamen ook de studenten en andere docenten die ik deze dag spreek op de Amsterdamse Plus. Op een gymnasium zal een docent bij een gemiddelde les al snel aan kennisoverdracht beginnen.  Op de Amsterdamse Plus ligt dat anders: om les te kunnen geven moeten docenten eerst investeren in contact met studenten als voorwaarde om les te kunnen geven. Als ik vraag mij uit te leggen hoe een docent dan contact kan leggen, valt al snel de naam van teamleider Maïta Muller. ‘Het is moeilijk om mensen te vertrouwen’ beaamt leerlinge Shiva, ‘maar met Maïta lukt het me wel’. Maïta lacht als ik dit haar even later vertel. Oprecht vertrouwen is geen kunstje, begrijp ik al snel. ‘Het belangrijkste in deze school is oprecht te luisteren en echt geloof in leerlingen hebben. Dwars door alles heen, dwars door hun bagage en de dossiers. Je ziet dat docenten soms probéren te geloven in de leerlingen, omdat ze willen bijdragen aan een betere maatschappij. Zij branden hier al snel op. Je moet het oprecht voelen en je moet om kunnen gaan met teleurstellingen, want die ga je zeker krijgen.’

Terwijl we praten komt de schoolmaatschappelijk werker binnen die ik vanochtend al heb ontmoet. Ze is zojuist op huisbezoek geweest, vertelt ze. Triomfantelijk houdt ze een papier in de lucht. Het is een onderwijsovereenkomst. De twee omhelzen elkaar en even later krijg ik te horen waarom.

“We waren bijna een jongen kwijt. Een hele fijne, beleefde jongen, maar hij zei werkelijk alle afspraken af. Hij zou ons zicht te verdwijnen. Dus ben ik naar zijn huis gefietst en heb ik heel lang aangebeld. Op een gegeven moment heb ik mijn vinger op de bel gehouden, haha, en pas toen stak hij zijn hoofd uit het raam. Daarna hebben binnen thee gedronken en veel gesproken. Uiteindelijk was hij heel blij dat ik kwam om hem nog een kans geven.’ 

Ik begrijp de vreugde, de school moet tenslotte ook door. En net als ik ons gesprek wil afsluiten met een nuchtere opmerking over onderwijsovereenkomsten en leerplichtcijfers wil Maïte toch nog iets kwijt. Het is haar laatste opmerking die ik nog steeds bij me draag.

‘Wanneer je een leerling tegenover je hebt zitten, moet je de volle aandacht geven. Je moet luisteren met je alles, met je ogen, met je oren maar voornamelijk met je hart. Wanneer je het je lukt om eigen deur helemaal opzetten, dan zullen deze jongeren nog steeds aftasten of je oprecht bent. Maar ik weet zeker dat het vertrouwen zal groeien’.

Eva Klooster is politicologe en kwalitatief onderzoekster.

Over Amsterdamse Plus

De Amsterdamse Plus is een opvangvoorziening in Amsterdam voor jongeren tussen de 15 en 25 jaar die om diverse redenen uit het regulier onderwijs zijn uitgevallen. Jongeren met sociaal-emotionele problemen thuis, op straat en op school krijgen op deze school extra ondersteuning.  De school is informeel van opzet, met kleine klassen en veel ruimte voor contact tussen student en docent. Tijdens de eerste schoolweek kijkt Eva een dag mee op de school. Het is een MBO-college dat, door kleinschaligheid en extra aandacht voor de jongeren, in veel gevallen succesvol is in de begeleiding naar een regulier MBO-diploma op niveau 1 of 2.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief