'Kinderen worden gezien als een digitale generatie op zich. Overschatting ligt daarom op de loer'
30 mei 2015
Differentiatie is in het onderwijs een belangrijk onderwerp. We differentiëren op cognitie, leerstijlen, interessevelden. Maar bieden we die ruimte in mogelijkheden ook waar het gaat om digitale vaardigheden? Henno Oldenbeuving - verbonden aan YoungWorks - waarschuwt: niet iedereen uit de nieuwe generatie is 'automatisch' een digitale alleskunner. Zo herkent hij in de klas van zijn dochter Keet (groep 5 basisschool) al heel snel vijf digitale types: de gamer, de sociale gebruiker, de freak, de switcher, de niet-gebruiker. 'Kinderen worden gezien als een digitale generatie op zich. Overschatting van onze kinderen ligt daarom op de loer.' Zijn blog.Als betrokken vader van een schoolgaande dochter (basisschool, groep 5) maakte ik een aantal jaar deel uit van de ouderraad. Hierbinnen fascineerden vooral de uiteenlopende beelden over mediagebruik mij mateloos. Terwijl sommige ouders al volop aan het Twitteren waren, hoorde ik in 2011 op school nog de legendarische opmerking dat “mailen het helemaal ging worden”. Ondertussen liepen de kinderen nog altijd op het schoolplein met papieren brieven over een kamp of 10-minutengesprek.
Echt verrast was ik niet door deze grote verschillen, die voor een groot deel lijken te zitten in verschillen tussen generaties: de ‘Digital Natives’ aan de ene kant en de gevestigde orde aan de andere kant. Maar het is meer dan alleen een generatie-ding. Ook binnen de klas van mijn dochter Keet zie ik grote verschillen in mediagebruik: het ene vriendinnetje is al volop aan het WhatsAppen, een ander vriendje zoekt de hele dag filmpjes op met zijn mobieltje en andere klasgenoten houden het bij de Nintendo DS. Ik besloot om de verschillen binnen de generatie van mijn kinderen eens nader te bekijken.
Wat mij het meest opvalt is het gebruik van de term ‘Digital Native’, een generaliserende benaming voor een generatie die opgroeit in een gedigitaliseerde omgeving. Dit in tegenstelling tot eerdere generaties, de ‘Digital Immigrants’, die zich het thema eigen moeten maken als betreft het een inburgeringscursus. De term ‘Digital Natives’ geeft in principe treffend weer dat deze generatie opgroeit in een gedigitaliseerde omgeving. Aan de term kleeft echter vaak de aanname dat iedereen uit deze generatie een digitale alleskunner is. Het gevaar hiervan is volgens mij dat je een hele generatie door een zelfde ringetje denkt te kunnen halen, terwijl we weten dat ‘de jongere’ niet bestaat. Dit geldt ook op het gebied van digitaal mediagebruik.
De leerlingen in de klas van mijn dochter hebben lang niet allemaal dezelfde media-interesse, kansen en vaardigheden. Is mijn dochter eigenlijk wel een ‘Digital Native’? Ze heeft immers met haar acht jaar nog niet eens een social media-account. De term ging me langzamerhand als ouder ook nerveus maken. Doen we het wel goed? En wat is goed? Wat zijn die vaardigheden die ze nodig heeft in de 21-ste eeuw? Volgens mij is deze twijfel en verwondering over de verschillen tussen leerlingen heel belangrijk en moeten we ons ook vaker afvragen hoe ons kind zelf in die digitale wereld staat.
Zo herken ik in de klas van Keet al heel snel vijf digitale ‘types’. Allen echt totaal verschillend, en allen ‘Digital Natives’:
1. De gamer
Een aantal kinderen (vooral jongens) in haar klas speelt vooral games. Veel games. Wat me vooral opvalt is dat daar, net als vroeger, vaak niet eens een internetverbinding bij te pas komt. Beter scoren dan de vorige keer of nog meer dieren verzorgen is de grootse drive.
2. De sociale gebruiker
De mailer, WhatsApper en social media gebruiker. In contact staan met de wereld om te praten lijkt de belangrijkste drijfveer. Wat gebeurt in het offline-leven wordt door (met name) de meiden onderling online nabesproken. Typen gaat snel bij de sociale gebruiker en WIFI is een belangrijke levensvoorwaarde.
3. De freak
Is de alleseter als het gaat om computers. Spreekt op jonge leeftijd al computertaal en programmeert er op los. Surft op het web naar nieuwtjes en spreekt veel met andere freaks op speciale sites. De freak kan ook een enthousiast online-gamer zijn. Dan speelt hij of zij spelletjes online en kan daar uren lang in opgaan..
Warning: trek hem niet zomaar achter de computer vandaan, want zo snij je al zijn relaties door!
4. De switcher
Dit type groeit op omringt door digitale mogelijkheden: hun ouders gebruiken vaak veel verschillende devices. Het maakt deze kids niet uit welke telefoon, computer of tablet ze kunnen gebruiken, als ze maar niets missen van wat er online gebeurt. De belangrijkste drijfveer is ‘connected’ zijn, onafhankelijk van device of platform. Zelfs tijdens etentjes switcht dit type moeiteloos tussen apparaten en systemen,speelt een spelletje en verstuurt gelijktijdig een berichtje.
5. De niet-gebruiker
Ja, ook deze bestaan nog steeds. Thuis staat een oude computer die niet uitnodigt om te onderzoeken en vaak is er geen geld of interesse om een nieuwe te kopen. Buiten touwtje springen of een pot voetballen is toch veel leuker?De online wereld staat (nog) ver van dit type af.
Ik ben geen expert en bovenstaande types baseer ik puur op de verschillen tussen kinderen, die mij zelf zijn opgevallen. Toch toont dit mij als vader wel een groot dilemma. Veel van onze kinderen gaan namelijk naar scholen waar ze weinig stilstaan bij diversiteit op het gebied van ‘digitaal zijn’. Kinderen worden gezien als een digitale generatie op zich. Overschatting van onze kinderen ligt daarom op de loer. Door ze te generaliseren lijken ze immers allemaal handig en compleet digitaal vaardig. Dit terwijl we bij YoungWorks juist vaak merken dat die vaardigheden juist sterk verschillen. Ook op digitaal gebied is het daarom interessant om te denken aan differentiatie.
Differentiatie is in het onderwijs een belangrijk onderwerp. We differentiëren op cognitie, leerstijlen, interessevelden. Maar bieden we die ruimte in mogelijkheden ook waar het gaat om digitale vaardigheden? Blijf jongeren ook hier bekijken vanuit een ‘erkend ongelijke’ bril en ken de kwaliteiten en aandachtspunten van deze leerlingen. Welke vaardigheden hebben ze al en welke moeten ze nog ontwikkelen? Zo worden ze allen ook op digitaal gebied benaderd vanuit hun eigen specifieke onderwijsbehoefte.
Henno Oldenbeuving is oud-docent en verbonden aan YoungWorks, bureau voor jongerencommunicatie.
Reacties