Kwaliteit in onderwijs: vertrouwen op 'eigen wijsheid'
15 januari 2012
Al geruime tijd bouwt Mariel Rondeel samen met docenten, werkveld en studenten aan 'nieuwe examens' in het mbo. Daarbij valt het haar op dat docenten gedreven zijn om iets moois neer te zetten. Maar ook dat ze beducht zijn voor instanties die over hun schouders meekijken, zoals de Onderwijsinspectie. Haar oproep aan mbo-docenten om te vertrouwen op de eigen wijsheid. Als je iemand bent of kent die daarbij uitgaat van eigen kracht en normen in plaats van het oordeel van een buitenstaander, stuur haar dan een mail. Dit is haar bijdrage.
Al geruime tijd bouw ik samen met docenten, werkveld en studenten aan nieuwe examens in het mbo. Daarbij valt mij op dat docenten gedreven zijn om iets moois neer te zetten. Maar ook dat ze beducht zijn voor instanties die over hun schouders meekijken naar wat er ontworpen wordt, zoals de Onderwijsinspectie. De vraag aan mij als adviseur is dan bijvoorbeeld om te ondersteunen bij de ontwikkeling van een proeve van bekwaamheid met als belangrijke voorwaarde dat het examen 'inspectieproof' is. Terwijl je als docent natuurlijk geen examens ontwikkelt voor de onderwijsinspectie, maar voor de student en voor de beoordelaar. Samen heb je er belang bij om over een rechtvaardig en hanteerbaar instrument te beschikken waarmee de student zijn of haar bekwaamheid kan tonen. Ik wil daarom liever niet het oordeel van de externe buitenstaander als uitgangspunt nemen bij het ontwikkelen van examens, maar de professionele normen van de school en het werkveld. Wanneer vinden zij dat een proeve van bekwaamheid kwaliteit heeft en de kern raakt van het beroep?
Docenten zijn professionals die goed werk willen leveren. Wat ik als adviseur graag doe is die motivatie opsporen en het vakmanschap van docenten stimuleren. Zodat kwaliteitsverbetering in het onderwijs tot stand komt doordat docenten met het werkveld samen leert over de eigen normen voor kwalitatief sterke examens.
Ik herinner mij een mooi gesprek met een mbo docent over de ontwikkeling van een proeve voor fitnessinstructeur. Hij had zich erg ingespannen om het kwalificatiedossier waarin dit beroep beschreven staat, gedetailleerd uit te werken in opdrachten en beoordelingscriteria. En toch vonden we allebei dat er iets ontbrak. Het examen ging te weinig over de ‘fijne kneepjes van het vak’. Alle formele aspecten, zoals 'passende muziek uitzoeken' en 'oefeningen helder uitleggen en voordoen' stonden erin, maar toch miste er iets. Ik vroeg hem daarom of hij kon uitleggen wanneer een fitnessinstructeur het verschil maakt. Hij aarzelde hij niet met antwoorden. Hij had zelf een sportschool en zei onmiddellijk: "een fitnessinstructeur moet eigenlijk een entertainer zijn. Het gaat erom dat je een sfeer maakt waarin mensen het leuk vinden om te sporten. Vergelijk het maar met een voorstelling. Ook dan wil je dat mensen met een goed gevoel de deur weer uitgaan." Deze uitspraak bleek de sleutel te zijn om het examen door te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat het examen ging over wat er in het beroep van fitnessinstructeur echt toe doet. Docenten zijn zich vaak niet bewust hoe sterk zij staan bij de inspectie als ze uit gaan van hun eigen wijsheid.
Dit verhaal maakte mij verder nieuwsgierig naar hoe docenten in het hbo omgaan met het spanningsveld tussen accreditatie en beoordelingskaders aan de ene kant, en eigen opvattingen over examinering aan de andere kant. Met deze vraag klopte ik aan bij Peter Arends en Anneke Feenstra, docenten van de opleiding Small Business & Retail Management bij hogeschool Saxion. Peter vertelt dat het in het hbo nog steeds gebruikelijk is om studenten te beoordelen op hun afstudeerscriptie. Het beoordelingskader van de NVAO is daarop ook gebaseerd. Echter: "wij leiden niet op tot professionele scriptieschrijvers. We verzorgen competentiegericht onderwijs waarbij de student onder andere in assessments laat zien wat hij of zij kan. Dáár wordt het ondernemerschap zichtbaar", aldus Peter.
De Small Business opleiding heeft niet zo de neiging zich te laten beperken door de systemen en kaders van de toezichthouder. In plaats daarvan maken ze eigen keuzes in de vormgeving van de examens. En daar vertellen ze enthousiast over tijdens de accreditatie. Peter: "als je je enthousiasme laat zien, raken auditoren geïnteresseerd. Het wakkert het gevoel aan dat we met iets goeds bezig zijn. Wij zijn deskundig en moeten ons eigen verhaal vertellen."
Op het moment dat ik Anneke en Peter spreek, zijn ze volop bezig met de voorbereiding op de accreditatie. En dat levert toch wel wat spanning op. Er wordt extra scherp gekeken naar de kwaliteit van de examens, vanwege het dalende vertrouwen in de waarde van hbo diploma's. Peter blijft echter nuchter: "we presteren vanaf de oprichting al goed als opleiding. In 2009 stonden we nummer 1 in de keuzegids van Elsevier. En in 2010 zijn we uitgeroepen als beste opleiding in de Nationale Studenten Enquête. Dan kun je nu toch niet ineens een rode kaart krijgen?"
De komende maanden wil ik verder reizen langs mensen die professioneel ruimte nemen bij kwaliteitsverbetering en -vernieuwing in het beroepsonderwijs. Als je iemand bent of kent die daarbij uitgaat van eigen kracht en normen in plaats van het oordeel van een buitenstaander, kom ik graag met je in contact. De input die ik in gesprekken 'onderweg' verzamel, vormen de basis voor een artikel. Wil je meedoen of ken je iemand die misschien mee wil doen? Stuur dan een mailtje naar [email protected]
Mariël Rondeel is werkzaam bij Kessels & Smit, The Learning Company.
Meer over haar en haar organisatie.
http://www.kessels-smit.com/info.pl/nl/learning_company/286
Reacties